Samenvatting: Behandeling
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Behandeling
-
1 Hoofdstuk 1-3 Methoden en Technieken
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Shaping (differentiële bekrachtiging)
Ook wel successieve approximatie van doelgedrag- Stapsgewijs nieuw gedrag aanleren
- Gedragingen die het doelgedrag benaderen worden bekrachtigd (approximatie), en gedragingen die er niet op lijken worden genegeerd (uitdoving) -
2 Hoofdstuk 4-6 Methoden en Technieken
Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Leertheoretische opvattingen over angst
1.Klassieke conditionering: Angst ontstaat door bij een neutrale stimulus geassocieerd raken met een emotionele reactie.
2.Operante conditionering: bij het vermijden vd beangstigende situatie blijft de angst weg (beloning). Dus angst blijft bestaan doordat angst prettige gevolgen heeft (positief is sterker dan negatief)
3.Drie fasen model (Rachman) bij het aanleren van angst door:
Fase 1: een traumatische ervaring met de gevreesde stimulus
Fase 2: Modeling/vicarious learning, zien dat anderen bang zijn voor dezelfde stimulus
Fase 3: Van andere horen dat de stimulus gevaarlijk is -
Behandeling klassieke conditionering
- Eerst nogmaals hoe de angst zich heeft ontwikkelt. Vervolgens wat angst is en hoe de behandeling zal verlopen. Langzaam wordt ‘de weg terug’ bewandeld en langzaam in stukjes verminderd de fobie.
- Focus vooral op veranderen van het gedrag (functie)
- Herhaling is van belang, dagboek- en/of registratieformulieren van groot belang.
- Exposure in vivo
- Angstthermometer: schaal v 1-10
- Stappenplan van belang -
Stappenplan van belang (bij behandeling van klassieke conditionering)
1. Opdoen van succeservaringen en een doorbraak van angst.
2. Ontdekken of er wel blootstelling aan de juiste situatie plaatsvindt. Roept de situatie te veel of te weinig angst op?
3. Meer te weten komen over de specifieke aard en inhoud vd angst. -
Intrinsieke beloning en extrinsieke beloning
Intrinsiek: Het nieuwe gedrag zelf is al belonend
Extrinsiek: heeft niets met het nieuwe gedrag te maken (materiele bekrachtigers, activiteiten, privileges. Belangrijk is dat beloning relatief klein moet zijn zodat de teleurstelling (straf) -
Doel SOVA training
Sociale vaardigheidstrainingen zijn er om faalangst, agressief gedrag, en sociale angst te behandelen. Ook cognitieve vaardigheden worden aangeleerd.
In NL specifieke SOVA trainingen voor kids met ASS -
Verklaring sociaal gedrag van ASS
Kids met als vaak onhandig gedrag.
1. Het sociaal onhandige gedrag is bij ASS niet bedoeld om iets in de omgeving te veroorzaken, zoals bij operant gedrag. Gaat om gedrag waarbij kind niet anders weet zich te gedragen (ander gedrag is niet beschikbaar). Het gedrag kan uiteindelijk wel operant/belonend worden
2. Informatieverwerking van ASS kids staat onder druk. kunnen complexe info niet goed verwerken. Selecteren van de juiste prikkels lukt (neuro)biologisch gezien niet. Sociale situaties moeten worden verduidelijkt (positieve consequenties van negatieve gedrag wegnemen, en positieve consequenties van gewenst gedrag toenemen) -
Assesment SOVA training
Tijdens indicatie1. In kaart brengen sociale vaardigheden door te kijken naar sociale situaties (ook ongestructureerd zoals pauze)
2. Contra-indicaties; SOVA training geen zin als kind te angstig is voor groep of andere problemen meer aandacht vragen
3. Oefenmogelijkheden (als kind bijv niet naar school gaat is individuele training handiger
4. Motivatie, lijdensdruk ook besproken. Soms heeft kind geen hulpvraag en wordt er een werkhypothese opgesteld. Wanneer zware contactstoornis vooral motivatie vd. ouders belangrijk -
Algemene kenmerken SOVA training
- 3 fasen: opbouwfase(motiveren, veilige plek creëren) / middenfase (oefenen vaardigheden) / slotfase (individueel niveau oefeningen bepalen)
- Altijd moeite in sociale situaties
- Uiting van problemen in de groep moeten niet al te verschillend zijn (homogene groepen) maar soms heterogene groepen ook effectief
- Training gegeven door gedragstherapeut
- Ouders moeten altijd betrokken worden (vergroten van generaliteit)
- Leerkrachten belangrijke rol bij toepassen van nieuwe vaardigheden
(leerkrachtbijeenkomst kan zelfde inhoud hebben als ouderbijeenkomst) -
Cues en prompts (en fading)
Hints uit de omgeving waar het kind op moet reageren. Kinderen met ASS moeten op cues en prompts worden gewezen, worden geinstrueerd en extra visuele informatie krijgen (omdat ze hints minder goed opvangen)
Fading: de verbale instructie neemt geleidelijk af, zodat alleen een visuele cue voldoende is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden