Hoogewerf: De mate van conformiteit

4 belangrijke vragen over Hoogewerf: De mate van conformiteit





Idealiter komt het handelen van de beleidsuitvoerders in hoge mate overeen met de bedoelingen van de beleidsbepalers, in de praktijk is dit niet vaak het geval. In dit hoofdstuk worden factoren besproken die van invloed zijn op de mate van conformiteit. Leg uit aan de hand van output, het primaire beleidseffect en outcome;





Het proces van uitvoering bevat enerzijds de op doelbereiking gericht handelingen van de uitvoerders; de beleidsprestaties; output.  &





Anderzijds omvat het ook het gedrag en de gedragsomstandigheden van de burgers in reactie op deze beleidsprestaties; het primair beleidseffect. Samen hebben deze twee maatschappelijke effecten; outcomes.





In het procesmodel is te zien dat het eerste deelproces van de beleidsuitvoering betrekking heeft op de beleidsuitvoering. Er zijn verschillende benaderingen van beleidsuitvoering:





●  Top-down model: deze benadering gaat uit van een
beleidsbepaler die op grond van een zo goed mogelijk doordacht beleid en het scheppen van de juiste voorwaarden een perfecte uitvoering kan bewerkstelligen. (Dit gaat echter niet altijd op doordat kennis ontbreekt of er onbekend is hoe de beleidsmiddelen gaan werken.)


●  Bottom-up model: de uitkomst van de beleidsuitvoering wordt dus niet alleen bepaald door het vastgestelde beleid en de sturing door beleidsbepalers. De uitvoering moet daarom ook worden beschouwd vanuit de werkwijze van de uitvoerende organisatie; de afwegingen en keuzes van de uitvoerders en de respons van de doelgroep.





Naast onduidelijkheid van het beleid en de kans op een conflict tijdens een uitvoering kunnen ook ambitieuze doelen de uitvoering belemmeren. Het stellen van te hoog gegrepen doelen kan leiden tot:

Cynisme onder de uitvoerende organisatie. Ook kunnen de juistheid of aanvaardbaarheid invloed hebben op het verloop en de uitkomsten van de uitvoering.

Wanneer de normatieve veronderstellingen - (belangrijke normen en waarden die leiden tot een voorkeur voor bepaalde doelen) - niet worden gedeeld door de uitvoerders, is er meer overtredingen nodig om hen tot uitvoering te bewegen.

Ook bevat de beleidstheorie de feitelijke veronderstellingen; de causale veronderstellingen, dus percepties over oorzaken en gevolgen en de finale veronderstellingen over de werking van de middelen. Als de feitelijke veronderstellingen dubbelzinnig zijn zal dit gevolgen hebben.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart





In de praktijk van de beleidsuitvoering zijn er twee soorten relaties tussen organisaties: horizontale beleidsnetwerk en verticale hiërarchie.





Horizontale beleidsnetwerken: Wanneer de beleidsbepaler voor de uitvoering afhankelijk is van verschillende particuliere of private organisaties. Hierbij is er sturing door bindende afspraken.

Verticale hiërarchie: Waarbij elke bestuurslaag een zekere autonomie heeft. De voortgezette beleidsvorming kan de mate van conformiteit beperken. 3 soorten hiërarchische organisaties: system-level bureaucratie, screen-level bureaucratie, street-level bureaucratie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo