Winst uit onderneming - Waardering van vermogensbetstanddelen
6 belangrijke vragen over Winst uit onderneming - Waardering van vermogensbetstanddelen
Wat is het uitgangspunt bij het waarderen van bedrijfsmiddelen en hoe wordt dat gehanteerd?
Bij een gekocht bedrijfsmiddel is de kostprijs de aanschafprijs plus alle bijkomende kosten
Bij een zelfgemaakt bedrijfsmiddel is de kostprijs de voortbrengingskosten. Alle kosten voor materialen en dergelijke die nodig zijn om een bedrijfsmiddel te maken.
Leg uit hoe vorderingen worden gewaardeerd. Wat zijn daarbij de uitgangspunten?
1. Geen of te lage rente: waardering op contante waarde van vordering
2. Twijfel over inbaarheid: afgewaardeerd naar bedrag dat vermoedelijk wel kan worden geind
3. Vordering overgenomen van een derde tegen lager bedrag dan nominale waarde: vordering niet boven kostprijs worden gewaardeerd
4. Vreemde valuta: rekening worden gehouden met waardedalingen van munteenheid. Waardestijgingen mogen worden uitgesteld obv voorzichtigheidsprincipe
Welke wijzen zijn er om voorraad te waarderen en leg deze uit?
2. Lifo/fifo systeem: last in first out: steeds oudste voorraad is aanwezig. Bij stijgende kostprijs is lifo aantrekkelijk want voorraad wordt dan lager gewaardeerd.
First in first out: eerste binnen gekomen wordt als eerste verkocht. Nieuwste voorraad aanwezig. Bij dalende kostprijs is fifo aantrekkelijker den lifo
3. IJzerenvooraadstelsel: vaste normvoorraad aanwezig. Voorraad gewaardeerd op kostprijs ten tijde van vaststellen normvoorraad.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe worden incourante voorraden gewaardeerd?
Leg uit hoe onderhanden werk moet worden gewaardeerd.
Winst wordt voortschrijdend genomen door activeren van toerekenbare kosten en het toerekenbare winstdeel per onderhanden werk. Er mag niet worden gewacht met het nemen van winst tot het werk of de opdracht is afgerond.
Wat houdt een voorziening precies in en wanneer mag deze worden gevormd?
T.l.v. De winst mag al een bedrag worden gereserveerd wanneer de verwachting bestaat dat in de toekomst kosten moeten worden gemaakt die:
1. Hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich in een periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan
2. Met een redelijke mate van zekerheid gemaakt moeten worden
3. Aan de betreffende periode kunnen worden toegerekend.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden