Samenvatting: Belastingrecht Voor Bachelors En Masters 2014-2015 | 9789491725401 | M J Bakker
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Belastingrecht voor Bachelors en Masters 2014-2015 | 9789491725401 | M.J. Bakker
-
3.2 Belastingplicht
-
Waar staat het woonplaatsbeginsel?
Artikel 4 awr -
7.2 Forfaitair rendement
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom het forfaitair rendement in box 3, als belastbaar inkomen?
Het budgettaire belang voor de schatkist is slechts 1% à 2%. Het is te veel moeite om het afhankelijk te maken aan lastige berekeningen. -
Hoe wordt het vermogen in Box 3 bepaald?
Op peildatum 1 januari van het te belasten kalenderjaar -
Waar bestaat het heffingsvrij vermogen uit?
- Algemeen heffingsvrij vermogen (art.5.5 Wet IB) €21.139
- Ouderentoeslag (art. 5.6 Wet IB) afhankelijk van Box 1 en AOW
-
7.3 Bezittingen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de roerende zaken in Box 3?
Alle zaken dat volgens Bewijslast voor minstens 70% als belegging fungeert (en niet de privémiddelen)
Bewijslast: bewijs dat iets als belegging fungeert of niet, ligt bij de belastingdienst -
Wat zijn de overige vermogensbestanddelen in Box 3?
dit is een bezemcategorie voor alle rechten - met een bepaalde waarde in de economische verkeer - die niet in andere categorieën van Box 3 vallen.- Vergunningen
- Auteursrechten
- etc.
- Vergunningen
-
7.4 Schulden
-
Wat zijn de schulden in Box 3?
Alle schulden waarvan de rentes niet in Box 1 of 2 is belast met uitzondering van:- Algemene drempel van €2.900 (art. 5.3 lid 3 letters e Wet IB)
- Belastingschulden m.u.v. erfbelastingschulden (art. 5.3 lid 3 letters b, c en d Wet IB)
- Algemene drempel van €2.900 (art. 5.3 lid 3 letters e Wet IB)
-
7.5 Vrijstellingen
-
Waarover geld een vrijstelling in Box 3?
Naast wat er al belast is in Box 1 of 2, het vermogen in- bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen
- artistieke en wetenschappelijke voorwerpen
- rechten op roerende zaken op grond van erfrecht
- overlijdens- en invaliditeitsuitkeringen, contanten en waardebonnen
- kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen
- groene beleggingen
te vinden in afdeling 5.2 en 5.3 van Hoofdstuk 5 van Wet IB -
7.6 Waardering
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.6
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de waarde bepaald van de grondslagen in Box 3?
Op grond van art. 5.19 Wet IB is de uitgangspunt de waarde in het economische verkeer. -
Hoe worden aandelen gewaardeerd in Box 3?
Deze word bij aandelen bepaald door:- Rendementswaarde verwacht rendement tegenover normatief rendement
- Intrinsieke waarde de waarde in de vennootschap aanwezige netto-vermogen (bezit -/- schuld)
- Rentabiliteitswaarde de te verwachten winsten tegenover normatieve rentabiliteit
- Liquiditeitswaarde de waarde van losse activa en passiva (alleen toegestaan als bedrijf binnenkort word geliquideerd)
- Rendementswaarde verwacht rendement tegenover normatief rendement
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden