Samenvatting: Beschrijven Van Organisaties

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Beschrijven van organisaties

• Hoofdstuk 1

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16/11/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• noem de 3 stromen van een technisch systeem

  1. informatiestroom
  2. goederenstroom en transformatieproces
  3. geldstroom

• waardoor wordt de productiecapaciteit van een bedrijfs begrensd

  hoeveelheid arbeid, materialen of kapitaal die aanwezig is

• In welke systeemvormen kunnen we het bedrijf zien

  • technisch systeem
  • financieel-economisch systeem
  • sociaal-politiek systeem
  • open systeem

• kenmerken bedrijf als sociaal politiek systeem

  • bedrijf als conglomeraat van partijen, deels verschillende en deels gelijke belangen
  • ruilrelatie
  • wederzijdse afhankelijkheid - niet volledig -> kosten/baten analyse
  • sociaal : samenwerkingsverband
  • coalities aangaan

• uit welke onderdelen bestaat open systeem

  • invoer ( informatie, materialen, diensten)
  • doorvoer (transformatie)
  • uitvoer (producten, diensten)

  
  
  FEEDBACK - terugkoppeling! ( positief of negatief )

• verdeling in categorieen van de omgeving van het bedrijf

  • transactionele omgeving
  • contextuele omgeving

• wat verstaan we onder transactionele omgeving

  partijen waarmee men regelmatig contact heeft, waardoor men op een directe manier wordt beinvloed en waarop men zelf invloed kan uitoefenen.

• definitie non profit organisaties

  zijn voor hun inkomsten niet afhankelijk van afnemers. deze betalen niet en kunnen vaak ook niet kiezen voor een andere organisatie voor de betreffende producten of diensten ( bijvoorbeeld politie ). inkomsten worden gehaald uit bijvoorbeeld donoren

• waarom fungeert de overheid als donor bij non profit organisaties

  om uitvoering te kunnen geven aan haar taken zoals het verschaffen van onderwijs, de zorg voor het milieu, de infrastructuur, de werklozen en de veiligheid

• welke factoren vereist besturen

  • doelen vaststellen - wat wil management met organisatie bereiken en hoe
  • inrichten - op welke manier de werkzaamheden te verrichten en welke middelen er nodig zijn ( verdelen taken en groeperen afdelingen)
  • beheersen - uitvoering dagelijkse werkzaamheden