Samenvatting: Belastingrecht Voor Bachelors En Masters 2012/2013 | 9789079564538 | Convoy Uitgevers Bv

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Belastingrecht voor bachelors en masters 2012/2013 | 9789079564538 | Convoy Uitgevers Bv

• 3 raamwerk wet ib

• 3.3.1 inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen 65- en 65+ m.b.t. Box I?

  - De 1e en de 2e schijf zijn bij 65+ lager. 
  (1e en 2e schijf verhoogd met volkspremies, in beide gevallen)
  - De overgang van 2e naar 3e schijf is bij 65+ groter  en later.
  - Overgang bij 34055 ipv 33863 maar wel percentage verschil van (42 - 24,05=)17,95%
  - Dit is de Bos-belasting ( overgangsbijdrage) en treft voornamelijk de welvarende 65+'er
  - Om het huidige niveau van de AOW te kunnen handhaven

• 4 box 1 winst uit onderneming

• 4.3 onderneming

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat als een onderneming na aantal jaar pas al onderneming kan worden aangemerkt?

  Wordt de winst vanaf dat moment belast en kunnen verliezen in de aanloopjaren( maximaal 5 jaar) alsnog worden in aanmerking worden genomen. (art 3.10)

• 4.4.2 ondernemerschap

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is het urencriterium geen criterium voor ondernemerschap?

  Omdat het urencriterium alleen een criterium is voor eventuele fiscale faciliteiten. Ondernemerschap is enkel afhankelijk van de criteria in art 3.4 Wet IB

• Winstverdeling tussen partners binnen een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid is mogelijk indien:

  Beide volgens art 3.4 Wet IB kunnen worden aangemerkt als ondernemer en de winstverdeling evenredig is aan de uitvoerende werkzaamheden Beide kunnen dan in aanmerking komen voor fiscale faciliteiten en hierdoor zullen zij minder belastbaar zijn in box I

• 4.4.5 Schuleisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/onderneming

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke twee soorten specifieke schuldeisers zijn er?

  - Schuldvordering die aangemerkt kan worden als EV van de onderneming. Bedrag hoeft niet te worden afgelost
  - Schuldvordering waarvan de vergoeding winstafhankelijk is. 
  Vordering kan hier worden afgewaardeerd als de debiteur is een slechte financiële situatie zit. dat is een verlies voor de schuldeiser

• 4.5 verhouding tussen winst uit onderneming en andere inkomstenbronnen

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wordt er ingehouden bij loondienst?

  Loonheffingen en premies werknemersverzekeringen

• 4.7 basisprincipes fiscale winstbepaling

• Wat zijn de twee eisen waaraan w.u.o aan moet voldoen?

  - Goedkoopmansgebruik
  - Begin balans moet gelijk zijn aan Eindbalans vorige jaar

• Wat houdt het begrip goedkoopmansgebruik in?

  Boekhouding moet gevoerd worden naar algemeen aanvaardbare bedrijfseconomische begrippen
  Winst kan niet willekeurig over de jaren verdeeld worden.
  art 3,25 Wet IB

• Wat zijn de drie beginselen die centraal staan bij goedkoopmansgebruik?

  -Realiteitszin:Winst uiterlijk ten tijde van levering genomen worden, niet op moment van factuur verzending
  -Voorzichtigheids principe; verliezen nemen in het jaar waarop zijn betrekking hebben. (twijfel debiteur)
  -Eenvoud: Praktisch hanteerbaar, kan in strijd zijn met bovenstaande

• 4.8.1 inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.8.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de drie categorieën van vermogensbestanddelen?

  - Verplicht prive vermogen: >90%

  - Verplicht ondernemings vermogen: > 90%

  - Keuze vermogen: Keuze is bindend