Materiële normen voor besluitvorming - Het vertrouwensbeginsel

3 belangrijke vragen over Materiële normen voor besluitvorming - Het vertrouwensbeginsel

Wat eist het vertrouwensbeginsel?

Het vertrouwensbeginsel van behoorlijk bestuur eist dat gerechtvaardigde verwachtingen, zo enigszins mogelijk: afhankelijk van een beangenafweging, worden gehonoreerd. Een absolute verplichting tot 'nakoming' van gewekt vertrouwen bestaat er niet.

Wordt het vertrouwensbeginsel ook toegepast bij een schijn van bevoegdheid?

Gegeven de spanning tussen enerzijds de handhaving van de publiekrechtelijke bevoegdhedenstructuur en anderzijds de erkenning dat het vertrouwen kan voortvloeien uit de schijn van bevoegdheid van ambtenaren zou bij de toepassing van het vertrouwensbeginsel niet de enkele onbevoegdheid van de persoon die het vertrouwen heeft gewekt de doorslag moeten geven. In elk concreet geval zou, gezien de omstandigheden, moeten worden getracht tot een oplossing te komen die voldoende recht doet aan de belangen van het individu.
Rechters zijn erg terughoudend met het toekennen van bindende werking op grond van schijn van onbevoegdheid.

Mag er worden afgeweken van het vertrouwensbeginsel indien er een wijziging is van beleidsinzichten?

Niet alleen een wijziging van feitelijke omstandigheden, maar ook een wijziging van de beleidsinzichten na de totstandkoming van de overeenkomst kan onder omstandigheden voor het bestuur een rechtvaardigingsgrond opleveren voor het niet nakomen van de gemaakte afspraak: de wijziging moet wel onvoorzien zijn geweest?

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo