Bestraffende bestuurlijke sancties - De bestuurlijke boete, EVRM Awb

3 belangrijke vragen over Bestraffende bestuurlijke sancties - De bestuurlijke boete, EVRM Awb

Wat is het vervaltermijn van de bevoegdheid?

De termijn vangt aan op het moment dat de overtreding heeft plaatsgevonden. Met betrekking tot de vervaltermijn voor het opleggen van de boete kan een onderscheid worden gemaakt tussen:
  1. Boetes van meer dan 350, hierbij is het vervaltermijn 5 jaar (art. 5:45 lid 1 jo. 5:53 lid 1);
  2. Boetes van minder dan 340: hierbij geldt een vervaltermijn van 3 jaar (art. 5:45 lid 2).

Wat houdt het fair-trial en het verdedigingsbeginsel in?

De beginselen komen onder andere tot uitdrukking in art. 5:48 lid 1, waarin staat dat het bestuursorgaan en de met toezicht belaste ambtenaar een boeterapport met betrekking tot de overtreding moet opstellen
Art. 5:49 lid 1 bepaalt dat de verdachte op zijn verzoek als voorbereiding op de zitting, inzage moet krijgen in alle stukken die ter onderbouwing van de beslissing tot oplegging van een bestuurlijke boete kunnen dienen. Een bestraffende sanctie mag namelijk niet worden gebaseerd op stukken waar de verdachte zich niet tegen heeft kunnen verdedigen.

Wat houdt het redelijk termijn in op grond van art. 6 EVRM?

Eenieder bij een vervolging recht heeft op een behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechter binnen een redelijk termijn. De termijn vangt aan als gesproken kan worden van een charge en eindigt op het moment dat de rechtspositie van de betrokkene definitief is vastgesteld.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo