Psychologie in het onderwijs van motorische vaardigheden

14 belangrijke vragen over Psychologie in het onderwijs van motorische vaardigheden

Wie zal een beweging sneller onder de knie krijgen, een leerling met een foutenanalyserende leerstrategie of een leerling met een momentane leerstrategie? Waarom?

Een leerling met een foutenanalyserende leerstrategie, want de leerling met de momentane leerstrategie kan geen informatie halen uit de mislukte pogingen wat leidt tot een meer negatieve emotionele reactie terwijl de leerling met de foutenanalyserende leerstrategie positiever is ingesteld op een volgende poging omdat hij meer controle heeft over wat hij doet bij zijn volgende poging, afgeleid van zijn foutenanalyse.

Noem 3 soorten fouten die bepalen hoe schadelijk de fouten zijn.

  1. Schadelijke fouten: de leerling merkt een fout niet op, waardoor deze 'inslijpt'. Hierdoor stagneert het leerpfoces.
  2. Verkennende fouten: de foutieve uitvoering leidt via één of meer foutenanalyses tot een betere uitvoering
  3. Voortreffelijke fouten: de foutieve uitvoering wordt gevolgd door een eveneens foutieve uitvoering, maar tegengesteld is aan de eerste. 

 

Wat zijn kenmerken van simultaan-coördinatieve vaardigheden?

  • De uitvoeringen van de deelhandelingen overlappen elkaar (worden min of meer tegelijkertijd uitgevoerd)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kunnen we alle vaardigheden categoriseren in simultaan-coördinatief of successief-coördinatief?

Nee, sommige vaardigheden kunnen zowel een simultaan- als successief-coördinatief karakter hebben, waarbij de accenten kunnen verschillen. (bijv. hoogspringen)

In welke vier stappen verloopt het leren van een (simultaan-coördinatieve) vaardiheid  (met fouenanalyserende aanpak) meestal?

  1. uitvoering op grond van een globaal-visuele bewegingsvoorstelling (op grond van instructies van de leerkracht)
  2. uitvoering op grond van een gestructureerd-visuele bewegingsvoorstelling (op grond van opgedane ervaringen en meer instructies)
  3. uitvoering op grond van een propioceptieve bewegingsvoorstelling (de leerling gaat steeds meer aanvoelen in de spieren)
  4. automatische uitvoering

Wanneer spreken we van beheersing van de vaardigheid in kwalitatieve zin? 

Wanneer het leerresultaat is geïnterioriseerd  (de leerling voelt de beweging aan), wendbaar is geworden (er zijn variaties mogelijk) en is verkort.

Wat wordt er bedoelt met het rekening houden met gevoelige periodes bij bewegingsonderwijs?

 

Dat houdt in dat men met het onderwijzen van bepaalde motorische vaardigheden wacht tot de leerling in zijn motorische ontwikkeling daaraan toe is, waarbij men dan ontwikkelingsfasen koppelt aan leeftijdsperiodes. Hierbij beschouwt men de motorische ontwikkeling als geleidelijk rijpingsproces en onderschat men de invloed van het milieu in het algemeen en van het bewegingsonderwijs in het bijzonder op deze ontwikkeling.

Wat wordt er bedoeld met ontwikkelend bewegingsonderwijs?

Dit wijst er op dat gedurende de schoolperiode de motorische ontwikkeling niet in hoofdzaak wordt bepaald door rijping, maar door het leren van bewegingen.

Noem de 6 didactische werkvormen en de 2 leeractivitieten

Didactische werkvormen zijn:

  • Demonstreren
  • verbale instructie
  • gedragsgecentreerde bewegingsonderwijs (de leerling wordt primair geïnformeerd over de manier van bewegen en hoe het doel bereikt kan worden)
  • probleemgericht bewegingsonderwijs (de leerkracht laat de leerling zelf meedenken over de verbetering van de beweging)
  • dialogisch bewegingsonderwijs (vragenderwijs begeleiden)

Leeractiviteiten zijn:

  • daadwerkelijk oefenen
  • de mentale oefening

Welke didactische werkvorm is de meest directe en economische methode om een motorisch leerproces op gang te brengen?

Demonstreren

Waarom is verbale instructie belangrijk?

Het helpt leerlingen te kunnen verwoorden wat er gedaan moet worden, zowel hardop als innerlijk. Dit is belangrijk voor het leerproces omdat de visuele bewegingsvoorstelling van de leerling zo steeds gedetailleerder en gestructureerder wordt.

Waarbij is gedragsgecentreerde instructie beslist noodzakelijk?

Als het gaat om het corrigeren van onjuiste uitvoeringen

Om welke vier redenen is het vragenderwijs begeleiden (dialogisch bewegingsonderwijs) van motorische leerprocessen van belang?

  • de leerling wordt door de dialoog uitgenodigd niet alleen in uitvoerende zin, maar ook in oriënterende en controlerende zin aan het leerproces deel te nemen. Het eigen initiatief van de leerling wordt bevordert.
  • Het bewegingsonderwijs krijgt een probleemgericht karakter
  • de leraar krijgt inzicht in de leerstrategie van de leerling
  • de leraar kan langs die weg een inadequate leerstrategie in een gunstige richting ombuigen

Wat zijn de drie functies van mentale oefening? (visualiseren)

  • Programmerende functie, hierdoor ontstaat een bewegingsplan aan de hand van de instructies
  • Instruerende functie, wanneer de leerling zich afvraagt 'hoe moet het ook alweer?'
  • corrigerende functie, waarbij in een foutenanalyse zowel de foute beweging als de gewenste beweging voor de geest wordt gehaald

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo