Besluiten in de zin van de Awb - Enkele soorten beschikkingen - Vrijwarende en niet-vrijwarende vergunningen

6 belangrijke vragen over Besluiten in de zin van de Awb - Enkele soorten beschikkingen - Vrijwarende en niet-vrijwarende vergunningen

Waarom is het vraagstuk van de vrijwaring vooral van belang?

Het gaat hier om de vraag of een vergunninghouder door gebruik te maken van zijn vergunning binnen de door de vergunning gestelde grenzen niet toch een onrechtmatige daad in de zin van het BW kan plegen.

Noem twee belangrijke arresten over de vrijwarende werking van een vergunning.

EZH/Bailey en Vermeulen/Lekkerkerker.

Welke casus lag ten grondslag aan het arrest EZH/Bailey?

De NV Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland had op grond van de Rivierenwet een vergunning gekregen van de minister van Verkeer en Waterstaat om de rivier de Lek te overspannen. Hierdoor kon machinefabriek Bailey geen gebruik meer maken van haar drijvende blokken. Het was de vraag of EZH een onrechtmatige daad had gepleegd tegenover Bailey door gebruik te maken van de vergunning.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat bepaalde de HR inzake het arrest EZH/Bailey?

De minister die de bevoegdheid heeft om de vergunning te verlenen zal in het kader van die vergunningverlening een belangenafweging hebben gemaakt waarbij hij het algemene belang en de bijzondere belangen van burgers afgewogen heeft. De vergunninghouder mag uitgaan van de rechtmatigheid van de vergunning. Uit dit arrest kon worden afgeleid dat de HR in de zaak EZH/Bailey van mening was dat de vergunning op grond van de Rivierenwet vrijwaarde tegen de onrechtmatigedaadsactie die door Bailey was ingesteld.

Welke casus lag ten grondslag aan het arrest Vermeulen/Lekkerkerk?

Een vergunning waarvan het gebruik naar oordeel van de HR niet vrijwaarde tegen een onrechtmatigedaadsactie. Het betrof een vergunning op grond van de Hinderwet. Een vuilstortplaats, geëxploiteerd door Vermeulen trok allerlei gevogelte aan dat schade aanrichtte aan de boomgaard van buurman Lekkerkerk. Vermeulen beriep zich op zijn rechtmatige Hinderwetvergunning.

De HR oordeelde dat de strekking van de Hinderwet niet met zich bracht dat eigenaren van naburige erven inbreuken op hun eigendomsrecht zouden moeten dulden van de kant van de vergunninghouder die gebruik maakt van zijn vergunning.

Welke twee aspecten zijn van belang bij de beantwoording van de vraag of de vergunninghouder tegenover derden een onrechtmatige daad kan plegen door gebruik te maken van een rechtmatig verleende vergunning?

  1. Het karakter van een vergunning; het gaat om een duurvergunning of niet?
  2. Zijn de belangen van derden die door het gebruik v.d. vergunning worden geschonden al afgewogen bij de vergunningverlening? Zo ja, dan zal de vergunning eerder vrijwaren bij een actie uit onrechtmatige daad dan wanneer deze belangen niet zijn meegewogen bij het besluit tot verlening v.d. vergunning.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo