Samenvatting: Bestuursrecht In De Sociale Rechtsstaat | 9789013106664 | R J N Schlossels

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat | 9789013106664 | R.J.N. Schlossels

• 1 Bestuursrecht

• 1.1 Aard en ontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Drie functies van het bestuursrecht ten opzichte van het overheidsbestuur

  (i) legitimerende functie: Het bestuursrecht voorziet het bestuursoptreden van een juridische grondslag. Deze grondslag dient uiteindelijk herleid te kunnen worden tot de Grondwet. Concreet komt de legitimerende functie van het bestuursrecht tot uiting in het in het leven roepen van bestuursorganen, het toekennen van bestuursbevoegdheden en het regelen van besluitvormingsprocedures.

  (ii) instrumentele functie. Rol die het recht speelt ten behoeve van de vaststelling en uitvoering van het overheidsbeleid.

  (iii) waarborgfunctie. Door de bestuursrechtelijke normering van het bestuursoptreden wordt de rechtspositie van de burger ten opzichte van de overheid gewaarborgd.

• Principieel verschil tussen publiek- en privaatrecht

  Het principiële verschil zit em in dat de overheid, ook als zij gebruikmaakt van de haar als privaatrechtelijk rechtssubject toekomende bevoegdheden (art. 2:1 en 2:5 BW), nooit als een gewoon deelnemer aan het rechtsverkeer kan worden beschouwd. Steeds geldt dat haar optreden een adequate legitimatie behoeft, dat zij met dat optreden uitsluitend het algemeen belang mag dienen.

• 2 Structuur en opbouw

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.3 Nederlands en Europees bestuursrecht

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het Europees bestuursrecht?

  Het Europees bestuursrecht ziet primair op het recht dat geldt tussen de instellingen van de Unie en de lidstaten en de Europese burgers. Ten tweede gaat het om het geheel van rechtsnormen (regels en beginselen) die afkomstig zijn uit het Unierecht en die het nationale bestuursrecht inkleuren, modificeren of ter zijde stellen.

• Een alternatieve betekenis van het begrip Europees bestuursrecht?

  Het geheel van gemeenschappelijke kenmerken en beginselen van het nationale bestuursrecht van de Europese landen.

• Weer een andere betekenis begrip Europees bestuursrecht

  de bestuursrechtelijke betekenis van het EVRM

• De uitvoering van het Unierecht waar leunt dat op?

  De uitvoering van het Unierecht leunt in hoge mate op de nationale bestuursorganisaties (een kenmerk van 'gedeeld bestuur'). Dit betekent dat bij het tot stand brengen van besluiten ter behartiging van Europees recht in beginsel nationaal recht wordt toegepast.

• Moet een nationaal besluitvormingsrecht Europa-proof worden gemaakt?

  Ja, zo nodig wel. Dit geldt ook voor rechtsbescherming. Rechtsgeschillen die gaan over de schending van Europees recht worden in beginsel afgedaan voor de bevoegde nationale rechter onder toepassing van nationaal procesrecht.

• Verbod op omgekeerde verticale werking

  Het betrokken bestuursorgaan op basis van een (rechtstreeks werkende) richtlijn geen directe verplichting aan een burger mag opleggen.

• 3 Bestuursorgaan en bestuursbevoegdheid

• 3.4 Bestuurlijke beslissingsruimte

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is door het recht beperkte vrijheid

  Bestuurlijke vrijheid tot rechtsvorming laat zich slechts denken binnen de grenzen van het geschreven en ongeschreven bestuursrecht. Een bestuursorgaan handelt altijd krachtens zijn ambtsplicht. Deze plicht ligt besloten in de bestuursbevoegdheid van dit orgaan. Dit betekent dat het orgaan niet handelt op basis van subjectieve inzichten van ambtsdragers maar op basis van een wettelijke, en dus publiekrechtelijke instructie.

• Wat is een normadressaat of normsubject?

  Dit is het bestuursorgaan tot wie de bevoegdheidsnorm zich richt.