Startpagina / Samenvattingen / Begrippen: steden en burgers in de lage landen 1050-1700 / christendom-romeinse-germaanse

Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de vroege middeleeuwen

8 belangrijke vragen over Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de vroege middeleeuwen

Vergelijk het geloof van de Germanen met dat van de Romeinen. Noem twee overeenkomsten en een verschil.

Zowel de Germanen als de Romeinen hadden meerdere goden aan wie ze offerden om gunsten te krijgen (polytheïstische godsdiensten). Ook geloofden beiden dat ze na de dood naar een dodenrijk gingen, van waaruit soms nog contact met de levenden mogelijk was.

Waar bij de Romeinen de tempels en godenbeelden heel belangrijk waren, aanbaden de Germanen hun goden in de vrije natuur.

Beschrijf twee vormen van Germaanse aanpassing aan de Romeinse cultuur.

Germanen in het Romeinse rijk moesten de keizer en de Romeinse oppergod Jupiter vereren. Er waren ook andere vormen van acculturatie (culturele aanpassing). Zo noemden de Bataven hun hoofdgod Hercules Magusus, een combinatie van de Grieks-Romeinse halfgod Hercules (Herakles) en de Germaanse krijgsheld Magusus. Ze hadden tempels voor deze woesteling, waar ze uitbundig vlees aten en feestvierden.

Geef aan op welke vier punten het christendom afweek van de Germaanse en Romeinse godsdiensten.

Het christendom was monotheïstisch. Volgens de christenen was er slechts een god die hemel en aarde had geschapen en het gehele menselijke leven leidde.
Het christendom had een heilig boek: de Bijbel. Hierin was de kennis van God en zijn handelen met de mensheid vastgelegd.
Het christendom had een leer van goed en kwaad en gaf het uitzicht op persoonlijke verlossing. Na de dood ging niet iedereen naar een onderwereld, maar werden de goeden van de kwaden gescheiden.
Het christendom pretendeerde de universele, voor iedereen geldige waarheid te bezitten.

Geef een voorbeeld van de christelijke doctrine in het Romeinse rijk.

In 325 werd bijvoorbeeld de leer van de Heilige Drie-eenheid in de christelijke doctrice opgenomen: er is een God die zich in drie vormen vertoont: de Vader, de Zoon (Jezus Christus) en de Heilige Geest.

Verklaar waardoor het christendom als Romeinse staatsgodsdienst nauwelijks doordrong tot Nederland.

Toen het christendom in 380 de Romeinse staatsgodsdienst werd, was het Romeinse gezag al zo ver verzwakt in de noord-westelijke grensgebieden dat het nauwelijks doordrong tot het afgelegen Nederland. De kerstening van heel Nederland vond pas plaats vanaf 690, toen Engelse monniken onder leiding Willibrord het christelijke geloof kwamen prediken.

Leg uit dat de kerstening van Clovis in 496 gezien wordt als keerpunt in de geschiedenis.

De kerstening van Clovis wordt gezien als keerpunt, omdat hij zijn volk de opdracht gaf zich ook te bekeren en omdat de Franken daarna het christendom gebruikten om hun macht uit te breiden.

Geef aan met welke motieven de Engelse missionarissen en Frankische machthebbers samenwerkten in de 8e eeuw.

Missionarissen konden alleen werken als ze werden beschermd door lokale machthebbers. Hun komst hing samen met de uitbreiding van het rijk dat de Franken in de voormalige Romeinse provincie Gallië hadden gesticht.

Noem vijf voorbeelden van syncretisme van Germaanse gebruiken met het christendom.

Door het syncretisme leefden onderdelen van het oude geloof voort. Goden, halfgoden en andere bovennatuurlijke wezens bleven bestaan in de vorm van heiligen, heksen, weerwolven en demonen, of als feeën, dwergen en kabouters.
Oude cultusplaatsen werden gezien als domeinen van kwade krachten, waar ook geesten van gestorvenen rondwaarden. Ziekten en andere tegenslagen werden toegeschreven aan boze geesten en duivelse invloeden, waar men zich tegen weerde via waarzeggers en exorcisten en door het dragen van amuletten. De kerk stond dergelijke praktijken al dan niet oogluikend toe.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Begrippen: steden en burgers in de lage landen 1050-1700

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de vroege middeleeuwen

8 belangrijke vragen over Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de vroege middeleeuwen

Vergelijk het geloof van de Germanen met dat van de Romeinen. Noem twee overeenkomsten en een verschil.

Beschrijf twee vormen van Germaanse aanpassing aan de Romeinse cultuur.

Geef aan op welke vier punten het christendom afweek van de Germaanse en Romeinse godsdiensten.

Geef een voorbeeld van de christelijke doctrine in het Romeinse rijk.

Verklaar waardoor het christendom als Romeinse staatsgodsdienst nauwelijks doordrong tot Nederland.

Leg uit dat de kerstening van Clovis in 496 gezien wordt als keerpunt in de geschiedenis.

Geef aan met welke motieven de Engelse missionarissen en Frankische machthebbers samenwerkten in de 8e eeuw.

Noem vijf voorbeelden van syncretisme van Germaanse gebruiken met het christendom.

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Geloof en verstand - Van verzuiling naar pluriformiteit - Nederlandse pluriformiteit

Begrippen: steden en burgers in de lage land…

Nederlands

Samengevat VWO Geschiedenis

Exploring humans an introduction to the phil…

Psychologie & sociologie : basiscursus

sheets

Leren veranderen

Overheidsfinanciën

Hoofdzaken socialezekerheidsrecht

Handboek van het Nederlandse staatsrecht

Van de BV en de NV

Socialezekerheidsrecht