Startpagina / Samenvattingen / Bestuursrecht Deel 1 systeem; bevoegdheid; bevoegdheidsuitoefening; handhaving / wet-wetgever-formeel

Inleiding - Centrale vragen van bestuursrecht - Hoe heeft de bestuursrechtelijke betrekking tussen bestuur en burger gestalte gekregen?

6 belangrijke vragen over Inleiding - Centrale vragen van bestuursrecht - Hoe heeft de bestuursrechtelijke betrekking tussen bestuur en burger gestalte gekregen?

Waarom moet een wet ten grondslag liggen voor overheidshandelen?

- Perspectief van de rechtsstaat
- Moet aan het overheidshandelen, voor zover gepaard met inbreuken op de natuurlijke vrijheid of dit tot een beperking van het eigendomsrecht leidt > een wet ten grondslag liggen.

Wat wordt bedoeld met primaat van de wetgever?

- Hangt nauw samen met het feit dat de volksvertegenwoordiging deel uitmaakt van de wetgevende macht, zodat formeel kan worden volgehouden dat een machtiging van de wetgever impliceert dat de meerderheid vd burgers hiermee instemt.

Wat zijn twee aspecten van 'terugtred van de wetgever'?

- Enerzijds delegatie: in de wet in formele zin vaststellen van avv overgelaten aan bestuursorganen van de centrale ovh zoals de regering (amvb) en de ministers (ministeriële regelingen), dan wel aan wetgevende bestuursorganen van de lagere ovh; zoals provinciale staten en gemeenteraden (verordeningen).

- Anderzijds komt het voor dat noch in de formele wet, noch in (lagere) bestuurswetgeving het gedrag van de burgers wordt genormeerd, maar dat die normering wordt overgelaten aan een bestuursorgaan dmv uitoefening van beschikkings- of andere bestuursrechtelijke bevoegdheden.

Wat wordt bedoeld met gelede normstelling?

Deze terugtred van de wetgever bij de inhoudelijke normering van het bestuursoptreden heeft ertoe geleid dat bestuursorganen in veel gevallen min of meer zelfstandig bepalen wat rechtens is.

Hoe moet de rechter reageren op beleids- of beoordelingsvrijheid?

De rechter moet de beleids- of beoordelingsvrijheid tot op zekere hoogte respecteren.
De rechter zal zich daarom bij het beoordelen van - een binnen de bevoegdheidsgrenzen blijvende - uitoefening van discretionaire bevoegdheden door het bestuur tot een terughoudende toetsing moeten beperken, althans voor zover het gaat om:
- inhoudelijke keuzes die door het bestuur in het kader van beleids- of beoordelingsvrijheid zijn gemaakt.

Wat wordt bedoeld met rechtsvrije ruimte?

- Van rechtsvrije ruimte is nooit sprake van
- Jurisprudentie: bestaan van discretionaire bevoegdheden er niet aan in de weg staat dat het bestuur zich aan algemene rechtsbeginselen moet houden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Bestuursrecht Deel 1 systeem; bevoegdheid; bevoegdheidsuitoefening; handhaving | 9789462905818 | H E Bröring

Bekijk samenvatting