Samenvatting: Bellie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bellie

• 1 Week 1

• 1.1 PowerPoint week 1

  Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Grondslag voor inzet 'lichte' onderzoeksmethodes

  De HR heeft in ECLI:NL:HR:2017:725 dit als grondslag benoemd voor het handelen: de politie is ook in gevallen waarin nog niet een verdenking bestaat als bedoeld in artikel 27 Sv, bevoegd tot handelen overeenkomstig de haar in artikel 3 Politiewet 2012 opgedragen taak.
  - Let op: verschil opsporingsbevoegdheden en opsporingsmethoden (HR Zwolsman)

• Noem voorbeelden van lichte onderzoeksmethodes (art. 3 Politiewet)

  Toezicht openbare ruimte (toezicht/surveillance), warmtebeeldkijker, maar ook (korte) observatie naar aanleiding van een tip.

• Verificatie anonieme tip

  Gezien definitie opsporing, wezenlijk sprake van overlap met art. 141 Sv (art. 12 Politiewet).

• Wat als een methode meer dan geringe inbreuk maakt op grondrechten (of de methode zeer risicovol is)?

  Dan heb je een specifieke bevoegdheidsbepaling nodig. 
  - Het maakt een grote inbreuk op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM). 

• Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van art. 8 EVRM, dan voor zover bij de wet is voorzien, HvJEU?

  1. Inmenging eist 'een' grondslag in nationale recht
  2. Dat recht moet 'toegankelijk' zijn 
  3. Inbreuk moet 'voorzienbaar' zijn: belang normering (vooraf) en kwaliteitseisen wetgeving. 
  Des te ingrijpender de (mogelijke) inbeuk op de privacy, des te specifieker de regeling van de inbreuk behoort te zijn (waarborgen). 

• Materiële invulling 'meer dan beperkte inbreuk privacy'? Wetvoorstel nieuwe Sv?

  - Indien de methode i.v.m. wijze waarop die is ingezet ‘geschikt is om een min of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de betrokkene.’ 
  - MvT wetsvoorstel Nieuw WvSv: "Het is dus niet relevant of een groot deel van iemands privéleven in beeld komt. Het gaat erom dat een bepaald deel min of meer volledig in beeld komt (een bepaalde rol die iemand heeft in het sociale leven, bijvoorbeeld zijn rol als vader, leraar of kroegbezoeker)”

• Bodycams, grondslag (toezicht)

  Art. 3 Politiewet, een vorm van observatie.

• Bodycams (opsporing), bewijs in strafzaak

  Bodycam-opnamen kunnen als bewijs gebruikt worden in een strafzaak als de OvJ ze als processtuk opneemt in het procesdossier." De rechter kan dan desgewenst op ‘eigen waarneming’ kennisnemen van de inhoud (artikelen 339 en
  340 Sv) en overtuigd raken van het feit dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.

• Bodycams van de politie, bewijs in strafzaak

  Wanneer bodycam-opnamen van de politie als (aanvullend) bewijs worden gebruikt, kan de rechtmatigheid daarvan worden betwist. Zo zal de rechter dan bijvoorbeeld toetsen of de inzet van de bodycam rechtmatig was (materiaal rechtmatig verkregen is), of de integriteit van het materiaal ondubbelzinnig kan worden vastgesteld en of alle bewerkingen traceerbaar zijn. Een behoorlijke verslaglegging van de observaties is dan cruciaal. Als blijkt dat de opnamen er niet meer zijn (onvindbaar of vernietigd), is dit een onherstelbaar vormverzuim (art. 359a Sv).
  - Geconstateerd in een uitspraak, leiden tot strafvermindering of niet-ontvankelijkheid van het OM.

• Waarom heeft beeldmateriaal een andere bewijskracht dan een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal?

  Eén proces-verbaal is immers al voldoende om een zaak rond te
  krijgen, mits het gaat om een proces-verbaal waarin de opsporingsambtenaar zijn eigen waarnemingen relateert (artikelen 152, 153 Sv en artikel 344 lid 2 Sv). Als het proces verbaal niet voldoet aan de wettelijke vorm, heeft het slechts de bewijskracht als ‘ander geschrift’ (artikel 344 lid 1 onder 5 Sv).”