Materiele normen voor het bestuurlijk handelen

Question

Aan welke wetten/regels moeten besluiten en andere handelingen van het bestuur aan voldoen?

Answer 1

Awb, tenzij de aard zich hiertegen verzet.
Bijzondere wetten, waarop de bevoegdheid rust (mn bij besluiten).
Ongeschreven recht, algemene beginselen behoorlijk bestuur

Answer 2

Op de inhoud van besluiten (dictum)
Op de belangenafweging

Answer 3

Opgenomen in de Awb:
- Detournement de pouvoir (3:3 Awb)
- Evenwichtige belangenafweging (verbod van willekeur 3:4 lid 2). Let op art 3:4 lid 2 heeft vele gezichten.
Ongeschreven:
- Rechtszekerheidsbeginsel
- Gelijkheidsbeginsel
- Vertouwensbeginsel
- Zorgvuldigheidsbeginsel (beginsel van de minste pijn)

Answer 4

Door wie is het vertrouwen gewekt (bevoegd orgaan/mandaat?)
Waardoor is het vertrouwen gewekt? welke gedraging?

Indien er vertrouwen is gewekt door een bevoegd orgaan/mandaat. Is dit vertrouwen ook gerechtvaardigd, moet dit worden gehonoreerd?

3. Welke belangen spelen i.c. een rol?

Answer 5

Alleen een bevoegd bestuursorgaan kan gerechtvaardigd vertrouwen opwekken. Hoofdregel: onbevoegd orgaan, geen gerechtvaardigd vertrouwen.
Niet door een bevoegd bestuursorgaan, dan wellicht via mandaat? Zij kunnen ook vertrouwen wekken mits het mandaat is afgegeven door een daarvoor bevoegd orgaan. Voorbeelden
- ambtenaar
- wethouder (Namens het college van B&W, en behoort het onderwerp tot zijn portefuille?
Schijn van bevoegdheid: hij wist niet dat deze persoon niet bevoegd was. Slechts bij uitzonderlijke gevallen uitlatingen van ondergeschikten (zonder mandaat) een toekenbare schijn van bevoegdheid opwekken.

Answer 6

Inlichtingen vertrekken (bij loket)
Niet optreden tegen illegale situaties (gedogen)
Duurbeschikkingen
Toezeggingen doen (moeten ondubbelzinnig zijn, ik regel het voor je is te vaag! Liefst schriftelijk.
Schriftelijke afspraken over gebruik bevoegdheid.