Samenvatting: Bgk2005
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BGK2005
-
Taak 1
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/05/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de verschillen tussen het aangeboren en het adaptieve immuunsysteem.
Aangeboren: eerste lijn afweer, snel, weinig specifiek, geen geheugen, fagocyten, complement
Adaptief: tweede lijn, eerste keer traag, erg specifiek, geheugen, tweede keer snel, t-lymfocyten, essentiële rol T helper cellen, antlichamen -
Welke cellen behoren tot het adaptieve immuunsysteem?
Cytotoxische Tcellen
T-helper cellen
Geheugen cellen
B-cellen (antilichamen) -
Waarin verschil de cellulaire immuniteit van de humorale immuniteit?
De humorale immuniteit is op basis van B-lymfocyten met hun bijbehorende antilichamen. Differentiatie leidt tot verschillende soorten plasmacellen.
Wanneer een antigen bij de cellulaire immuniteit op een T-lymfocyt bindt wordt deze geactiveerd. Gevolg door een of andere cascade -
Noem de stoffen die bij het aangeboren immuunsysteem worden uitgescheiden.
Opsoniserende en bactericide eiwittten --> complement, lysozymen en defensine -
Wat is het verschil tussen een steriele en een infectieuze ontsteking?
Een steriele ontsteking wordt veroorzaakt door een trauma met beschadiging van het weefsel.
Een infectieurze ontsteking wordt veroorzaakt door een infectie (bacterieel of viraal) -
Hoe werkt de infiltratie van leukocyten in het weefsel?
Gereguleerd door cytokinen, chemokinen en celadhesiemoleculen.
1. Activatie endotheel door pro-inflammatoire lokaal aangemaakte cytokinen.
2. Endotheliale expressie van adhesiemoleculen. (selectine en integriene liganden/ CAM's)
3. Rollen van leukocyten over het endotheel.
4. Chemokine-gemedieerde activatie van leukocyt adhesiemoleculen (integrinen).
5. Stabiele binding gevolgd door transmigratie naar het ontstekingsweefsel (extravasatie). -
Leg het verschil tussen een infectieuze, subacute en chronische ontsteking uit.
Infectieus: Een microorganisme dringt binnen en veroorzaakt lokale schade. In eerste instantie moet het lichaam zich verdedigen tegen de microbe voordat het de schade kan herstellen.
Subacuut: innate en adaptief betrokken bij de bestrijding. Duurt wat langer dan alleen infectieus.
Chronisch: een aanhoudende ontsteking die door het immuunsysteem niet geklaard kan worden. Het proces houdt zichzelf in stand. -
Taak 2
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/05/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Welke barrières zijn er in het immuunsysteem?
- Fysieke barrière: huid epitheel, darmepitheel en mucus
- Chemische barrière: lysozymen, peroxidase, lactoferrine, defensine
- Fysiologische barrière: darmflora -
Welke fagocyten zijn er en wat doen ze?
Neutrofielen, macrofagen, dendritische cellen en mestcellen. Ze nemen een microbe op en verteren deze. -
Hoe herkennen fagocyten een microbe?
- Toll-like-receptoren: Zitten op het celmembraan van de cel of van een endosoom. Ze herkennen eiwitten, lipiden en polysacchariden.
- NOD-like receptoren: zitten in het cytosol en herkennen DAMP en PAMPP.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden