Startpagina / Samenvattingen / Beter bij de les training in executieve functies / metacognitie-bedenken-doelgericht

Theoretische achtergrond - EF en hun ontwikkeling in de kindertijd

5 belangrijke vragen over Theoretische achtergrond - EF en hun ontwikkeling in de kindertijd

Wat is de relatie tussen doelgericht gedrag en flexibiliteit?

Doelgericht gedrag vraagt flexibiliteit: van aanpak of punt van aandacht kunnen wisselen als de omstandigheden veranderen of als een aanpak niet succesvol is. Dit schakelen tussen taken of strategie is lastig omdat het moeilijk is om de vorige taak los te laten en kost tijd! Inhibitie speelt hier een grote rol: je moet informatie uit de oude taak onderdrukken.

Hoe kun je oefenen om te focussen?

Gerichte aandacht is de vaardigheid en dus een strategie om te focussen en een taak vol te houden ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling. Het is een soort inhibitiemeganisme.

Wat is metacognitie? 3x

Metacognitie is kennis over kennis, inzicht hebben in het eigen leerproces en het kunnen toepassen van deze kennis tijdens nieuwe leermomenten.
-tijdens uitvoeren reflecteren en bijstellen
-achteraf reflecteren en hoe pak ik het de volgende keer aan?
-weten hóe je iets het beste kunt leren (strategie)

In welke 4 groepen worden EFs verdeeld in BBDL?

WG
doelgericht gedrag
emotieregulatie
metacognitie

Wat hoort bij planning, organisatie en time management?

Een effectief plan maken (een voorstelling maken van de uitkomst), benodigdheden bedenken en het uitvoeren (binnen een bep. tijd). Als het niet werkt of als je in tijdsnood komt, acties bedenken om je plan bij te sturen.
Tijdsduur inschatten is voor kinderen nog erg moeilijk. Het evalueren hoe het gegaan is, valt onder metacognitie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Beter bij de les training in executieve functies | 9789401432375 | Marthe van der Donk, et al

Bekijk samenvatting