Samenvatting: Bestuursrecht Deel 1

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bestuursrecht deel 1

  • 1 Inleiding

  • 1.1 Centrale vragen van bestuursrecht

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke drie punten geven de essentie weer van het bestuursrecht?

    1. Het instrumentarium van het overheidsbestuur;
    2. De normen voor het overheidsbestuur;
    3. De (rechtsbescherming) mogelijkheden voor betrokkenen om zich tegen het overheidsbestuur te verzetten.
  • Welke functies heeft de overheid?

    • Ordenende functie: vooral met dwingende normen dit is nu minder aan de hand, omdat er geen klassieke liberale rechtsstaat meer is;
    • Presterende functie: het gaat hier om bijvoorbeeld verstrekken van uitkeringen, maar ook realiseren of onderhouden van allerlei voorzieningen;
    • Sturende functie: het gaat hier om dwingende voorschriften en selectievere instrumenten om bijvoorbeeld de markt te sturen.
    • Arbitrerende functie: komt vooral tot uitdrukking in planbevoegdheden ten aanzien van de verdeling van de beschikbare ruimte en in het verbinden van voorschriften aan een vergunning waarin de tegenstrijdige belangen zoveel mogelijk met elkaar worden verzoend. 
  • Op welke 2 manieren wordt het legaliteitsbeginsel beargumenteerd?

    • Rechtszekerheidsbeginsel: vooraf is duidelijk waartoe overheidsorganen bevoegd zijn en hoe ver die bevoegdheden reiken;
    • Het primaat van de wetgever: de volksvertegenwoordiger maakt deel uit van de wetgevende macht, zodat formeel kan worden volgehouden dat een machtiging van de wetgever impliceert dat een meerderheid van de burgers hiermee instemt. 
  • Hoe kan de beslissingsvrijheid van de overheid worden beperkt?

    Als eerste heb je het gelijkheidsbeginsel en de overheid moet toezeggingen nakomen.
    De rechter heeft ook algemene beginselen van behoorlijk bestuur geformuleerd waaraan het bestuurlijk handelen kan worden getoetst. 
    Bestuursorganen maken ook zelf regels, waarin ze aangeven welk beleid ten aanzien van de uitoefening van een bepaalde bevoegdheid willen voeren en die daarom beleidsregels worden genoemd, leggen bestuursorganen zich in zekere in vast. 
    De gebondenheid aan deze regels in inmiddels in art. 4:84 Awb gecodificeerd. 
  • 1.2 Fundamentele beginselen en uitgangspunten

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat wordt bedoelt met een democratische rechtsstaat?

    Democratie houdt in dat de Nederlandse overheid de samenleving bestuurt volgens de eisen van een democratie met zeggenschap voor de burgers.
    Met rechtsstaat wordt bedoeld dat de Nederlandse overheid is gebonden aan algemene en specifieke rechtsnormen. 
  • Wat zijn de pijlers van de democratische rechtsstaat?

    1. Volkssouvereiniteit: de overheidsmacht ligt bij de burgers. Een staatsbestel dat deze gedachte als grondslag heeft, noemen we een democratie. 
    2. Machtenscheiding: om machtsmisbruik te voorkomen worden bevoegdheden verdeeld over verschillende machten. 
    3. Verantwoordelijkheid: de belangrijkste bestuursorganen zijn direct of indirect verantwoording verschuldigd aan een vertegenwoordigend lichaam (art. 42 lid 2 Gw, art. 179 en 167 Provw, art. 180 en 169 Gemw).
    4. Openbaarheid van bestuur. 
  • 1.3 Het algemeen deel en het bijzondere deel van het bestuursrecht

  • Waar bestaan de bestuursrechtelijke bepalingen uit?

    1. Wettelijke voorschriften die betrekking hebben op die relatie in het algemeen (algemeen deel);
    2. Wettelijke voorschriften die betrekking hebben op bevoegdheden, rechtens en plichten van het bestuur en burgers op bijzonder terreinen (de bijzondere delen);
    3. Ongeschreven publiekrechtelijke regels en beginselen waaraan verdere normen oor de verhouding tussen bestuur en burger kunne worden ontleend. 
  • Wat zijn de publiekrechtelijke bevoegdheden, rechten, aanspraken en plichten?

    Exclusieve- niet op grond van het burgerlijk recht voor eenieder geldende- bevoegdheden, rechten, aanspraken en plichten van bestuur en burger. 
    Bevoegdheid: het geldig kunnen verrichten van bepaalde rechtshandelingen, dat wil zeggen handelingen die op rechtsgevolg zijn gericht .
    Recht: bepaalde gedraging is toegestaan die anderen zich in het algemeen rechtens niet mogen veroorloven.
    Aanspraak: als daar een met die aanspraak corresponderende verplichting tegenover staan.
    Plicht: iemand moet een bepaalde handeling verrichten of nalaten.
  • Wat rekenen we tot het algemene bestuursrecht?

    1. De rechtsregels en rechtsbeginselen die gelden voor niet door het privaatrecht geregelde verhoudingen tussen bestuursorganen en burgers en die betrekking hebben op de publiekrechtelijke bevoegdheden, rechten, aanspraken en plichten van de burger en van bestuursorganen, met uitzondering van de formele wetgever en de rechterlijke macht. 
    2. De ongeschreven publiekrechtelijke regels en beginselen die in acht moeten worden genomen bij de publieke taakvervulling door bestuursorganen, met uitzondering van de formele wetgever en de rechterlijke macht.
    3. Het procesrecht dat geldt voor de behandeling van bestuursrechtelijke geschillen door met rechtspraak belaste onafhankelijke organen.
  • 1.4 De Awb

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de doelstelling van de Awb?

    1. Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving;
    2. Het systematiseren en waar mogelijk, vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving;
    3. Het codificeren van ontwikkelingen die zich in de bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend;
    4. Het treffen van algemene voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard niet voor de regeling in een bijzondere wet lenen.

    De Awb is niet van hogere orde dan andere formele wetten.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart