Beheer Medicijnen

74 belangrijke vragen over Beheer Medicijnen

Nadelen orale toediening?

  • bij maagdarmproblemen is de opname (dus de dosis) onzeker
  • braken
  • met name antibiotica kunnen de darmflora aantasten

Orale toediening door het voer
Wat is koppelmedicatie?

  • Het verstrekken van diergeneesmiddelen aan een hele koppel dieren, via gemedicineerd voer (diergeneesmiddel zit verwerkt in het voer. Uitsluitend van belang in de praktijk met landbouwhuisdieren).


  • Deze diergeneesmiddelen mogen alleen op attest van de dierenarts via het voer verstrekt worden (veevoederfabrikant mag de middelen dan door het voer vermengen en er vervolgens een korrel of iets dergelijks van persen. Veelal zal een goede menging en een nauwkeurige dosering niet verkregen worden.


LET OP!
Dit zijn dus geen poeders die de dierverzorger over het voer heen strooit.

Wanneer mag een veevoederfabrikant diergeneesmiddelen inkopen en door het voer vermengen?

  • inkopen => alleen als hij daar een vergunning voor heeft
  • mengen door voer => alleen op attest van de dierenarts.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de beperkende voorwaarden voor toediening via het drinkwater?

  • Het middel moet goed oplosbaar in water zijn.
  • Het middel mag geen (grote) smaakveranderingen veroorzaken
  • Het drinkwater zelf moet ook van een zekere kwaliteit zijn (hardheid, mineralen).

Toediening als topdressing: wat houdt dat in?


Middelen die over het voer gestrooid mogen worden: de topdressings. Over het algemeen zijn dit de middelen welke niet geregistreerd zijn als 'geschikt voor gemedicineerd voer', omdat ze bijvoorbeeld het proces in de mengvoederfabriek niet goed doorstaan en daardoor minder werkzaam worden.

Hoe kan je bijvoorbeeld een brakend dier medicijnen toedienen zonder injectietechniek?

Sommige middelen kunnen rectaal toegediend worden. Je spaart dan het gevoelige maagslijmvlies, waardoor het brakende dier toch medicijnen toegediend kan krijgen zonder injectietechniek.

Wat gebeurt er met alle oraal toegediende middelen (dus van de opgesomde tabletten t/m de topdressing?

  • Toediening via de bek
  • Het diergeneesmiddel wordt vervolgens via het slijmvlies van het maagdarmkanaal opgenomen in het bloed en verspreid.
  • Alle stoffen die uit de darm geresorbeerd worden, stromen via het poortadersysteem in de lever.
  • De lever zorgt op dat moment al voor afbraak van een deel van de diergeneesmiddelen (de ontgiftende werking vd lever). Hierdoor verliezen ze al een deel van hun werking.
  • De lever kan de diergeneesmiddelen of metabolieten hiervan via de gal uitscheiden, en zo komt het geneesmiddel weer in de darm terecht en kan eventueel weer opgenomen worden (kringloopeffect, versterkte werking).

Als je een kringloopeffect v/h diergeneesmiddel in het lichaam wilt voorkomen, wat kun je dan het beste doen?

Je kunt dit ondervangen door sommige geneesmiddelen rectaal toe te dienen.


We maken dan gebruik v/h slijmvlies van het rectum (=endeldarm), dat ook zeer goed stoffen resorbeert. We omzeilen zo het poortadersysteem en de afbrekende werking vd lever.

Tevens wordt een gevoelig maagslijmvlies gespaard, waardoor het brakende dier toch medicijn toegediend kan krijgen zonder injectietechniek.

Noem de verschillende plaatsen in het lichaam waar we injecties kunnen toedienen? (afkorting, Latijnse benaming en in het Nederlands)


sc    =  subcutaan                     = onder de huid
id     =  intradermaal                 = in de huid
im    =  intramusculair              = in de spieren
iv      = intraveneus                    = in een ader
ip      = intraperitoneaal            = in de buikholte

Enkel minder gangbare injectieplaatsen
intracardiaal                              = in het hart
intra-arterieel                             = in een slagader
intrathoracaal                            = in de borstholte
epiduraal, sacraal                     = in de holte rond het ruggenmerg ('ruggenprik')

Subcutane injectie waar bij gezelschapsdieren? En waarom juist daar? En geef een alternatieve plek aan.


Onder het nekvel omdat de huid daar soepel is en het dier zich op deze plaats moeilijk kan bijten of krabben.

Een alternatief is achter de elleboog op de borstwand.

Subcutane injectie waar bij het rund?

Onder de huid v/h kossem (= huidflap aan de voorborst bij runderen)

Subcutane injectie waar bij het varken?

In zijkant van de nek vlak achter het oor.

Waarvoor wordt een injectie intradermaal toegepast?

Uitsluitend als diagnosemiddel, nl. voor het aantonen van cellulaire immuniteit.

Waarvoor wordt een intradermaal injectie niet toegepast voor medicijnen?

Omdat in de huid een slechte bloedvoorziening is, zodat de opname vd injectievloeistof zeer langzaam verloopt.

Noem voorbeelden van testen waarbij intradermaal een injectie wordt gegeven?

  • De Mantouxtest => huiddtest voor het aantonen van tuberculose.
  • Allergietest

De zgn. Mantouxtest wordt uitgevoerd bij?

  • bij runderen voor levende export
  • en ook regelmatig bij apen in dierentuinen en proefdiercentra
  • maar ook bij de mens: als kringonderzoek of bevolkingsonderzoek

Bij wie worden allergietesten veelvuldig toegepast?

  • bij honden met allergische huidklachten waarvan de oorzaak moeilijk te achterhalen lijkt;
  • hetzelfde geldt voor de mens.

Wat wordt gebruikt bij een intradermale injectie? En waar let je op bij het toedienen?

  • Je gebruikt een dun, kort naaldje;


Om te beoordelen of je bij een intradermale injectie in de huid spuit en niet eronder, moet je ....

opletten of er een scherp afgetekend bultje in de huid ontstaat tijdens het inspuiten.

Wat is de Intramusculaire injectieplaats bij een paard?

In de borstspier, de halsspier of in de achterhand.

Wat is de Intramusculaire injectieplaats bij een schaap?

De voorborst of dijspier.

Wat is de Intramusculaire injectieplaats bij een varken?

De halsspier of de dijspier.

Wat is de Intramusculaire injectieplaats bij een big?

De binnenzijde vd dijspier.

Wat is de Intramusculaire injectieplaats bij een hond of kat?

Voornamelijk de dijspieren maar ook wel de rug strekkers.

Wat voor voordelen heeft intramusculaire injectie in de rug strekker bij een kat?

  • Minder pijnlijk
  • Snelle resorptie (opname) van het middel
  • Geen zenuwbanen die je kunt beschadigen

Waar let je bij een intramusculaire injectie op, voordat je de spuit leeg duwt?

Spieren zijn goed doorbloed. Daarom moet men vóór het injecteren eerst aspireren (= de zuiger iets terugtrekken) voordat men de spuit leeg duwt. Vanwege deze goede doorbloeding in de spieren wordt de vloeistof bij een intramusculaire injectie goed en snel opgenomen.

Waar vindt de iv-injectie plaats bij een muis en rat?

De staartvene.

Waar vindt de iv-injectie plaats bij een paard, rund en schaap?

De halsvene (vene jugularis)

Waar vindt de iv-injectie plaats bij een varken?

De oorvene.

Intraperitoneale injectie waarbij injectievloeistof in de buikholte (peritoneale holte) wordt gesproken, wordt bij welke dieren veelal toegepast?

  • Kleine laboratoriumdieren (muis, rat, cavia en hamster)
  • maar ook bij de big
  • evenals bij de slang!

Waarom keuze voor intraperitoneale injectie?


Daar de ingespoten vloeistof zich over een groot oppervlak kan verspreiden en de buikholte ruim van bloedvaten en lymfevaten is voorzien, is er een snelle opname van de stof in het bloed.

Wanneer men per abuis toch in organen, zoals darmen, gespoten heeft dan .....

werkt het middel niet. Grote schade zal meestal niet veroorzaakt worden.

Waarom kan bij een intraperioneale injectie vrij veel vloeistof worden toegediend?

Omdat in de buikholte veel ruimte is. Voorkom echter dat de buikwand gespannen gaat staan.

Wat gebeurt bij een pour-on, spot-on toediening?

Het medicijn wordt plaatselijk, lokaal toegediend op de rug of in de nek.
  • Het kan hier blijven op de huid (insectenbestrijdingsmiddelen) => Butox pour-on  , Sput-op  , bij de bestrijding van Blauwtong;
  • Maar het medicijn kan ook met behulp van hulpstoffen door de huid heen dringen en het werkt dan systemisch => voorbeeld: Stronghold  .

De snelheid waarmee een stof wordt opgenomen, wordt bepaald door ..........

  • De toedieningswijze: oraal tegenover intraveneus
  • De farmaceutische vorm: capsule tegenover een waterige oplossing

Wat moet een medicijn bewerkstelligen om een gewenst effect te hebben?

Het medicijn moet in het hele lichaam of in een bepaald weefsel een voldoende hoge concentratie bereiken.

Hoe komt de hoogte vd concentratie tot stand?

De hoogte vd concentratie komt tot stand door het verschil tussen:
  • opname
  • verdeelsnelheid
  • en de snelheid waarmee het medicijn uit het lichaam wordt verwijderd (via de nieren, darmen) of onwerkzaam wordt gemaakt door afbraak/neutralisatie in de lever, of opstapeling in bepaalde weefsels (in vetweefsel)

Als het nodig is dat een medicijn langdurig in het lichaam aanwezig is, hoe kan dat bereikt worden?

  • Door het geven van herhaalde injecties.
  • Ook kan gebruik gemaakt worden van depotpreparaten of een continu-infuus.

Waardoor wordt de dosering en de frequentie van toediening v/e bepaald diergeneesmiddel bepaald?

Door de snelheid waarmee de concentratie in het lichaam afneemt, onder invloed van bovengenoemde mechanismen. De aanwijzingen hiertoe vermeld op de bijsluiter en verpakking dienen dus ten allen tijde aangehouden te worden. M.a.w.: als een middel 2x daags dient te worden ingegeven, volstaat 1x daags dus NIET, ook al vindt de eigenaar dit veel handiger. De werkzame concentratie is dan slechts de helft van de tijd aanwezig, waardoor de ziekte niet afdoende wordt behandeld.

Resistentie kan o.a. optreden tegen ......?

  • antibiotica (bacteriën);
  • anti-ectoparasitica (ectoparasieten zoals vlooien, luizen, mijten etc.);
  • anthelmintica (wormen).

Waar berust de werking van dergelijke middelen (antibiotica, anti-ectoparasitica, anthelmintica) op?

Op een verstoring v/e deel vd stofwisseling vd ziekteverwekker: zoals de eiwitsynthese, de opbouw vd celwand enz.  Voor de bruikbaarheid v/e geneesmiddel is het dus wel noodzakelijk, dat dit middel de stofwisseling v/h micro-organisme verstoort maar niet de celstofwisseling van de patiënt.

Wat is secundaire resistentie (komt steeds vaker voor):

Dat een ziekteverwekker ongevoelig is geworden voor een bepaald geneesmiddel:
  • door veelvuldig gebruik van dit geneesmiddel;
  • of door een te kort geneesmiddelengebruik (dus een kuur niet afmaken!)
  • of wanneer het middel te laag is gedoseerd (onder dosering).

Wat is het gevolg van deze 3 situaties (veelvuldig gebruik, te kort gebruik, te laag gedoseerd) in geval van secundaire resistentie?

De ziekteverwekker raakt ongevoelig voor het medicijn als gevolg van mutaties in het erfelijk materiaal.
Op deze wijze ontstaat dus een nieuwe generatie ziekteverwekkers, welke het betreffende geneesmiddel heeft overwonnen.

Hoe weet je om wat voor spectrum antibioticum het gaat?

Het spectrum staat vermeld in de bijsluiter.

Kan een preparaat ook alleen een bactericide of alleen een bacteriostatische werking hebben?

Ja, een preparaat kan ook door zijn specifieke werking alleen een bactericide of alleen bacteriostatisch zijn. In dat geval zal een verhoging vd dosis dus geen omzetting van bacteriostatisch naar bactericide effect geven.

Wat is de bacteriostatische concentratie?

Zodra het MIC niveau bereikt wordt, begint de remmende werking v/h middel. De bacteriegroei wordt geremd. Deze groei remmende concentratie wordt bacteriostatische concentratie genoemd.

Wat is een bactericide concentratie?

Bij verdere verhoging van de concentratie (de bacteriegroei wordt steeds meer en meer geremd), kan een bacteriedodende werking ontstaan.

Wat blijft bij een behandeling volgens het TDD-principe altijd nog nodig?

Tijdens een behandeling volgens het TDD-principe, zal het immuunsysteem vd patiënt altijd nog voldoende capaciteit moeten hebben om overlevende bacteriën te vernietigen. Dat elke patiënt anders is en omdat grote verschillen bestaan tussen veldstammen van bacteriën, bevat het doseringsadvies een zekere veiligheidsmarge. Vandaar het advies: kuur afmaken.

Wanneer genieten bacteriostatische middelen de voorkeur?

Deze komen in aanmerking voor profylactische behandelingen.

Wat zijn de eigenschappen van fluoroquinolonen?

