Basic behavioral principes and procedures - transferring behavior to new settings and making it last: generality of behavioral changes

6 belangrijke vragen over Basic behavioral principes and procedures - transferring behavior to new settings and making it last: generality of behavioral changes

Wat is text-decorationrespons generalisatie en welke 3 kenmerken heeft het?

Als een gedraging waarschijnlijk meer vertoont gaat worden door het bekrachtigen van ander gedrag.

  • Hoe fysiek gelijker twee responses zijn, hoe waarschijnlijker dat er ongeleerde respons generalisatie plaatsvindt.
  • Respons generalisatie kan ook voorkomen in twee totaal verschillende responses, maar met overeenkomstige kenmerken.
  • text-decorationFunctionally equivalent responses: verschillende responsen die dezelfde consequenties hebben.

Welke 2 soorten situaties worden onderscheiden?

  1. De trainingssituatie, waarin gedrag aangeleerd/versterkt wordt.
  2. De doelsituatie, waarin uiteindelijk het aangeleerde gedrag vertoont moet worden (vaak natuurlijke omgeving).

Aandachtspunten bij het aanleren van gedrag dmv operante stimulus generalisatie:

  1. Train in de doelsituatie.
  2. Varieer in de trainingscondities.
  3. Stimuleer ontwikkeling van het gedrag mbv stimuli die zowel in trainings- als in doelsituataie voorkomen.
  4. Train met verschillende stimuli (andere locatie, andere woordkeuze etc.).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Aandachtspunten bij het aanleren van gedrag dmv operante respons generalisatie:

  1. Train met verschillende responsen (één voorwerp benoemen, twee, drie voorwerpen benoemen).
  2. Varieer in welke responsen acceptabel zijn tijdens de training.
  3. Bouw succesmomenten in. bv. als kind nooit instructies volgt; geef eerst instructies die het sowieso volgt.

Aandachtspunten bij het handhaven van operant gedrag:

  1. Zorg dat gedrag in stand gehouden wordt door natuurlijke bekrachtigers.
  2. Verander het gedrag van het kind in de natuurlijke omgeving.
  3. Gebruik af en toe bekrachtiging in de doelsituatie.
  4. Geef het kind/individu de controle.

Aandachtspunten bij generalisatie van operant gedrag:

  • Kies bruikbaar doelgedrag, zodat er natuurlijke bekrachtigers zijn.
  • Gebruik een oefensituatie vergelijkbaar met de doelsituatie.
  • Varieer met de trainingscondities.
  • Varieer met de respons die gegeven wordt in de trainingssituatie.
  • Bouw het aantal bekrachtigers langzam af in de trainingssituatie, tot je overgaat op natuurlijke bekrachtigers.
  • Bij overgang naar nieuwe situatie; tijdelijke toename aantal bekrachtigers.
  • Blijf gedrag in de doelsituatie bekrachtigen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo