Besuur en beleid

35 belangrijke vragen over Besuur en beleid

Wat zijn de belangrijkste punten van het beleidsontwerp bij de culturele benadering?

1. vertellen van een verhaal.
2. doel is overtuigen
3. personaliseren van probleem
4. uitvergroten van een detail.
5. metaforen, symbolen, mythen, visualiseren, cijfers.

Beschrijf het besluitontwerp van de institutionele benadering

- regels die ons gedrag beïnvloeden
- 4 kenmerken
1. werkt het?
2. past het? traditie, wettelijk, gebruikelijk.
3. mag het? wettelijk
4. hoort het? past het in de ideeën die wij over de samenleving hebben.

- logic of consequence: wat zijn de gevolgen, en hoe staan die in relatie tot mijn beoogde doelstellingen.

- logic of appropriateness: past het wel in de maatschappij?

Welke veronderstellingen van sturing zijn van belang?

1. politiek-bestuurlijke noodzaak
2. sturend vermogen van een actor
3. zelfsturend vermogen van een actor
4. object van sturen en de context van sturing
5. de rol van kennis en informatie
6. inzet van bepaalde sturingsmodaliteiten en instrumenten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 3 beleidsinstrumenten zijn er (rationeel)

1. juridisch (stok)
- vergunning
- verbod
- convenant: afspraak die je maakt met een groep mensen waar je allemaal je handtekening onder zet.

2. economisch (wortel)
- subsidie
- accijns  
- prijsregulering

3. communicatief (de preek)
- voorlichting
- advies
- propaganda
- communicatie komt vaak niet goed aan.

- verruimende vs beperkende maatregelen
- individuele vs collectieve maatregelen

Hoe is sturing in de politieke benadering

- samenleving waar allerlei actoren een rol spelen.
- overheid is een regisseur, geen piloot in cockpit. meerdere organisaties kunnen wat doen.
- gezamenlijk doel maar wel rekening houden met anderen.

- legitimatie: subsidiariteit en vraag
- sturend vermogen: regie in een polycentrische arena
- onderlinge afhankelijkheid van actoren
- kennis per definitie onvolledig en gekleurd.

Wat zijn beleidsinstrumenten als machtsbron (politiek)

1. nodaliteit/sleutelpositie: de een kan meer dan de ander.
- propaganda
-  geheimhouding

2. geld -> overheid heeft meer middelen.
- subsidieverstrekking
- bezuinigingen

3. autoriteit -> bepaalde mensen mogen dingen wel.
- vergunning
- voorschrift

4. organisatie
- veiligheidsdienst
- politie

Wat zijn de voor (3) en na(4) delen van new public management.

voor:
- verbetering van transparantie van en verantwoording over bereikte resultaten (meetbare doelstellingen)
- versterking van het leer- en oordeelsvermogen
- prikkeling van innovatie en ondernemerschap (door prestatiesturing)

nadelen:
- outputsturing belemmert vernieuwing en leidt tot verstarring en risicomijdend gedrag (alleen gestelde doelen nastreven)
- outputsturing werkt verhullend. het leidt tot kwantificering van de werkelijkheid
- leidt tot bureaucratisering
- versterkt verkokering en fragmentatie

Wat zijn de voor (2) en na(4) delen van sturing op prikkels?

voor:
- geeft actoren de ruimte om een eigen afweging te maken, omdat dwang afwezig is.
- versterkt draagvlak

tegen:
- kan opportunistisch gedrag uitlokken.
- er wordt vaak uitgegaan van een eenvoudig stimulus-respons-model, maar het gedrag wat de overheid wil beïnvloeden staat vaak bloot aan meerdere stimuli.
- de optelsom van allerlei gestimuleerde maar gewenste reacties op individueel niveau kan op collectief niveau tot ongewenste uitkomsten leiden.
- er worden weinig resultaten en/of slechts optische  gedragswijzigingen bereikt.

Wat zijn de voor(2) en na(4) delen van sturing op structurering en procedurering van relaties?

niet dwingend, beoogd wel verandering.

voor:
- biedt meer ruimte voor eigen afwegingen en strategisch gedrag
- doorbreken van bestaande praktijken, gewoonten en posities

nadelen:
- realiteitsgehalte van veranderingspotentieel is niet altijd even sterk.
-  weerstand van en omgaan met gevestigde belangen.
- borging van zwakke belangen
- ongewenste neveneffecten door nieuwe ongelijkheden

Wat zijn de voor(2) en na(3) delen van sturing op gemeenschappelijke beeldvorming?

bij elkaar komen van partijen.

voor:  
- verstrekt probleemverrijking en probleemoplossend vermogen door inbreng van andere perspectieven, kennis, ervaringen en informatie ,
- vermindering weerstand door participatie van belanghebbende partijen.

nadelen:
- stroperigheid en vrijblijvendheid van participatie
- borging van zwakke belangen en niet sterk georganiseerde belangen
- verwaarlozing machtsaspect en te grote nadruk op redelijkheid.

Wat zijn de 2 doelen van evaluatie?

1. evalueren om zo te leren en daardoor de kwaliteit en opbrengsten van het beleid met het oog op de toekomst te verbeteren.

2. evalueren als voorwaarde om verantwoording af te leggen over de geboekte resultaten

Wat zijn de beoordelingscriteria van de rationele benadering?

1. effectiviteit
2. efficiente
3. samenhang

Wat zijn de beoordelingscriteria van de politieke benadering?

- draagvlak
- doelgericht
- legitiem
- robuust -> duurzaam, het werkt en het blijft werken

Hoe kan evaluatie (binnen politieke benadering) gezien worden als een strategisch instrument?

1. object van evaluatie -> wat zit er achter de evaluatie
- wat wordt geëvalueerd?
- wie leidt de evaluatie. -> wie vraagt t aan. hoe meer geld er is, hoe positiever de evaluatie is.

2. uitkomsten
- welke vragen worden gesteld. opdrachtgever kan beïnvloeden
- welke methode wordt gehanteerd
- hoeveel tijd/middelen zijn beschikbaar

3. timing
voor, tijdens, na uitvoering

Hoe werkt het rationeel beleidsproces? (markt-model stone)

  • probleem wordt opgemerkt
  • formuleer duidelijkheid + omvangrijk doel
  • mogelijke oplossingen verzamelen
  • voor- en nadelen afwegen
  • beste kiezen
  • evalueren of het werkt

Op welke manier ontstaat er politieke besluitvorming (polis-model, Stone)

  • sociale constructie van beleids-probleem
  • strijd om ideeën
  • samenwerking groepen met gedeelde interpretaties, belangen en doelen
  • doelen ambigu geformuleerd en kunnen veranderen
  • oplossingen hangen samen met probleemdefinitie
  • geen vast proces

Wat is het verschil tussen de political community en de cultural community?

political: mensen die onder dezelfde politieke regels en structuur leven.
cultural: mensen die dezelfde taal, geschiedenis en integriteit delen.

het is lastig om één politieke eenheid te creëren wanneer de leden van de community cultureel divers zijn.

Wat zijn de 3 laws of passion

= mensen redeneren vanuit emoties, zoals angst of bevlogenheid.

1. hoe vaker een regel gestrekt en gevolgd wordt, hoe sneller men deze zal accepteren.
2. the whole is greater that the sum of its parts: situaties en mensen zijn ambigu een hebben ook altijd een symbolische betekenis.   
3. intepretatie is belangrijk, de precieze waarde van kosten en dingen liggen niet vast.  dingen kunnen meerdere betekenissen hebben.

Wat zijn de 5 hoofddoelen van beleid (stone)

  1. rechtvaardigheid/equity
  2. efficientie / efficiency
  3. welzijn / welfare
  4. vrijheid / liberty
  5. veiligheid / security

Wat zijn de objectieve markt definities van de 5 doelen?

  1. rechtvaardigheid: gelijke verdeling van zaken onder alle ontvangers in een fair proces
  2. efficiëntie: meest gunstige input-output ratio
  3. welzijn: voorzien in menselijke basisbehoeften
  4. vrijheid: doen en laten wat je wil, zolang je anderen niet schaadt
  5. veiligheid: afwezigheid (van kans) op nare gebeurtenissen en zorgen hierover

Wat zijn de 5 bekende trade offs (stone)

  1. meer rechtvaardigheid leidt tot minder efficientie: ongelijke beloningen. mensen worden toch niet extra beloond, dus gaan ze zich ook niet meer inzetten.
  2. meer welzijn leidt tot minder efficiëntie: moral hazard: mensen zullen luier worden of meer risico nemen.
  3. meer rechtvaardigheid leidt tot minder vrijheid: herverdeling, gedwongen werk voor uitkering.
  4. meer welzijn leidt tot minder vrijheid: dilemma of dependence: het comfort leidt ertoe dat er minder terugkeer is naar de arbeidsmarkt.
  5. meer veiligheid leidt tot minder democratie: privacy.

Beschrijf rechtvaardigheid volgens polis model

1. equality vs equity

2. Ontvangers
- lidmaatschap groep: iedereen die deelneemt.
- sub groepen: niet ieder lid is hetzelfde
- rank-based: wat hebben mensen behaald
- merit-based: wat brengen mensen in

3. items
- afbakening item: gaat het alleen om het object of gaat het om een deel van een geheel?
- waarde item

4. proces:
- competitie
- toeval
- stemmen

Beschrijf efficiëntie - verschil markt en polis

1. markt
- optimale marktwerking leidt tot maximale efficiëntie
- vraag en aanbod creëren balans
- tenzij marktimperfecties
- externe effecten
- collectieve goederen
- intransparante markten

2. polis
- efficiëntie geen doel maar maatstaaf
- welke outputs tellen we mee?
- welke inputs tellen we mee?
- voor wie het een out- en input?
- wie bepaalt wat de out- en inputs zijn?

Wat zijn de 6 tegenstellingen die laten zien dat welzijn een sociale constructie is?

  1. materiële vs symbolische behoeften: merkkleding
  2. kwantiteit vs kwaliteit: opleiding volgen
  3. intrinsieke waarde vs instrumentele waarde: sportclubs
  4. volatiliteit vs zekerheid: zorgverzekering
  5. individuel vs relationele behoeften: tv kijken
  6. absoluut vs relatief: bijstand aan familie geven

Beschrijf de twee verschillende denkers over vrijheid - en paternalisme

1. John Stuart Mill: on liberty
- vrijheid doet afwezigheid door inmenging van anderen.
- vrijheid om te doen wat je wil zolang je anderen niet schaadt.
2. Isaiah Berlin: two concepts of liberty
- negatieve vrijheid: niemand interfeert met je gedrag vs positieve vrijheid: actieve support van anderen om te zorgen dat je educatie, gezondheidszorg en inkomen hebt.
- mogelijkheid om te komen tot autonome keuzes en deze te realiseren. 

paternalisme:   zou overheid beslissingen van mensen mogen inperken?

Wat is het verschil tussen beleidsproblemen in de markt en in de polis?

1. markt
- beleid zoekt de beste oplossing voor objectieve, collectieve problemen.
- aanleiding van beleid = objectieve ernst van problemen

2. polis
- problemen bestaan niet objectief, ze worden sociaal geconstrueerd uit omstandigheden
- aanleiding van beleid = gedeelde betekenisgeving van beleidsmakers

Wat zijn de 4 doelen van causal stories, en wat zijn veel voorkomende causal stories?

1. huidige beleid verdedigen of aanvallen
2.  verantwoordelijken voor het probleem aanwijzen
3. verantwoordelijken voor de beleidsoplossing aanwijzen (fixers)
4. nieuwe coalities van slachtoffers creëren.

1. het lot
2. ongeluk blijkt verwijtbaar
3. een paar rotte appels - mensen verpesten het voor de rest
4. complottheorien
5. gecalculeerd risico
6. met de kennis van nu
7. geen controle door complexiteit
8. institutionele verandering nodig

Welke punten hebben cijfers?

1. count as: wat tel je mee wat niet -> relevantie
2.  getallen als normen en symbolen: wat zit er achter een cijfer?
3. cijfers vertellen een verhaal
a. ze geven de gebruikers een imago van expertise en autoriteit
b. ze wekken de indruk dat een fenomeen geen incident is.
c. ze doen alsof een fenomeen gemakkelijk te meten is.
d. ze categoriseren personen, fenomenen of gebeurtenissen als één.
e. ze maken een fenomeen onderhandelbaar
f. ze suggereren precisie, accuraatheid en objectiviteit

4. cijfers spreken niet voor zich: met dezelfde cijfers worden verschillende verhalen verteld door verschillende politieke belanghebbenden.

Beschrijf belangen volgens markt en polis model

1. markt
- mensen en organisaties weten wat hun belangen zijn
- ze hebben dit op een rijtje voordat ze zich in het beleidsproces mengen.
- ze proberen nutsmaximalisatie uit het beleid te halen.

2. polis
- belangen worden gevormd doordat leider politiek bewustzijn creëren.
- tijdens het beleidsproces koppelen zij belangen aan bepaalde beleidsoplossingen
- belangen komen niet voort uit individuele nutsmaximalisatie, maar uit groepsidentiteiten



Hoe worden besluiten gemaakt in het markt en het polis model?

markt:
- beleidsprobleem- en doel is duidelijk
- rationeel kiezen uit beleidsalternatieven
- meest effectieve en efficiënte oplossing voor het beleidsprobleem
- besluitvorming is keuzes maken

polis:
- beleidsproblemen zijn wenselijk en intentioneel
- causal stories rond een beleidsprobleem bevatten een bijbehorende oplossing i.p.v. keuze
- draagvlak voor oplossingen is net zo belangrijk als effectiviteit
- evualuatie van beleid bevat selectie van criteria

Hoe vinden beleidsoplossingen plaats via markt en polis model?

markt
- middel om gegeven doel te bereiken (neutrale oplossing)
- gericht op gedragsverandering rationeel handelend individu/actor: gedrag is voorspelbaar, prikkels zoals straffen en beloningen
- eenmalige interventies: gericht op oplossing 

polis:
- middelen zijn waarde geladen: politiek, cultureel.
- ontvanger van prikkel is niet passief : geeft betekenis of strategisch spel. mensen zijn niet voorspelbaar.
- duurzame betekenis en toepassing. niet stoppen als de oplossing is bereikt.

Wat zijn de 3 veronderstellingen bij regels

  • gelijke gevallen worden gelijk behandeld
  • regels beschermen burgers tegen willekeurig beleid
  • precieze regels zorgen voor voorspelbaarheid

Wat zijn de 4 voorwaarden voor de ideale regel?

  1. optimale balans tussen discretionaire bevoegdheid en formele regels
  2. perfectly precise
  3. perfectly flexible
  4. neutraal

Op welke drie punten wordt indoctrinatie geformuleerd?

1. centrale overheid
2. manipulatief in eigen belang
3. ontdoen van de mogelijkheid onafhankelijk te denken.

Wat zijn 5 typen institutionele hervormingen?

  1. verandering in burgerschap
  2. verandering in leiderschap
  3. centralisering of decentralisering van autoriteit
  4. veranderingen in verantwoordingsstructuren
  5. privatisering of nationalisering

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo