Samenvatting: Belastingwetgeving
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Belastingwetgeving
-
1 Inleiding in het Belastingrecht
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Andere ontvangsten overheid, naast belastingen zijn
Gasbaten Overheidsdeelnemingen zoals ABNAMRO Ontvangsten van premies volksverzekeringen
Belastingen LB, IB en OB zijn 40% van de totale inkomsten. -
Budgettaire functie van belastingen
De overheid heeft geld nodig om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Uitgaven aan ambtenaren maar daarnaast brandweer, aanleg wegen, subsidies, uitkeringen. -
Instrumentele functie van belastingen
D.m.v. belastingen het gedrag van burgers te beïnvloeden. Subsidie, accijns, investeringsaftrek. -
Uitvoeringsbesluit / Algemene maatregel van bestuur (AMVB)
Hiermee geeft de wet in formele zin toestemming om wetgeving nader uit te werken in een apart besluit of regeling in het geval een snelle aanpassing nodig is. Bij het belastingrecht wordt deze door de minister van Financiën opgesteld. Deze hoeft dan niet langs de tweede en eerste kamer. Is dus sneller. -
ABBB = Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Regelen de manier waarop de overheid zich moet gedragen.
Gelijkheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel zijn voorbeelden. -
Directe en indirecte belastingen
Direct: de wetgever beoogt dat degene die de belasting aan de overheid moet betalen ook degene is die deze zal dragen.
Indirect: bijv. OB, deze wordt geheven van ondernemers en doorberekend aan de afnemers. -
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Je bent in NL gevestigd volgens de BD als
De feitelijke omstandigheden dat uitmaken. Vestiging adres, verblijfplaats, sociale leven, waar worden de verlofdagen doorgebracht, inschrijving bevolkingsregister. -
De plicht om belasting te betalen ontstaat op het moment...
... dat er een aanslag (voorlopig of definitief) is opgelegd. -
Wanneer kan een inspecteur een navordering doen?
- Als hij een
nieuw feit kan aanvoeren.
Dit was eerder niet bekend en kon toen niet worden meegenomen. - als een voorlopige aanslag, voorheffing of een voorlopige teruggaaf
ten onrechte of tot eenonjuist bedrag is verrekend. - als partners
geen verdeling maken van de inkomensbestanddelen of eenonjuiste verdeling maken - als ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte
achterwege isgebleven of tot eente laag bedrag is vastgesteld en dit bij de belastingplichtigeredelijkerwijs kenbaar moet zijn. - In geval van fraude, als de belastingplichtige te kwader trouw is.
- Als hij een
-
Wat is te kwader trouw?
- De belastingplichtige is zich
bewust dat hij eenonjuiste aangifte heeft gedaan - De belastingplichtige heeft
bewust juiste informatie achtergehouden die voor de aanslagregeling van belang was - De belastingplichtige heeft
opzettelijk onjuiste informatie verstrekt
Hierbij geldt de 5-jaren termijn ook. Indien niet ontdekt geen navordering. - De belastingplichtige is zich
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden