Gegevens verwerken verdelingen beschrijven - De frequentieverdeling

25 belangrijke vragen over Gegevens verwerken verdelingen beschrijven - De frequentieverdeling

Noem een aantal manieren van samenvatten van gegevens.

1. Frequentieverdeling
2. Centrummaten
3. Spreidingsmaten
4. Scheefheid
5. Botplox

Wanneer een variabele veel meetwaarden kent, kan het handig zijn een aantal meetwaarden samen te trekken in ...

klassen.

Wanneer aan een variabele veel meetwaarden kent en deze meetwaarden worden samengetrokken in klassen, dan moet je je voor de klassenindelingen aan een aantal regels houden. Welke drie regels zijn dit?

- de klassen moeten elkaar uitsluiten (elk object moet in slechts 1 klasse passen, er mag geen overlap zijn).
- samen alle mogelijke waarden beslaan.
- bij voorkeur even breed zijn (voor de eerste en de laatste klasse geldt de regel meestal niet, bv. jonger dan 20 jaar, en verder geldt een breedte van 10 jaar).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij het samenvatten maakt men vaak eerst een frequentieverdeling.
Wat geeft een frequentieverdeling weer?

mate waarin de verschillende meetwaarden bij de onderzochte objecten voorkomen.

Noem 5 begrippen/middelen om gegevens samenvattend te beschrijven.

- frequentieverdeling (absoluut/relatief, gewoon/cumulatief)
- centrummaten (centrale tendentie)
- spreidingsmaten
- scheefheid
- boxplot (centrum en spreiding gecombineerd)

Noem de verschillende manieren om frequentieverdelingen te presenteren.

- frequentietabellen (getallen)
- tekeningen (oppassen voor onnodige 3D), zoals staafdiagram, histogram, stapel-/reepdiagram of cirkel-/taart-/sectordiagram
- grafieken, frequentiepolygoon en frequentiecurve
- percentuele (en kwartielen)

Wat is de absolute frequentie?

frequentie uitgedrukt in aantallen

Wat is de cumulatieve frequentie?

Frequentie van de betreffende meetwaarden plus die van allen lagere meetwaarden.
(opgetelde waarde).

de cumulatieve frequentie kan zowel absoluut als relatief worden uitgedrukt.

Bijv.:  aantal buitenlandse reizen studenten in 2008:

           Frequentie              Cumulatieve frequentie
       Absoluut     relatief       absoluut      relatief
0            68         13,6%              68             13,6%
1           285          57%               353             70,6%
2           109         21,8%             462             92,4%
3             36
4               0
5               2
-----------------
Totaal   500          

68/500% = 13,6%   

cumulatieve frequentie is 68 + 285 = 353 (353/500% = 70,6%)

Noem een aantal visuele weergaven van een frequentietabel.

1. Tekeningen:
- Staafdiagram
- Histogram
- taartdiagram(ook wel cirkel of sectordiagram) of stapeldiagram
(stapeldiagram horizontaal getekend= reepdiagram)

2. Grafieken:
- frequentiepolygoon      
- frequentiecurve

3. Percentielen en kwartielen

Wat is een histogram?
bij welke meetwaarde wordt een histogram gebruikt?

de gescheiden staven van een staafdiagram worden tegen elkaar aan gezet.
Deze gebruik je als er zinvolle berekeningen zijn uit te voeren.

Als het gaat om kwantitatieve variabele, en dus op interval niveau gemeten kan worden kan een histogram worden gemaakt.

Wat is een cirkel- taartdiagram?

geeft het totaal van een of andere grootheid (meestal frequentie) weer, terwijl de cirkelsegmenten het aandeel daaraan per meetwaarde representeren.

Wat is een (frequentie) polygoon?

hoekige lijn/grafiek. (meestal van een frequentie)

Bijzondere percentielen zijn kwartielen. Hoe worden kwartielen uitgedrukt?

P25 = Q1
P50 = Q2
P75 = Q3

Deze verdelen de gegevens in 4 even grote porties.

Wat is cumulatieve frequentie?

De cumulatieve (=opgetelde) frequentie is de frequentie van de meetwaarden tot en met de genoemde waarde Zo is er te zien dat 462 studenten 2 of minder reizen maakte. En je ziet dat de overige 38 studenten 3 of meer reizen maakte. Het kan dus zoveel een absolute als relatieve frequentie zijn.

Er zijn verschillende soorten frequenties, welke en wat houden deze in?

- absolute frequentie, het aantal objecten per meetwaarde.
- relatieve frequentie (oftewel proportie/fractie), geeft het aantal keren weer dat een meetwaarde voorkomt, gerelateerd aan het totaal aantal waarnemingen. Wordt meestal in % uitgedrukt.
- cumulatieve (=opgetelde) frequentie, geeft de frequentie weer van meetwaarden t/m de genoemde waarde.

Als een variabele heel veel meetwaarden heeft is het onhandig om per waarde aan te geven hoe vaak deze voorkomt. Dan kun je klassen maken. Regels hiervoor:

  1. Klassen moeten elkaar uitsluiten(dus niet 5-10, 10-15)
  2. Klassen moeten gezamenlijk alle mogelijke waarden beslaan
  3. Klassen moeten bij voorkeur even breed zijn. De 1e en laatste klasse zijn hierop een uitzondering

Als een variabele veel meetwaarden heeft, is het lastig een complete frequentieverdeling weer te geven. Wat kun je doen om toch een overzichtelijke frequentieverdeling te maken?

Je kunt een aantal meetwaarden samentrekken tot klassen. Bv. jaarinkomen, een klasse maken met een breedte van duizend euro, zodat er een inkomensklasse ontstaat.

Wie een 'plaatje' overzichtelijker vindt dan een tabel, kan een ... maken.

staafdiagram

Als het bij een histogram gaat om een kwantitatieve variabele, en er op ten minste ... is gemeten, kan van een frequentieverdeling een histogram worden gemaakt.

intervalniveau

Wanneer niet alle klassen even breed zijn, ontstaat er een probleem bij het histogram. Stel dat je een aantal klassen wilt samentrekken waarin zich weinig objecten bevinden. Dan leidt dat tot een nieuwe tabel met ... frequenties.

relatieve

Bij een histogram met relatieve frequenties, moet je de frequentie van de samengetrokken categorieën als het ware ...

'middelen'

Waar staat polygoon voor in het Grieks?

Veelhoek.

Wanneer gebruikt men een hoekige frequentiepolygoon en wanneer gebruikt men een vloeiende lijn?

Een hoekige frequentiepolygoon wordt gebruikt als een redelijk groot aantal gegevens in een histogram is weergegeven en de vloeiende lijn wordt gebruikt als het om veel meetwaarden en veel objecten tegelijk gaat, bv. bij de leeftijdsopbouw van een grote groep rekruten.

Wat is een groot verschil tussen een frequentiepolygoon en een frequentiecurve?

Dat bij een frequentiecurve de frequenties niet meer bij de verticale as staan. Deze zijn namelijk niet meer af te lezen ivm de curve.

Hoe kan je de oppervlakte van een histogram aflezen hoeveel procent iets van het totaal is?

Je kan aan het oppervlak onder een frequentiehistogram aflezen hoeveel procent van het totaal dit is. Bv de staven 19 jaar en 20 jaar beslaan samen 30% van het gehele frequentiehistogram: 30% van de mensen is 19 of 20 jaar. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo