Samenvatting: Belangrijke Begrippen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Belangrijke begrippen
-
1 Thema 1 organisatie
-
1.1 Hoofdstuk 1: organisatietheorie
-
Wanneer werd er voor het eerst gekeken psychologisch perspectief op arbeid en gezondheid?
Rond de industriele revolutie.Rond 1900 ontstaan de eerste theorieën op het gebied van organisatie. -
1.1.2 Technisch rationele benadering
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de verschillende organisatietheorieën en stromingen?
- technische-rationele stroming (
TR ) - * Bureaucratie (Weber)
- * Klassieke school
- * Wetenschappelijk management (Taylor, Gillbreth & Gantt)
- sociaal-menselijke stroming (SH)
- * HR-school (Banard --> Hawthorne studies)
- Socio-technische stroming/systeem (ST)
- * Systeemtheorie (Hersey & Blanchard)
- contingentietheorie
- hedendaagse (contemporary) lensen
- technische-rationele stroming (
-
Wanneer ontstonden er meer preciezere regels en procedures in het werk?
In het begin van de 20e eeuw was er een toename van grote organisaties, waardoor bureaucratische vormen van organisaties toenamen. -
Wat zijn de verschillen tussen vroeger en nu irt bureaucratie?
Vroeger --> omgeving stabiel en voorspelbaar : bureaucratie draagt daar aan bij.
Nu --> veel concurrentie, Organisatie is afhankelijk van complexe technologie: afhankelijk van ondersteunende attitudes en het gedrag van Workforce om succesvol te kunnen zijn. Bureaucratie wordt gereduceerd. -
1.1.2.2 Klassieke school
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe worden organisaties volgens 'klassieke school' vaak gezien?
Organisaties worden vaak gezien als machines, met het geloof dat een "goed geoliede machine" een effectieve organisatie is. -
Wat stellen klassieke organisatietheoretici?
Klassieke organisatietheoretici stellen dat managementprincipes een niet-contextuele, technische zaak zijn --> wat betekent dat de principes kunnen worden toegepast bij alle organisaties ongeacht de grootte van de organisatie, de specifieke omgeving, hun uitkomsten of de gebruikte technologie -
Wat stellen Fayol, Urwick, Taylor, Mooney en Follett (klassieke organisatie- en managementtheoretici)?
Dat eenvoudige principes de enige beste manier zijn (one best way) om te managen en te organiseren en het in alle organisaties toepasbaar is (structural universalism). -
1.1.2.3 Scientific management
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wie was de belangrijkste voorstander van Scientific Management?
- Frederick Taylor wordt beschouwd als de belangrijkste voorstander van Scientific Management.
- Hij was een pionier op het gebied van efficiëntie en productiviteit in het arbeidsproces. -
Wat is het werk van Frank Gillbreth?
Wat de eerste die gebruikmaakte van 'time and motion methodologies'. net als Taylor wilde hij onnodige bewegingen bij werktaken verminderen. Volgens Gillbreth zou dit de vermoeidheid van werknemers doen afnemen. -
1.1.3.1 Human relation school
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat stelde Cheste Bernard voor?
Een nieuwe theorie dat beargumenteerde dat organisaties coöperatieve sociale systemen zijn, in plaats van machine-technische structuren. Hij merkte het bestaan op van informele organisaties, van natuurlijke groepen, in tegenstelling tot bestuurlijk ingestelde groepen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden