Basisvragen De opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten

16 belangrijke vragen over Basisvragen De opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten

Noem vier vernieuwingen in de landbouw.

Tot de vernieuwingen in de landbouw behoorden:
  • ontginningen van bos en heide
  • droogleggen van (overstroomde) gebieden mbv windmolens
  • verbetering van landbouwwerktuigen als de ploeg en de eg; zo werd de haakploeg vervangen door de keerploeg
  • invoering van het drieslagstelsel

In de Lage Landen ontwikkelde zich, het eerst in Vlaanderen, één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Noem drie oorzaken van deze ontwikkeling.

  • Gunstiger geografische omstandigheden
  • Meer bescherming van landsheren, hoge edelen en geestelijken en stadsbesturen
  • Meer samenwerking tussen steden

In de Lage Landen ontwikkelde zich, het eerst in Vlaanderen, één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Omschrijf de gunstiger geografische omstandigheden.

  • Verschillende bevaarbare rivieren kwamen vanuit het achterland uit de Noordzee en stonden zo in verbindingen met Engeland, Noord- West- en Zuid-Europa en na de Middeleeuwen ook met de rest van de wereld.
  • Havens aan mondingen zoals Antwerpen, Dordrecht en Kampen waren geschikt voor handel naar Engeland en het Oostzeegebied.
  • Er waren gunstige plekken voor handel en verkeer: samenvloeiingen van rivieren, kruispunten tussen land- en waterwegen en de nabijheid van een burcht of een abdij.
  • Landwegen hebben ook de urbanisatie bevorderd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de Lage Landen ontwikkelde zich, het eerst in Vlaanderen, één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Omschrijf de bescherming van landsheren, hoge edelen, geestelijken en stadsbesturen.

Eerder dan elders zag mende Lage Landen en Noord-Italië dat het beschermen en helpen van de buitenlandse handel grote voordelen had: de welvaart groeide erdoor in hun omgeving en daarmee stegen ook hun eigen inkomsten. Zij gingen daarom handelsroutes beschermen, wegen en bruggen verbeteren, zorgen voor een markt- vrede bij jaarmarkten, helpen een einde te maken aan tollen en belastingen die de lagere adel aan de kooplieden oplegde en helpen bij rechtsgeschillen. Ook schoten ze geld voor.

In de Lage Landen ontwikkelde zich, het eerst in Vlaanderen, één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa. Omschrijf de samenwerking tussen steden.

Een aantal Noord-Europese steden ging samenwerken in een onderling handelsverbond, de Hanze. Kooplieden uit die steden hielpen elkaar bij de onderlinge handel en de handel met andere gebieden.

Welke gevolgen had de marktfunctie van de steden?

Doordat in elke stad een jaarmarkt werd gehouden, ontstonden er niet alleen netwerken in elk verzorgingsgebied maar ook tussen de steden onderling.

Welke factoren zorgden voor een constante toestroom van kapitaalkrachtige of kundige burgers?

De stad bood kansen op werk, juridische bescherming, kans op scholing en daardoor meer kansen op de arbeidsmarkt.

Welke maatregelen nam Karel V in het kader van zijn centralisatiepolitiek?

  • Karel benoemde een landvoogd (in de praktijk waren het landvoogdessen: eerst een tante en daarna een zus van Karel). De landvoogd was zijn plaatsvervanger als hij zelf niet in de Nederlanden aanwezig was.
  • Hij stelde drie centrale raden in: de Raad van State, de Raad van Financiën en de Geheime Raad. Deze raden adviseerden hem en zorgden mede voor uitvoering van zijn beleid.

Over welk politiek punt van de centralisatiepolitiek kwamen de Habsburgers in botsing met de steden in de Nederlanden?

Doel van het centralisatiebeleid was het ongedaan maken van de privileges van steden. Deze machtsvergroting botste met de opkomst van de burgerij in steden. De burgerij wilde vrijheidsrechten behouden en vastleggen.

Als gevolg waarvan liep deze botsing uit op een opstand tegen het Spaanse gezag? Noem de twee gevolgen.

  • De Beeldenstorm
  • Her harde optreden van Alva

Beschrijf het gevolg van de Beeldenstorm in een opstand tegen het Spaanse gezag.

In augustus 1566 kwamen kleine groepjes calvinisten openlijk in verzet tegen de katholieke Kerk tijdens de Beeldenstorm.

De Beeldenstorm begon in augustus 1566 in Vlaanderen. Tijdens de Beeldenstorm werden met geweld heiligenbeelden, schilderijen en andere kostbaarheden uit de kerken vernield of verwijderd. Zo werden de kerken 'gezuiverd' van katholiek 'bijgeloof' en geschikt voor de protestantse eredienst. De beeldenstormers vormden slechts kleine groepjes. De grote meerderheid van de katholieke)bevolking keek daarbij passief toe.
De landvoogdes slaagde erin overal de orde te herstellen.

Beschrijf het gevolg van het harde optreden van Alva in een opstand tegen het Spaanse gezag.

Filips II gaf de adel de schuld van de Beeldenstorm en zond de hertog van Alva met een leger naar de Nederlanden (aankomst in1567). Margaretha van Parma nam ontslag en Alva werd landvoogd. Alva stelde een centrale rechtbank in, de Raad van Beroerten. Deze Raad trad hard op en had tot taak degenen die zich met de Beeldenstorm en andere opstandige activiteiten hadden ingelaten, te straffen.

Onder wiens leiding breekt een opstand uit tegen het Spaanse gezag?

Onder leiding van Willem van Oranje verbreidde de Opstand tegen Filips II zich over de Nederlanden.

Welke gevolgen van de Opstand noemt de Historische Context?

  • Door de opstand verloor Antwerpen vanaf 1585 haar stapelmarktfunctie.
  • Veel kapitaalkrachtige inwoners vertrokken naar Holland.
  • De Noordelijke gewesten stichtten de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Wanneer en waardoor ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden?

De gewesten, die zich hadden afgescheiden, zochten samen met Willem van Oranje zonder succes naar een andere vorst. Enkele jaren nadat Willem van Oranje was vermoord door een fanatiek katholiek (1584) besloten de opstandige gewesten in 1588 zonder vorst verder te gaan. Op deze manier ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Op welke wijze organiseerde de Republiek de handel met Azië, Afrika en Amerika?

Voor de handel met andere werelddelen werden twee handelsondernemingen opgericht: de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC, 1602) en de West-Indische Compagnie (WIC, 1621). Deze kregen van de Staten-Generaal het monopolie op de handel op Azië (VOC) en Amerika en West-Afrika (WIC) en tevens soevereine rechten (bestuursbevoegdheden in naam van de Staten-Generaal) in de gebieden ten oosten van kaap de Goede Hoop. De Republiek ontwikkelde zich vanaf de oprichting van de VOC in 1602 tot een handelsgrootmacht met een wereldwijd handelsnetwerk.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo