Interactieve beleidsconstructie II
7 belangrijke vragen over Interactieve beleidsconstructie II
Wat is het kenmerk van de Nederlandse methode?
In contact treden met krachtige, goed georganiseerde belangengroepen (ANWB, VNO-NCW, FNV, boerenorganisatie, artsenorganisatie).
Nu wat negatief: ouderwets, traag, moeizaam, kleine stapjes.
Maar ook: er komt in ieder geval iets uit.
Resultaat van polderen: dat je akkoorden sluit.
Wat is typisch voor Nederland (en gebeurt nergens anders)?
Waarom? Als zij ja zeggen, dan heb je al draagvlak.
In een sociaal akkoord kunnen dus dingen worden afgesproken die ertoe leiden dat het regeerakkoord wordt aangepast (ook weer: ondenkbaar in andere landen).
Wat is typisch voor de Nederlandse politiek?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Polderen kent diverse vormen. In welke categorieen kun je deze indelen?
- met wie?
- hoe vaak?
- hoe?
Wat zijn de redenen om te polderen?
netwerk (onderlinge afhankelijkheden vergen procesmanagement)
Geef een voorbeeld van permanent en ad hoc overleg
Ad-hoc overleg: er is ergens een probleem, je haalt partners erbij en als het beleidsplan is gevormd is het overleg niet meer nodig
In welke 5 rollen kan de overheid polderen?
- als participant: onderhandelende deelnemer, gericht op eigen inhoudelijke belang & inbreng
- als regisseur: onpartijdige initiator & stimulator, gericht op tot stand brengen en voortgang van interactie
- als facilitator: onpartijdige organisator & begeleiding, gericht op sfeer en verloop van processen
- als mediator: onpartijdige vredestichter & bemiddelaar, gericht op conflictbeslechting en compromisvorming
- als souffleur: (onpartijdige?) stimulator & organisator op de achtergrond, gericht op tot stand brengen en onderhoud van interactienetwerken
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden