Het gelijkheidsbeginsel - Rechtengelijkheid

8 belangrijke vragen over Het gelijkheidsbeginsel - Rechtengelijkheid

Bij welke denkers kunnen we het pleidoor voor die gelijkwaardigheid terugvinden?

  1. Thomas Hobbes
  2. John Locke
  3. Jean-Jacsues Rousseau

Hoe ziet het pleidooi voor die gelijkwaardigheid eruit bij Thomas Hobbes?

Hobbes vertrekt vanuit een natuurtoestand waarin mensen in volle vrijheid leven  (natuurrecht)

Alle mensen hebben hetzelfde doel; overleven, dat maakt ze gelijk, maar zorgt ook voor conflict en een toestand van 'permanente oorlog'.

Hoe stelt Hobbes voor dat we uit die toestand van permanente oorlog kunnen geraken?

De mens moet natuurwetten aannemen

  1. 1e natuurwet: Elk individu moet vrede nastreven als dit verwacht kan worden en, oorlog als dat niet mogelijk is
  2. 2e natuurwet: de mens moet bereid zijn om een stukje van zijn vrijheid op te geven


MAAR: mensen op zichzelf zullen dit niet naleven, dus er moet een sterk gezag zijn die ze kan afdwingen (een liviathan)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe ziet het pleidooi voor die gelijkwaardigheid eruit bij John Locke, en in welke mate loopt die gelijk met die van Hobbes?

  • Locke is een empirist, en gelooft niet in aangeboren ideeën. (er is dus itt hobbes geen aangeboren excellentie)
  • Een gelijkenis met Hobbes is dat ze beide van mening zijn dat de mens v nature vrij en gelijk is
  • Nog een gelijkenis met Hobbes is dat Locke gelooft in de noodzaak van een staat, maar die hoeft voor hem niet autoritair te zijn. Er zijn rechten waar elk mens achter staat, zoals het feit dat mens heer en meester is over het eigen lichaam. De staat moet hier rekening mee houden.

De invulling van gelijkheid, waren de gelijkwaardigheid van alle mensen op de gelijkheid van de rechten van iedereen centraal staat, beleefd zijn hoogtepunt in de 19e eeuw en ligt aan de basis van revoluties in Europa en Amerika.

Welke 2 voordelen heeft deze invulling van gelijkheid?

  1. Gelijkwaardigheid is een sterk moreel concept
    • Alle mensen hebben gelijke morele waarden, de ene mens is niet meer waard dan de andere, je moet ze dus ook niet anders behandelen.
  2. Rechtengelijkheid erkent de eenheid van vrijheid en gelijkheid.
    • Aangezien regels nooit een onderscheid maken tussen mensen, kunnen ze de vrijheid van mensen ook niet selectief beperken.


Nadeel: gelijkwaardigheid geeft ons niet de middelen om iets aan de kloof tusssen de sterkere en zwakkeren te doen. Zwakkeren hebben dan wel gelijke rechten, maar kunnen daar niet veel mee doen.

Welke dubbele beperking legt het klassieke liberalisme op aan de overheid?

  1. Gelijkheid mengt zich slechts in in een bepaald aantal terreinen. (veiligheid, publieke werken, ...)
  2. De overheid moet legitiem verkozen zijn.

Als we deze 2 beperkingen toepassen op de Europese Unie, zou een klassiek liberaal dan tevreden zijn?

  1. De EU mengt zich in domeinen die ver buiten haar grenzen reiken. Ze komt bv tussen in volksgezondheid
  2. De EU heeft ook problemen met legitimiteit. Macht is geconcentreerd bij eurocommissarissen die nooit rechtstreeks verkozen zijn


Een klassiek liberaal zou dus niet tevreden zijn.

Wanneer is volgens John Locke en Rousseau een ongelijke behandeling toch mogelijk?

Wanneer het om een relevant verschil gaat.
  • Bv niet: jobkandidaat beoordelen ogv huidskleur
  • Bv wel: jobkandidaat beoordelen ogv opleiding, objectief gemete competenties, ...

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo