Beleid II

26 belangrijke vragen over Beleid II

Kwaliteit uitvoering en beleid scheiden (Pressman & Wildavsky)

1. No problem = als de beslissing en de uitvoering alle twee goed zijn, dan is er geen probleem
2. Control problem = als de beslissing goed, maar uitvoering slecht, dan ligt het probleem bij controle 3. Policy problem = als de uitvoering goed is, maar de beslissing slecht, dan kan de uitvoerder daar niks aan doen en ligt het probleem bij het beleid
4. No problem = wanneer beiden slecht zijn, dan kun je alleen maar tevreden zijn dat de slechte beslissingen opgeheven worden door slechte uitvoering

Wat maakt volgens Lipsky het werk van frontlijnambtenaren complex?

  1. onvoldoende middelen (hoeveelheid ambtenaren, tijd, training, geld)
  2. vraag overtreft aanbod (vraag compenseert voor overaanbod, vraag kan onvoorspelbaar groeien, kosten effectieve service zijn vaak niet realiseerbaar, workload terugdringen is moeilijk)
  3. ambiguïteit organisatiedoelen (klant doel vs maatschappelijk doel doel persoon, doel van beleid, klant doel vs organistorische doelen doel persoon, waarden organisatie, organisatorisch vs. maatschappelijke doelen doelverschuiving)
  4. het doelbereik is moeilijk te meten (teveel en vage doelen die moeilijk en kostbaar om te meten zijn, frontlijnambtenaren functioneren aanzienlijk zelfstandig)
  5. onvrijwilligheid van de klant (klanten kunnen maar bij 1 organisatie terecht, dwang onder druk van staf, gevolg is niet noodzakelijke commitment).

Hoe accommoderen frontlijnambtenaren complexiteit?

Kagan
Lipsky
Maynard-Moody en Musheno
Vier modellen (culturen)
Psychologisch (coping with)
De praktijk, belang karakter cliënten
Judicial Mode
Legalism
Unauthorizes Discretion
Retreatism
Routines en rantsoenering
Verlagen eigen verwachtingen baan en doelrealisatie
Aanpassen beeld van client
Volgen van standaardprocedures
Geven van exceptionele hulp
Geven van extra hulp waar mogelijk
Tegenwerken
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de modellen van Kagan?

  1. gerechtelijke modus (nadruk op navolging regels en doelrealisatie)
  2. legalistische modus  (nadruk op navolging regels, niet op doelrealisatie)
  3. modus van onbevoegde discretie (geen nadruk op navolging regels, wel op doelrealisatie)
  4. terugtrekkende modus (geen nadruk op navolging regels, niet op doelrealisatie)

Wat zijn de modellen van Moody en Musheno?

State agent en citizen agent perspectief

Bovens en Zouridis: Street/Screen/System


Street-level
Screen-level
System-level
Rol van ICT
Ondersteunend
Leidend
Beslisvaardig
Functies van ICT
Data registratie
Assessment van cases en virtuele lopende band
Uitvoering, controle en externe communicatie
Menselijke bemoeienis individuele gevallen
Compleet
Deels
Geen
Organisationele ruggegraat
Case managers
Productie managers
Systeemontwikkelaars
Organisationele grenzen
Strikt, zeker naar andere organisatie
Strikt, zowel binnen als buiten de organisatie
Fluïde, zowel binnen als buiten de organisatie
Legaal regime
Open, veel discretie, eenduidig legaal framework
Gedetailleerd, weinig discretie, eenduidig legaal framework
Gedetailleerd, geen executieve discretie, uitwisseling tussen legale domeinen

Wat zijn de drie typen medewerken in een system level bureaucracy?

1. Medewerkers die actief zijn in het verwerken van data.
2. Management en mensen die het productieproces controleren.
3. “Interfaces” tussen burgers en het systeem, zoals bijvoorbeeld helpdeskmedewerkers.

Onbedoelde gevolgen van purposive social action (Merton)


- Handelingen zijn individueel van aard, maar kunne zowel georganiseerd als niet-georganiseerd zijn (Merton kijkt naar het 1ste)
- Purposive = action that involves motives. Keuze tussen alternatieven van doelgericht handelen
- Gevolgen zijn van toepassing op (van micro tot macro):
* De persoon die de handeling zelf stelt
* De sociale structuur (interpersoonlijke verhoudingen)
* De cultuur
* De samenleving in het algemeen
* Onbedoeld is niet noodzakelijk slecht, maar wel steeds anders dan het oorspronkelijke doel
* Twee methodologische problemen bepalen gevolgen: causale mechanismen en ex post evaluatie (inclusief rationaliseren van resultaten)

Wat zijn de drie manieren van organiseren (Powell, 1990)?

- Hierarchie: formele autoriteit (direct uitgeoefend door de Staat)
- De markt: competitie en keuze (het prijsmechanisme en contracten)
- Het netwerk: informeel contact en wederzijds vertrouwen (normen van reciprociteit)

Wat zijn de managementuitdagingen van verschillende benaderingen?

Reacties op uitdagingen
Efficiëntie
Verantwoording
Billijkheid
Traditionele bestuurskunde
Complexe taken in stukjes knippen en staf motiveren om procedures te volgen
Competitieve verkiezingen kunnen leiders leveren die sturen en controleren
Alle vergelijkbare zaken moeten op dezelfde manier behandelt worden
NPM
Bepalen van pittige targets die de organisatie moet behalen
Politici stellen publieke delen en targets vast en houden managers verantwoordelijk voor levering
Bied een responsief framework voor gebruikers en stelt targets vast om eerlijke toegang tot diensten waar te borgen
PVM
Continue check of de activiteit klopt met de bedoeling
Door doelstellingen en overzicht in samenspraak vastgesteld
Door het ontwikkelen van individuele capaciteit zodat rechten en verantwoordelijkheden gerealiseerd worden

Wat zijn de verschillende management dillemma's van de benaderingen?

Dilemma’s
Traditionele bestuurskunde
NPM
PVM
Democratie toe-eigenen
“Ja, minister”-syndroom
Managements jaagt achter targets aan, niet politieke vraag; politieke controle is lastig; burger word gereduceerd tot klant
Managers die aan politiek doen kan burgers en politici aan de kant schuiven; limieten aan de mate waarin politiek bestuurd kan worden
Management ondermijnen
De bureaucratie word gepolitiseerd
Professioneel oordeel word ondermijnd
Aanmoediging om shoptalk te doen en minder actie-georiënteerd te zijn
Sleutel beveiliging
Conventies en grondwet
Hoe alert is politiek leiderschap?
Good practices en stakeholder review

Wat is de belofte van een netwerksamenleving?

- Flexibele aanpak van complexe beleidsproblemen die de expertise en capaciteiten van verschillende organisatie kan bundelen (efficiëntie, effectiviteit)
- En daarnaast ook nog eens zorgt voor de betrokkenheid en vertegenwoordiging van verschillende belangen die spelen rond een beleidsprobleem (legitimiteit, draagvlak)

Wat zijn de uitdagingen van een netwerksamenleving?

- Geen formele autoriteit om dingen gedaan te krijgen, we moeten het met elkaar eens zijn voor we iets gaan doen
- Oneindig veel overleggen, machtige partners kunnen dwarsliggen (eigenbelang eerst?)
- Bij elke schakel in de keten is er kans voor ruis op de lijn, dus dat het beleid er anders uitkomt te zien dan bedoeld (hoe groter het netwerk?)
- Hoe krijg je de neuzen dezelfde kant op?
- Niet iedereen zal even betrokken zijn
- Botsende organisatieculturen
- Samenwerken betekent een verlies van autonomie
- Kost tijd en energie voor betrokkenen
- Wie houdt wie, waarvoor verantwoordelijk?

Wat zijn de drie oplossingsrichtingen voor de effectiviteit van netwerk uitkomsten?

1. Het bestuur/de mode of governance van het netwerk (Provan & Kenis, 2008)
2. De structuur van informele interactie (netwerkstructuur)
3. De noodzaak van netwerkmanagement (Agranoff & McGuire)

Oplossing 3 De noodzaak van netwerkmanagement (Agranoff)

Managen van netwerken: activeren, framen, mobiliseren, synthetizeren (niet inhoudelijk)
Managen in netwerken: bronnen veiligstellen, onzekerheid verminderen, belangen behartigen en organisatie legitimeren (wel inhoudelijk)
Collectieve netwerkbelang versus het nauwere organisatiebelang van deelnemende organisaties is belangrijk.

Transnationale netwerken (Stone)

Globale beleidsprocessen vielen samen met de opkomst van overheden, internationale organisaties en niet-overheidsactoren die reageerden op drie soorten beleidsproblemen:
- Grensoverschrijdende problemen (bijv. drugshandel)
- Common property problemen (bijv. oceanen)
- Problemen die gelijktijdig zijn (verschillende naties die dezelfde problemen hebben, bijv. klimaatverandering).

Wat is de globale agora?

Global Agora is de internationale publieke ruimte van beleidsvorming en administratie, waar autoriteit meer diffuus is, besluitvorming verspreid en soevereiniteit vaag.

Wat is de beleidscyclus van transnationale netwerken?

· Probleemdefinitie en agendasetting ▪ Staat open voor input en verstoring van meer actoren
· Formele besluitvorming ▪ Policy transfer is wat er voornamelijk gebeurt: kennis over beleid aanwezig op een moment, wordt op een ander moment in beleid gebruikt en gestopt
· Beleidsimplementatie ▪ Implementatie is afhankelijk van samenwerking en nationale overheden die zich gedragen als internationale burgers • Vaak in een horizontaal intergouvernementeel netwerk
· Monitoren en evalueren ▪ Komt meestal van verschillende bronnen en vaak zoveel dat niet alles verwerkt kan worden.

Wat doen internationale netwerken van toezichthouders?

Uitwisselen van informatie
Formuleren van toezichtstandaarden en Handhaving/implementatie van deze standaarden
Decentrale implementatie
Onderkennen van standaarden, omzetting in nationale regelgeving

Wat zijn problemen bij de (Decentrale) Implementatie van internationale standaarden?

· Wat ontbreekt? De formele autoriteit om iets gedaan te krijgen
· Deelname aan netwerken is (vaak) vrijwillig, net als het meedoen aan/implementeren van standaarden

Wat bepaalt het succes van implementatie in internationale netwerken?

Implementatie volgt de lijnen van het netwerk

· Als mijn vrienden/netwerkconnecties implementeren, implementeer ik ook
· Kracht van socialisatie in een netwerk?
· Groepsdruk, je kan niet achterblijven. Werkt ook zo voor partijen in een netwerken

Beleidsimplementatie en netwerksamenwerking – drie opties

1. Door het bundelen van kennis en expertise staan netwerken de publieke sector toe om complexe beleidsproblemen te tackelen en publieke dienstverlening (IOSCU MMoU)
2. Door het gebrek aan formele autoriteit gebeurt er (buiten vergaderen en koffiedrinken) eigenlijk helemaal niks (witwassen en China)
3. Door het gebrek aan transparantie en verantwoording binnen netwerken weten machtige partijen in het netwerk de beleidsuitkomsten in de implementatiefase alsnog hun kant op te krijgen (US SEC en Insider Trading)

Wat zijn de drie implicaties van machtsafhankelijkheid in governance (Stoker)?

(a) Organisaties zijn afhankelijk van andere organisaties
(b) Om doelen te behalen moeten organisaties middelen uitwisselen en doelen bepalen
(c ) De uitkomst van deze uitwisseling word niet alleen bepaald door de middelen die er zijn, maar ook door de regels van het spel en de context van de uitwisseling.

Wat is de VUCA wereld (van der Wal)?

· Volatility ▪ Onverwachte gebeurtenissen die bestaande normen en systemen ontwrichten
· Uncertainty ▪ Gebeurtenissen met onduidelijke korte- en middellange termijngevolgen
· Complexity ▪ Gebeurtenissen en issues met lastig te duiden eigenschappen en relaties –
· Ambiguity ▪ Gebeurtenissen en issues gekenmerkt door betwiste, verborgen en inconsistente informatie

Wat zijn de opgaven  (VUCA + kerntrends van der Wal)

· Stakeholdermeervoudigheid
· Autoriteitsturbulentie
· Nieuw typen werkvormen en werknemers
· Innovatiedruk
· Morele complexiteit
· Lange versus korte termijn respons
· Sector overschrijdende samenwerking

Wat zijn de vier vormen van data-gedreven innovatie?

1. Co-creation-based innovation
2. Crowdsourcing-based innovation
3. Service innovation
4. Policymaking innovation
- De eerste twee hebben een hoog niveau van participatie en een extern component omdat informatie wordt verzameld buiten de overheid.
- De derde is meer indirect beïnvloed, omdat privébedrijven informatie verzamelen
- De laatste is het idee dat de overheid de data kan gebruiken om modellen te maken voor toekomstige beleidsimplicaties en voor het onderbouwen van potentiële beleidsbesluiten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo