Samenvatting: Belasting Recht Oefenvragen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van belasting recht oefenvragen
-
1 belastingrecht in Nederland en formeel belastingrecht
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Middels een besluit (resolutie) wordt aangegeven hoe bij een bepaalde situatie het wetsartikel moet worden uitgelegd. Deze resoluties worden opgesteld door:
de staatssecretaris van Financiën -
Mevrouw Roos is het niet eens met de uitspraak op het door haar bij het gerechtshof ingediende beroepschrift. Zij dient nu het beroepschrift in cassatie op te sturen naar:
de Hoge Raad der Nederlanden. -
Welke vier fasen kent de fiscale procesgang?
De bezwaarfase, de beroepsfase voor de rechtbank, de beroepsfase voor het gerechtshof, de cassatiefase voor de Hoge Raad. -
Het is de belastingdienst gebleken dat ondernemer Dorenzel BV geen aangifte voor de loonbelasting heeft gedaan. De belastingdienst zal derhalve de volgende aanslag opleggen:
een naheffingsaanslag (blz. 27 van het boek) -
Welke bewering is niet juist?a. Verzuimboeten zien op het niet (tijdig) doen van een aangifte aanslagbelasting of afdracht belasting dan wel het (gedeeltelijk) niet betalen van belasting.b. Vergrijpboeten worden opgelegd wanneer het aan de belastingplichtige te wijten is dat hij niet, dan wel onjuist of onvolledig aangifte heeft gedaan.c. Bij een belasting bij wege van aanslag vindt de formalisering plaats doordat de belastingplichtige zelf de aangifte doet en de door hem berekende belasting voldoet.
c. Bij een belasting bij wege van aanslag vindt de formalisering plaats doordat de belastingplichtige zelf de aangifte doet en de door hem berekende belasting voldoet. -
Stelling I : in de wet Inkomstenbelasting en de Wet Loonbelastingvinden we Materieel belastingrecht. Stelling II : de AWR bevat voor een belangrijk deel belastingprocesrecht. Welk alternatief is juist?
zowel I als II zijn juist -
Welke uitspraak is niet juist?a. Een aanslag IB geeft de formele belastingschuld aan.b. Particulier A heeft volkomen correct uitgerekend, dat hij over 2019 € 14.679 aan inkomensheffing verschuldigd is: dit is een materiële belastingschuld.c. De eigenaar van een eenmanszaak berekent volkomen correct dat hij € 32.543 aan inkomensheffing over 2019 moet betalen: dit is een formele belastingschuld.(Juiste is dat het een materiele belastingschuld is)
c. De eigenaar van een eenmanszaak berekent volkomen correct dat hij € 32.543 aan inkomensheffing over 2019 moet betalen: dit is een formele belastingschuld.
(Juiste is dat het een materiele belastingschuld is) -
Een winkelier brengt 6% omzetbelasting in rekening aan zijn afnemers. De inspecteur stelt, na controle in het volgende jaar, dat niet 6% maar 21% in rekening had moeten worden gebracht. Het verschil in belasting bedraagt € 12.500. Wat zal de inspecteur in dit geval doen?
De inspecteur zal voor het verschil van € 12.500 een naheffingsaanslag opleggen aan de winkelier -
Welke twee heffingstechnieken kent de AWR? Geef van elk twee voorbeelden.
Aanslagbelasting à inkomstenbelasting (IB) en vennootschapsbelasting (VPB)
Aangiftebelasting à de omzetbelasting (OB) en de loonbelasting (LB) -
2 kennismaking met de inkomstenbelasting
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
De subjectieve belastingplicht voor binnenlandse belastingplichtigen voor de Wet op de inkomstenbelasting ontstaat door:
geboorte in Nederland of het zich in definitief Nederland vestigen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden