Bestuursrechtelijke rechtsvinding
8 belangrijke vragen over Bestuursrechtelijke rechtsvinding
Wat betekent het voor een bestuursorgaan als deze beoordelingsvrijheid heeft?
Hoe kan worden afgeleid welke belangen 'rechtstreeks' betrokken zijn bij het nemen van het bedoelde besluit als deze niet volgen uit de toepasselijke wet?
Het specialiteitsbeginsel stelt dat het doelgebonden karakter van de bevoegdheden voorop staat. Indien de wettelijke bepalingen geen expliciete aanwijzingen verschaffen kan worden gekeken naar de wetsgeschiedenis of de systematiek van de toepasselijke regelingen. Er moet worden gekeken welk belang hoofdzakelijk met het wetsartikel word gediendt, andere belangen mogen wel meetellen maar niet doorslaggevend zijn.
Wat houdt een evaluatief woord in?
vb. de term evenredigheid, rederlijkerwijze.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wie spelen binnen het bestuursrecht itt tot civiel/straf een gezaghebbende rol in het kader van de rechtsvinding?
Zowel de bestuursrechter als het bestuurorgaan. Het bestuursorgaan spreekt zijn oordeel uit over vragen en problemen van rechtsvinding. Zijn beslissing/oordeel krijgt vervolgens rechtskracht indien het
1. Niet aan de rechter wordt voorgelegd.
2. Door de rechter niet als onrechtmatig wordt bevonden.
Dit is anders bij straf/civiel waar de rechter daar een oordeel velt over vragen en problemen van rechtsvinding.
Wanneer is duidelijk welke betekenis aan de wet moet worden toegekent?
Indien er rechtsvindingsproblemen ontstaan, er is geen duidelijk/eenzijdig antwoord op de rechtsvraag, welke instrumenten heeft een rechter dan om dit op te lossen wanneer eerdere jurisprudentie geen uitweg biedt?
Een rechter kan in dergelijke gevallen gebruik maken van één of meer interpretatiemethoden. Deze methoden verschaffen de rechter argumenten om een bepaalde betekenis aan de wettekst toe te kennen.
Daarnaast beschikt de rechter ook nog over andere instrumenten bij de rechtsvinding, zoals de analogieredenering en de a-contrario redenering.
Levert incommensurabiliteit (belangenafweging algemeen/individueel) eerder problemen op voor het bestuursorgaan of voor de bestuursrechter?
Welke problemen doen zich voor bij de belangenafweging die volgt uit art 3:4 lid 2?
Er zijn geen argumenten om te betogen dat de één beter is dan de ander en ook geen argumenten om te betogen dat beide opties gelijk zijn. Het evenredigheidsbeginsel kan bij deze keuze niet helpen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden