Samenvatting: Beschaafd Vertier

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Beschaafd vertier

• 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 8. Wanneer kwam dit stelsel van standsverschillen onder hoogspanning te staan?

  8. In tweede helft van de 19e eeuw

• 6. Waar bestond de deftige burgerij uit?

  6. Op basis van socio-professionele criteria omvatte zij families van hofdignitarissen, diplomaten, politici, ambtenaren, officieren, vrije beroepsbeoefenaars, advocaten, artsen, renteniers.

• 5. Welke groep was binnen die burgerij te identificeren?

  5. Een sociale groep die als deftige burgerij kan worden aangeduid. Zij positioneerden zich boven de winkeliers, handelaars, middenstand of burgers.

• 3. Wat is een bekend Haags cliché?

  3. Dat zelfs het Haags straatpubliek van uitgesproken standsbesef getuigde.

• 1. Wanneer ondergingen Nederlandse steden veranderingen?

  1. 1850-1890

• 4. Rond midden 19e eeuw kende Den Haag stabiele standenmaatschappij. Hoe onderscheidde de Haagse Burgerij zich?

  4. Op grond van beroep, inkomen en levensstijl onderscheidde de burgerij zich van het 'volk' of de 'massa'.

• 2. Wat laat het artikel van Furnée zien?

  2. Hoe de analyse van stedelijke recreatie en consumptie en specifiek hun ruimtelijke dimensie, nieuwe inzichten kan verschaffen in de betekenis en de onderlinge vervlochtenheid van twee categorieën: stand en sekse.

• 10. Welke rol kreeg de materiële en symbolische toe-eigening en afgrenzing van specifieke betekenisvolle plaatsen?

  10. Dit werd belangrijk strategisch instrument waarmee tijdgenoten sociale verhoudingen wisten te bevestigen cq veranderen.

• 11. Waar is de analyse in dit artikel op gebaseerd?

  11. Op een specifieke journalistieke rubriek - stadskronieken - vanafa 1860 tot na 1890 als Brieven uit de hofstad, Haagsche sprokkelingen, Haagsche kroniek in dagbladen verscheen. Aspecten van recreatie en consumptie stonden hierbij centraal.

• 12. Hoe worden de hypothesen hiervan aangescherpt?

  12. Aan de hand van gemeenteverslagen, gemeenteraadsnotulen, particuliere archieven, romans, tijdschriften etc.