Samenvatting: Bestuurskunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van bestuurskunde
-
1 staatsinrichting en bestuur
Dit is een preview. Er zijn 47 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
wat is bestuurskunde in enge zin?
overheidsapparaten van binnenlands bestuur, met name de politieke en ambtelijke inrichting -
wat is bestuurskunde in ruime zin?
overheidsapparaten van binnenlands bestuur, met name ook de semi-overheidsinstanties (NS) -
Wat gaat er fout als de overheid niet ingrijpt?
- monopolies en kartels
- collectieve goederen zoals dijken worden niet gebouwd
- Onvoldoende bescherming tegen negatieve externe effecten op de vrije markt. (luchtvervuiling)
- merrit goods, producten die de overheid stimuleert
- demerrit goods, producten die de overheid ontmoedigt, sigaretten
- inkomensherverdeling is soms nodig, omdat de verdeling van de welvaart kan ontsporen -
Welke alternatieven zijn er voor de overheid?
- maatschappelijke zelfsturing, zie bijv armenzorg vanuit de kerk
- sturing in wisselwerking tussen overheid en maatschappelijke middenveld
- marktmechanisme, de bakker zorgt voor brood, zorgt ook voor ordening -
Welke waarborgen zijn er bij overheidsbesluiten?
- legaliteitsbeginsel (wettelijke grondslag is verplicht)
- beginselen van behoorlijk bestuur (zorgvuldig en onbevooroordeeld te werk gaan)
- burgers en instellingen kunnen tegen besluiten die niet van algemene strekking zijn verweer brengen -
Wat zijn besluiten die niet van algemene strekking zijn?
- beschikkingen
- geldt voor een aantal mensen, of instellingen -
welke belangrijke politieke stromingen kennen we?
- liberalisme -> benadert vanuit individu
- sociaaldemocratie -> benadert vanuit groepsbelang
- christendemocratie -> benadert vanuit gelofsovertuiging -
Welke partijen kunnen we toekennen aan de politieke stromingen?
- liberalisme -> VVD, D66
- Sociaaldemocraten-> PvdA, SP, Groenlinks
- Christendemocraten-> CDA, CU, SGP -
Wat is links, wat is rechts?
links: progressief, veranderingsgezind, vaak sociaaldemocraten
rechts: conservatief, behoudend, vaak liberaal
midden: niet links, niet rechts, vaak christendemocraten -
Hoe is de staatsmacht in NL gespreid?
In een constitutionele monarchie, constitutie is besloten in de wetgeving. De monarch staat voor onze koning, ministers en parlement
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden