Startpagina / Samenvattingen / Bestuursrecht 2. Rechtsbescherming tegen de overheid. 4de druk. / feiten-rechter-bewezen

Beroep bij de rechter - Het bewijs

3 belangrijke vragen over Beroep bij de rechter - Het bewijs

Welke twee benaderingen heeft de rechter in een geschil over de feiten?

- Retrospectief: de rechter beschouwd het onderzoek naar en de vaststelling van de feiten als een taak die primair bij het bestuursorgaan ligt. De taak van de rechter is beperkt tot het controleren of de feitenvaststelling rechtmatig is verlopen.
- Integraal: de rechter stelt zich op het standpunt dat de bewijsvoering over de feiten tijdens de behandeling van het beroep bij de rechter zo volledig mogelijk is. De rechter benaderd de feiten als een integraal onderdeel van het geschil dat hij zo volledig mogelijk moet beslechten.

Aan de hand van welke drie vragen kan worden bepaald welke feiten moeten worden bewezen?

- welke feiten zijn relevant voor het rechterlijk oordeel?
- welke van de relevante feiten staan in het concrete geval al voldoende vast, zodat ze niet meer behoeven worden te bewezen?
- welke van de relevante feiten behoeven in het algemeen niet te worden bewezen?

Welke van de relevante bewijzen behoeven in het algemeen niet te worden bewezen?

- feiten van algemene bekendheid
- ervaringsregels
- processuele feiten ( bijv. of een getuige is opgeroepen)
- het recht ( het feit dat een bepaalde rechtsnorm geldt, hoeft niet te worden bewezen)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Bestuursrecht 2. Rechtsbescherming tegen de overheid. 4de druk. | 9789089746085 | L J A Damen

Bekijk samenvatting