Startpagina / Samenvattingen / Bestuur en beleid eindtentamen / instituties-beleid-regels

De institutionele benadering

Q: Belangrijk is dat deze 3 vormen van instituties elkaar aanvullen. Ze bouwen voort op elkaar. Vaak liggen deze 3 instituties dicht bij elkaar. De cognitieve instituties zijn vaak hetzelfde als de formele regels die zijn opgeschreven. Vaak is dit mooi op elkaar afgestemd. Bekkers definitie van instituties zijn dat ze in:

'Regels gestolde waarden zijn.' Daarmee bedoelt hij te zeggen dat binnen samenlevingen en beleidsmakers allerlei waarden leven over hoe beleid eruit moet zien. Deze waarden zijn cognitieve ideeën, die gaan stollen. --> Eerst zijn ze wat vloeibaar, maar ze krijgen een vaste vormen binnen de organisatie door normen en tradities, en uiteindelijk ook in regels. Als je kijkt naar een beleidsnota kan je ze alle 3 onderscheiden, maar ze sturen alle 3 het beleid dezelfde kant op.

6 belangrijke vragen over De institutionele benadering

Wanneer beleid gevormd wordt volgt dit vaak dezelfde institutionele paden, waardoor beleid meer op elkaar gaat lijken. Dit kan dus formeel, als dat beleid deugdelijk is, het niet mag doorkruizen met ander beleid en dat staatsorganisaties hier goedkeuring voor geven. Maar het kan ook informeel, als gewoonlijke praktijken en tradities “zo doen we het altijd”. Formele en informele regels en praktijken die het gedrag van beleidsactoren structureren. Dit noemen we ook wel:

Padafhankelijk

In tegenstelling tot de rationele benadering is er geen vrije keuze uit alternatieven om nieuw beleid te maken. Nieuw beleid moet passen bij paden die al gekozen zijn in het verleden en het moet passen bij de regelgeving, + de tradities die men onderneemt. De basis van instituties is dat:

Ze zorgen voor allerlei regels en organisaties waar beleid ondervonden aan wordt. Hierdoor zijn ze ook lastig beïnvloedbaar door iets buiten de instituties. Beleid is gebonden aan praktijk en informele regels, beleid verandert daarom nauwelijks, hooguit incrementeel.

Belangrijk is dat deze 3 vormen van instituties elkaar aanvullen. Ze bouwen voort op elkaar. Vaak liggen deze 3 instituties dicht bij elkaar. De cognitieve instituties zijn vaak hetzelfde als de formele regels die zijn opgeschreven. Vaak is dit mooi op elkaar afgestemd. Bekkers definitie van instituties zijn dat ze in:

"Regels gestolde waarden zijn."
Daarmee bedoelt hij te zeggen dat binnen samenlevingen en beleidsmakers allerlei waarden leven over hoe beleid eruit moet zien. Deze waarden zijn cognitieve ideeën, die gaan stollen. --> Eerst zijn ze wat vloeibaar, maar ze krijgen een vaste vormen binnen de organisatie door normen en tradities, en uiteindelijk ook in regels. Als je kijkt naar een beleidsnota kan je ze alle 3 onderscheiden, maar ze sturen alle 3 het beleid dezelfde kant op.

Vaak wordt de cognitief als de fundering beschouwd voor de andere 2 vormen. Deze zijn dus de individuele assumpties hoe het hoort in de leefstijlen van de beleidsmakers. Deze kan getransformeerd worden naar overtuigingen waar iedereen zich aan houdt, ook al zijn ze ongeschreven. Uiteindelijk kan dit ook transformeren naar dat de regels daadwerkelijk worden geformuleerd. Deze laatste wordt ook wel in regels gestolde waarde genoemd:

dit betekent dat er in een organisaties allerlei instituties zijn die de neuzen dezelfde kant op wijzen.

De maatschappij staat als geheel aan instituties. Deze kunnen op beleidsniveau liggen, maar ook in andere sectoren. Een voorbeeld is een huwelijk. Een huwelijk bevat:

Geschreven regels waaraan partners moeten voldoen. Daarnaast zijn er in de samenleving ook ongeschreven regels, zoals dat een huwelijk voor altijd is. Als laatst zijn er ook eigen cognitieve assumpties, zoals dat het huwelijk een bijzonder event is, zoals het “sprookjeshuwelijk”. En ongeschreven regels binnen je relatie waarvan je beiden weet dat ze gelden maar niet formeel opgeschreven staan etc.

Institutioneel vertrouwen: benoem hierbij het fenomeen 'rally around the flag'

In welke mate burgers vertrouwen hebben in de huidige instituties, zoals voorstander zijn van de huidige staatsinrichting. ‘Rally around the flag: betekent dat wanneer er een crisis uitbreekt, het vertrouwen in instituties stijgt, maar hoe langer deze voort moddert deze weer significant afneemt over tijd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Bestuur en beleid eindtentamen

Bekijk samenvatting