  • Ze dringen goed door in weefsels, zelfs als deze ontstoken zijn.
  • Ze komen ook in de cel.
  • Hoge concentraties komen in de longen en ook komen ze goed in de darm.

Wat is het veiligste diergeneesmiddel?

Het middel waarvan de bactericide concentratie vele malen lager is dan de toxische concentratie.

Als de bactericide concentratie niet vele malen lager is dan de toxische concentratie, wat dan?

Dan moet tenminste de bacteriostatische concentratie ver van de toxische af liggen. Zo niet, dan wordt het antibioticum als geneesmiddel te gevaarlijk voor de patiënt.

Contra-indicatie dracht
Geneesmiddelen zijn .....................voor de ongeboren vrucht.

Geneesmiddelen zijn potentieel toxisch voor de ongeboren vrucht (teratogeen). Een diergeneesmiddel kan beter niet toegediend worden aan drachtige dieren, vooral niet wanneer er verdenking bestaat dat het middel teratogeen is.

Wanneer kan men wel een diergeneesmiddel aan drachtige dieren toedienen ook al bestaat  de verdenking dat het middel teratogeen is?

Tenzij de voordelen van de therapie opwegen tegen de risico's voor de vrucht.

Ook enkele hormonen kunnen een (vroeg)geboorte opwekken. Noem er 2.

  • corticosteroïden
  • prostaglandines

Bloedspiegel
Wat is vrijwel steeds het transportmiddel voor alle geneesmiddelen na toediening op welke wijze dan ook?

Het bloed.

Wat is van essentieel belang hierbij?

De concentratie van het middel in het bloedplasma is van essentieel belang voor de werkzaamheid ervan. Deze concentratie wordt bloedspiegel genoemd.

D.m.v. diffusie vanuit het bloed, bereikt het geneesmiddel de plaats van bestemming: het verlaat dus de bloedbaan daar waar het nodig is. Omdat diffusie een verplaatsing van een stof van hoge naar lage concentratie is, is het logisch dat de plaatselijke concentratie nooit hoger kan worden dan die in het bloed. Dit geeft het belang aan van een voldoende hoge bloedspiegel.

Door welke factoren wordt de hoogte vd bloedspiegel beïnvloed?

  • De toedieningswijze => bijvoorbeeld: het oraal toedienen v/e middel dat slecht uit de darm geresorbeerd wordt, geeft een lagere concentratie dan een intraveneuze injectie.
  • De afbraaksnelheid door lever of nieren => bijvoorbeeld: bij een gestoorde functie van deze organen, ontstaan te hoge concentraties.
  • De manier van uitscheiden => Bijvoorbeeld: uitscheiding via urine kan in de blaas een hogere concentratie dan in het bloed geven. Een ander voorbeeld: uitscheiding via gal in de darm geeft weer resorptie, dus een hogere concentratie (kringloop).

Er komen situaties voor, waarin zelfs bij een voldoende hoge bloedspiegel toch een slechte werkzaamheid optreedt v/h geneesmiddel. Hoe komt dat?

Dit heeft dan vrijwel altijd te maken met een slechte bereikbaarheid v/h ziekteproces:
  • In geval van een abces is de ontsteking ingekapseld. De bacteriën zijn in dit kapsel onbereikbaar voor antibiotica uit de bloedbaan.
  • De anatomische ligging is slecht bereikbaar vanuit het bloed => bijvoorbeeld gewrichten.

Bij het combineren van geneesmiddelen door gelijktijdige toediening, bestaat de kans dat deze middelen elkaars werking beïnvloeden. Zo kan het ene geneesmiddel de resorptie, de verdeling over de verschillende lichaamsvloeistoffen, de biotransformatie en de uitscheiding, van een ander geneesmiddel veranderen en daardoor indirect de werkingsintensiteit en de werkingsduur beïnvloeden. De beïnvloeding kan ook samenhangen met de verschillende werkingsmechanismen, welke kunnen interfereren (elkaar beïnvloeden).

In het kader van deze geneesmiddeleninteracties kunnen zich 3 situaties voor doen. Welke?

  • Synergisme
  • Antagonisme
  • Additie

Het moge duidelijk zijn dat het van groot belang is om hiervan op de hoogte te zijn. Wanneer vooral?

Vooral op het moment dat een patiënt die al medicatie gebruikt, daarnaast nieuwe medicatie krijgt voorgeschreven. Op de bijsluiter v/d geneesmiddel staat altijd vermeld, wanneer, hoe en waarmee het betreffende middel interfereert (op elkaar inwerken). Let hier dus op!!!


In de humane apotheek controleert het computersysteem geneesmiddeleninteracties. In de veterinaire apotheek doen de mensen dat (dierenarts én assistent).

Welke 4 redenen kunnen er zijn waarom een antibioticum niet werkzaam is tegen een bacterie?

  1. De bacterie is primair ongevoelig
  2. De bacterie is ongevoelig geworden (resistentie)
  3. De dosering is te laag
  4. Het antibioticum bereikt de bacterie niet (Staph.aureus mastitis)

Wat kan met behulp van een ABG worden uitgesloten?

Primaire en secundaire resistentie.

Als het antibioticum toch niet werkt, kan de dosering te laag zijn of de bacterie in het lichaam wordt niet bereikt. Een ABG test dan ook de werkzaamheid in vitro (laboratorium, voedingsbodem) en niet de werkzaamheid in vivo (in het levende dier)

Wat is een vervelende bijkomstigheid van geneesmiddelen?

Het bloed is bij uitstek het transportmiddel voor geneesmiddelen. Deze middelen worden behalve naar de plaats vd aandoening ook gebracht naar plaatsen elders in het lichaam, waar het eigenlijk niet nodig is. Een vervelende eigenschap hiervan is het achterblijven van resten geneesmiddelen overal in het lichaam, zelfs tot enige tijd na het stoppen vd medicatie.

Hoe noemt men het achterblijven van medicijnresten in het lichaam?

Het residu, oftewel restant.
Vanuit de MRL (maximale residu limiet) wordt dan de wachttijd berekend.

Bij wie speelt de residuproblematiek een rol?

Alleen bij toepassing in dieren die voor consumptie bestemd zijn (of hun producten). Dit houdt in dat er beperkingen zijn voor het gebruik van diergeneesmiddelen bij consumptiedieren, met oog op de volksgezondheid.

Gelukkig worden niet alle diergeneesmiddelen die residuen veroorzaken radicaal verboden. Voor de meeste van deze middelen is een wachttijd vastgesteld. Wat houdt een wachttijd in?

Een wachttijd is de tijd die verstrijkt tussen de laatste toediening van een bepaald diergeneesmiddel volgens het toepassingsvoorschrift en het moment waarop het behandelde dier voor het eerst bepaalde producten (vlees, melk of eieren) bestemd voor humane consumptie mag leveren.

Is een wachttijd te herleiden uit een MRL?

Nee niet altijd. In de weefsels rondom de spuitplek kunnen residuen langere tijd achterblijven, waardoor er extreem lange wachttijden voorgeschreven moeten worden. Hierdoor kan het product niet (meer) bij voedselproducerende dieren gebruikt worden (bijvoorbeeld: Benzaprocpen  ).

Spuitplek => welke preparaten geven sterke reacties?

  • ijzerpreparaten
  • en lang werkende preparaten


De residuconcentratie in een dergelijke spuitplek is ook aanzienlijk hoger, dan in de rest v/h lichaam (spieren en organen). Op het slachthuis worden deze plekken verwijderd, zodat ze niet gebruikt worden voor humane consumptie:
  • allereerst vanwege het afwijkende karakter van zo'n stukje vlees/spek
  • maar ook vanwege de hogere residuen

Waarom mogen preparaten zoals ijzerpreparaten en lang werkende preparaten niet ingespoten worden bij consumptiedieren?

Mogen niet ingespoten worden in waardevolle spiermassa's, zoals de bilspier.
Dit vanwege de sterke reacties => spuitplek.

Behalve antibiotica zijn er ook probiotica. Wat zijn dit?

Dit zijn producten met lichaamseigen bacteriën, dus nuttig na het verstoren hiervan door een antibioticumkuur.

Voorbeelden hiervan zijn: Yakult en Actimel, welke nuttige darmbacteriën bevatten. Een gezond lichaam heeft dit echter niet nodig!

Wat is de houdbaarheid van een product (diergeneesmiddel)?

De periode die de fabrikant garandeert dat het product zijn volledige werkzaamheid behoudt.

Wanneer kan de fabrikant deze garantie geven?

De fabrikant kan deze garantie pas geven, als hij houdbaarheidsproeven heeft gedaan met het product in de huidige vorm en verpakking en onder bepaalde omstandigheden.

Met de door de fabrikant aangeleverde houdbaarheidsproeven wordt de houdbaarheidsperiode bepaald, aangevuld met de vermelding vd bewaaromstandigheden.
hieronder volgt een overzicht ter illustratie over verpakkingen en houdbaarheidstermijnen.

Zie overzicht op volgende pagina.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo