Venootschapsbelasting - Subjectieve belastingplicht (wie?) - Binnenlandse belastingplicht

7 belangrijke vragen over Venootschapsbelasting - Subjectieve belastingplicht (wie?) - Binnenlandse belastingplicht

Hoe wordt in eerste instantie bepaalt of een lichaam in Nederland is gevestigd?

Waar een lichaam is gevestigd, wordt volgens art. 4 AWR (=Algemene Wet inzake Rijksbelastingen) naar de omstandigheden beoordeeld. De belangrijkste omstandigheid is de plaats waar de feitelijke leiding van het lichaam is gevestigd.

Hoe wordt in tweede instantie bepaalt of een lichaam in Nederland is gevestigd?

Er bestaat een uitzondering op art. 4 AWR en deze staat in art. 2 lid 4 Wet Vpb: Heeft de oprichting van een lichaam plaatsgevonden naar Nederlands recht, dan wordt ..., het lichaam steeds geacht in Nederland te zijn gevestigd.

Waarmee wordt een open cv vergeleken binnen de Wet Vpb?

Volgens art. 2 lid 1 letter a Wet Vpb: naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, open commanditaire vennootschappen en ander vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;.
In een open cv is de toetreding en uittreding van de commanditaire vennoten vrijelijk mogelijk. Het belang dat een commanditaire vennoot heeft, is dan te vergelijken met een aandeel in een nv of bv.


  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe luidt de bepaling met betrekking tot de vermogensetikettering bij lichamen van rechtspersonen?

Art. 2 lid 5 Wet Vpb: De lichamen, ..., worden geacht hun onderneming te drijven met behulp van hun gehele vermogen.

Art. 2 lid 1 letter e Wet Vpb: hiervoor niet genoemde verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien en voor zover zij een onderneming drijven;. Wat wordt bedoeld met: indien en voor zover zij een onderneming drijven?

Met 'indien en voor zover' wordt bedoeld dat de vereniging of stichting slechts belastingplichtig is met dat deel van haar vermogen waarmee ze een onderneming drijft. De problematiek van de vermogensetikettering speelt hier dus wel een rol.

Het begrip onderneming uit de Wet IB wordt uitgebreid in art. 4 Wet Vpb. Waarmee en waarom?

Art 4 Wet Vpb: Onder het drijven van een onderneming, ..., wordt mede verstaan:
a. een uiterlijk daarmee overeenkomende werkzaamheid waardoor in concurrentie wordt getreden met ondernemingen, ... .
b. een werkzaamheid die bestaat uit de verzorging van werknemers ... door middel van uitkeringen ... .

De wet heeft het hier over concurrentie en pensioen, dit om bestaande ondernemingen niet in een nadelige positie te laten komen door verenigingen of stichtingen met dezelfde activiteiten waarbij zij geen belastingdruk kennen.

Wat is een direct overheidslichaam in de context van de Wet Vpb?

Het komt voor dat een overheidslichaam, zoals een gemeente, zelf activiteiten uitvoert die 'ondernemingsachtige' trekjes vertonen. In dat geval is dit overheidslichaam voor dat deel belastingplichtig. Zie art. 2 lid 2 Wet Vpb: Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen de ondernemingen gedreven door de Staat ... .

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo