Terugtred van de wetgever en dicretionaire bevoegdheden - Beleids- en beoordelingsvrijheid

14 belangrijke vragen over Terugtred van de wetgever en dicretionaire bevoegdheden - Beleids- en beoordelingsvrijheid

Afhankelijk van de beslisruimte die de wetgever aan het bestuur laat, wordt gesproken over vrije en gebonden bestuursbevoegdheden. Een ander begrip voor vrije bevoegdheid is:

Discretionaire bevoegdheid.

Wat houdt een meer gebonden bevoegdheid in?

Dam bepaalt de wet in welke gevallen het bestuursorgaan een besluit van een bepaalde strekking moet nemen. Een vb. van zo'n gebonden bevoegdheid treffen we aan in artikel 31 lid 1 van de Drank- en Horecawet. In dit artikellid is bepaald in welke gevallen de burgemeester een horeca exploitatievergunning moet intrekken.

Hoe kan de vrijheid die aan een bestuursorgaan in het kader van een discretionaire bevoegdheid toekomt worden gekwalificeerd?

Als beleidsvrijheid of beoordelingsvrijheid.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Als een bestuur beschikt over beleidsvrijheid herken je dat meestal gemakkelijk aan:

Een zogenoemde kan- bepaling in de wet: 'de minister kan de vergunning verlenen, indien ....'. Soms tref je een andere formulering aan. Zo komt het ook voor dat het woord bevoegd of bevoegdheid wordt gebruikt om aan te geven dat het bestuursorgaan over beleidsvrijheid beschikt.

In het geval van beleidsvrijheid komt aan het bestuursorgaan een aanzienlijke vrijheid toe. Is deze vrijheid onbegrensd?

Nee, beleidsvrijheid is altijd juridisch beperkt. De beleidsvrijheid wordt begrensd door het bestuursrecht. Denk aan het specialiteitsbeginsel en de abbb's.

Wat kan het bestuur doen om er voor te zorgen dat een beleidsvrije bestuursbevoegdheid consistent en niet willekeurig wordt uitgeoefend?

Het bestuur kan beleidsregels opmaken. in deze beleidsregels geeft het bestuur aan hoe het van zijn beleidsvrijheid gebruikmaakt. Er is dan sprake van zelfbinding door het bestuur, omdat het bestuur zich bij de uitoefening van de bestuursbevoegdheid moet houden aan de opgestelde beleidsregels (zie art. 4:84 Awb).

Kan de wijze waarop het bestuur de belangen heeft gewogen door de rechter worden getoetst?

Slechts terughoudend (marginaal). Hierbij vraagt de rechter zich af of het bestuur in redelijkheid tot een bepaalde waardering van belangen heeft kunnen komen.

Iedere bestuursbevoegdheid kent toepassingsvoorwaarden. Wat zijn dit?

Dit zijn de voorwaarden (normcondities) die door de feiten vervuld moeten zijn voordat het bestuursorgaan van zijn bevoegdheid gebruik mag maken.

Ook als in de wettelijke bepaling die de bestuursbevoegdheid tot stand brengt de zinsnede 'naar het oordeel van' of 'van oordeel zijn' ontbreekt kan er toch sprake zijn van een bevoegdheid met beoordelingsvrijheid. Leg uit.

De aard van een toepassingsvoorwaarde brengt dan mee dat er sprake is van beoordelingsvrijheid. Dit is bijv. het geval als de wettelijke bepaling 'subjectieve begrippen bevat die een waardeoordeel van het bestuursorgaan t.a.v. de feiten veronderstellen. Het gaat dan bijv. om termen als 'het uiterlijk aanzien van de gemeente', 'landschappelijke waarde', 'dorpsschoon', 'beeldbepalende waarde' zoals bijv. genoemd in artikel 4 van de Kapverordening Schiermonnikoog 2011.

Op welk element ziet de beoordelingsvrijheid?

Op het derde element, kwalificatie van feiten.

Wat houdt kwalificatie van feiten in?

Het beantwoorden van de vraag of de feiten zoals vastgesteld, de wettelijke toepassingsvoorwaarden van een bevoegdheid vervullen. De beantwoording van deze vraag is soms subjectief getint. In dat geval is er sprake van beoordelingsvrijheid.

Wat is het belangrijke verschil tussen beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid?

Ondanks het feit dat beide vrijheden in één wettelijke bepaling kunnen voorkomen, is er een belangrijk verschil. In het kader van de beoordelingsvrijheid vindt er geen belangenafweging plaats.

In het bestuursrecht wordt verder onderscheid gemaakt tussen beoordelingsvrijheid en beoordelingsruimte. Wat is het verschil?

In het geval van beoordelingsvrijheid moet de rechter afstandelijk (marginaal) toetsen. In principe moet hij het oordeel van het bestuur respecteren. In het geval van beoordelingsruimte ligt dit anders. Een volle toets is dan op zijn plaats. Dat betekent dat de rechter bij beoordelingsruimte zijn opvatting in de plaats kan stellen van de opvatting van het bestuursorgaan.

Discretionaire bevoegdheden ( bestuurlijke vrijheid) is nooit 100% vrij:

  • Binding aan doel van de wet (specialiteitsbeginsel
  • Binding aan de abbb's
  • Zelfbinding aan door bestuur opgestelde beleidsregels.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo