Samenvatting: Belastingrecht 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Belastingrecht 2
-
College 2
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/02/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 3 cumulatieve voorwaarden zijn er o.b.v. Het Baksteenarrest?
- Oorsprongsvoorwaarde (oorsprongseis)
- Behoorlijke kansvoorwaarde (zekerheidseis)
- Goed koopmansgebruikvoorwaarde (toerekeningseis)
- Oorsprongsvoorwaarde (oorsprongseis)
-
Wat is de definitie van de behoorlijke kansvoorwaarde?
Redelijke mate van zekerheid dat die toekomstige uitgaven zich zullen voordoen -
Welke algemene fiscale reserves zijn er (2 stuks)?
- Kostenegalisatiereserve (KER)
- Herinvesteringsreserve (HIR)
- Kostenegalisatiereserve (KER)
-
College 3
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/02/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen een ruisende en een geruisloze inbreng?
Een ruisende inbreng is wanneer een eenmanszaak wordt ondergebracht in een (al dan niet bestaande) BV, en er over de staking van de onderneming (eenmanszaak) fiscaal wordt afgerekend. Een geruisloze inbreng is wanneer er bij het onderbrengen van de eenmanszaak in de BV niet fiscaal wordt afgerekend. -
Wat zijn de 5 standaardvoorwaarden van een geruisloze inbreng?
- De inbreng vormt een onderneming
- Bij vervreemding van aandelen binnen 3 jaar is er een wettelijk vermoeden van overdracht onderneming
- In de plaats treden: doorgaan met
boekwaarden - Alleen
creditering belasting &maximaal 5% afronding van het gestorte kapitaal mogelijk (tot 25K) Verkrijgingsprijs AB-aandelen :- Som fiscale
boekwaarden -/- fiscale reserves, lijfrenten,creditering (geen herwaardering) - Kan negatief zijn
- De inbreng vormt een onderneming
-
Wat zijn de consequenties van een geruisloze inbreng?
- BV i.o.
- Voorovereenkomst registreren bij Belastingdienst
- Winst bij 1e boekjaar (VPB)
- in voor-voorperiode geen toepassing ondernemersfaciliteiten bij inbrenger
- Termijnen
- Terugwerkende kracht voorovereenkomst: maximaal 9 maanden tot begin boekjaar
- BV komt binnen 15 maanden na de aanvang van de voor-voorperiode tot stand, inbreng binnen deze termijn
- BV i.o.
-
College 4
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 19/02/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt fictief aanmerkelijk belang in?
De belastingplichtige kan kiezen voor AB indien hij of zijn rechtsvoorganger een AB heeft gehad, maar het bezit nu niet meer voldoet aan de vereisten van art. 4.6, 4.7 of 4.10 Wet IB 2001. -
De Wet IB geeft aan op welk moment de gerealiseerde voordelen en de kosten moeten worden aangegeven: genietingsmoment. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende 3 categorieën:
- Reguliere voordelen
- Aftrekbare kosten
- Vervreemdingsvoordelen
- Reguliere voordelen
-
Wat is het genietingsmoment van reguliere voordelen?
Wordt belast als het is ontvangen, verrekend, ter beschikking is gesteld of rentedragend is geworden (art. 4.43 Wet IB). Wordt belast als het vorderbaar én inbaar is. Geldt ook als genietingsmoment voor inkomsten in box 1. -
Wat is het genietingsmoment van aftrekbare kosten?
Wanneer ze betaald, verrekend, door de AB-houder ter beschikking zijn gesteld of rentedragend zijn geworden (art. 4.44 Wet IB)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden