Strategie, management en besluitvorming

75 belangrijke vragen over Strategie, management en besluitvorming

Welke kaders herkend Porter

  1. Lage-kostenleiderschap: Benadrukken hoe laag de kosten zijn in vergelijking met de concurrentie.
  2. Differentiatie: Streven om producten en/of diensten van die van andere in de branche te onderscheiden.
  3. Focus:  Men concentreert zich hierbij op een specifieke (regionale) markt of groep afnemers. Je kan hier het onderscheid weer maken op Focus op lage-kosten, Focus op Differentiatie

De kaders worden bepaald door keuze op twee gebieden;
Concurrentievoordeel en concurrentiebereik.

Welke strategieën herkennen Miles en Snow

  • Goudzoekersstrategie: Deze bedrijven zijn erop gericht om risico's te nemen en te innoveren en te groeien. Creativiteit boven efficiency
  • Verdedigingsstrategie: Gericht op stabiliteit, behouden of verschansen. Vasthouden aan klanten, niet innoveren en niet willen groeien. Gericht op verbeteren interne processen en controle.
  • Analytische strategie: Status quo handhaven en innoveren. Midden tussen de vorige twee. Bedrijven kunnen binnen een deel van organisatie kiezen voor de verdedigingsstrategie en voor een nieuwe markt de goudzoekersstrategie hanteren

Wat is de invloed van de strategie op het organisatieontwerp.

Strategie is een van de zaken die van invloed zijn op het organisatie ontwerp.
Daarnaast spelen zaken als Omgeving, technologie, omvang/levenscyclus en cultuur een rol. We noemen dit contigentiefactoren
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 5 elementen bevat het concurrentiekrachtemodel van Porter

  1. Traditionele concurrenten: Hiermee wordt de marktruimte altijd al gedeeld.
  2. Nieuwkomers op de markt: Nieuwkomers kunnen vaak goedkoper produceren omdat ze minder overhead hebben, gretiger zijn en nieuwe technologien gebruiken.
  3. Vervangende producten en diensten: Als er meer vervangende producten op de markt zijn is het lastiger om je prijzen hoog te houden
  4. Klanten: Winstgevendheid wordt voor een groot deel bepaald door het vermogen om klanten voor je te winnen en te behouden.
  5. Leveranciers: De macht over leveranciers is van invloed op de winst van een ondernemen.  

Hoe kan informatiesysteemstrategie je helpen bij het omgaan met concurrerende krachten.

  • Automatische besturing: Automatiseer zaken en haal menselijke activiteiten of tijdrovende zaken uit het proces wat kosten verlagend werkt
  • Productdifferentiatie:  Gebruik Informatiesystemen om nieuwe producten of diensten mogelijk te maken
  • Focus op marktniches: Gebruik IS om specifieke marktgerichtheid mogelijk te maken. (analyse/big data). inspelen op behoefte van de klant
  • Versterken van de klant - leverancier band. Dit verhoogt de overstapkosten en loyaliteit.

Wat is benchmarking en wat zijn Best Practices

Benchmarking is het vergelijken van de efficiency en effectiviteit van je bedrijfsprocesssen met strikte standaarden, en het vervolgens meten van de prestatie ten opzichte van deze standaarden. Best practises worden door adviesbureaus, onderzoeksorganisaties etc vastgesteld als zijnde de meest succesvolle oplossingen of probleemoplossende methoden voor het consistent en effectief bereiken van bedrijfsdoelstellingen

Wat is synergie en wat is de rol in relatie tot IS

Synergie is het idee dat bepaalde afdelingen input kunnen leveren voor andere afdelingen of dat twee bedrijven hun markten en expertise kunnen bundelen. Als je informatietechnologie voor dit doel kan inzetten kunnen deze losse systemen als geheel worden benaderd

Welke drie groeifases herkennen we bij ICT-Functies

  1. Automatiseringsfase: Aandacht sterk gericht op techniek. Ontwikkelingen in de bedrijfsvoering staan los van de onwikkelingen in de ICT
  2. Informatiseringsfase: De aandacht verschuift naar informatisering en de organisatie probeert een koppeling te maken tussen bedrijfsvoeringsdoelstellingen en ICT. Accent ligt op procesverbetering en herinrichten van processen met behulp van IT.
  3. bedrijfsvoeringsfase: ICT is volledig in de bedrijfsvoering geintegreerd. Er is een informatiearchitectetuur waarin alle componenten en hun samenhang zijn opgenomen.

Wat staat er in een informatiestrategie en informatieplanning

Informatiestrategie of informatiebeleid geeft aan hoe de informatievoorziening bijdraagt aan de doelstelling. Het is onderliggend aan de algemene strategie.
Informatieplanning geeft aan hoe de informatievoorziening verder ontwikkeld, uitgevoerd en beheerst wordt.

Wat is een e-strategie en wat is het belang

Bij een e-strategie komt de informatiestrategie integraal met de organisatiestrategie aan de orde. bij een e-strategie staat de klant centraal. het gaat niet meer om het product maar om allerlei zaken rond het product. Dus in plaats van het leveren van een auto ook het onderhoud, lease mogelijkheden etc.

Wat verstaan we onder enterprise architectuur

Een enterprise architectuur is een verzameling modellen, principes en richtlijnen waar de business, informatievoorziening, de informatiesystemen en de ICT-infrastructuur van een organisatie als geheel inzichtelijk worden gemaakt.

Met welke elementaire concurentiestrategien waabij informatiesystemen worden toegepast kan volgens Laudon concurentie voordeel worden behaald.

  1. Automatische besturing: Systemen gebruiken voor het produceren van goederen en diensten tegen een lagere prijs dan de concurrentie
  2. Productdifferentiatie: Systemen inzetten om meer variatie in producten te creëren of zelfs nieuwe diensten of producten creëren.
  3. Focus op Marktniches: Informatiesystemen inrichten op een specifiek aspect binnen je markt om daar je winst uit te halen.
  4. Band tussen klant en leverancier: Systemen gebruiken om een betere band te creëren tussen jou en de klant. Dit verhoogt de overstapkosten

Leg de strategie operational excelence uit

Een strategie verbinden met de Valuechain van Porter. Door de inzet van een of meer  van de elementaireconcurentiestrategien binnen een of meer delen van de valuechain verhoog je uiteindelijk je winst. Je kan middels methoden zoals benchmarking bekijken waar je staat als organisatie(onderdeel)

Aan welke strategien kan het value netwerk steun verlenen.

Een valuenetwerk of waardenweb is het afstemmen van jou diensten met die van partners waarbij je gezamelijk voordeel hebt.
Denk hierbij aan gebieden als:
  1. Synergie: Elkaars sterke kanten gebruiken ... dat maakt je soms afhankelijk
  2. Versterking van kerncompetenties: is complementair aan synergie maar houdt in dat je je focust op het verbeteren van je eigen kerncompetenties.
  3. Netwerk strategien: Gezamelijk zaken afstemmen
  4. Bedrijfsecosystemen: Voorwaarden scheppen voor nieuwe markten en marktpartijen.     

11. Welke deelstrategie onderscheidt van der Poel

van der Poel herkend een overkoepelende bedrijfsstrategie waaronder de drie andere onderdelen vallen.
  1. Marketingstrategie
  2. Productiestrategie
  3. informatiestrategie
Deze 3 onderliggende gebieden overlappen elkaar deels.

Hoe definieerd van der Poel informatiestrategie.

‘een impliciet of expliciet samenhangend geheel van visies, doelstellingen, structuren, regels en plannen met betrekking tot vraag en aanbod van formele informatie, goedgekeurd door de directie en gericht op de ondersteuning van de bedrijfsdoelstellingen van de organisatie op de lange termijn’.

Welke aspecten maken volgens van der Poel deel uit van een informatiestrategie.

  • Plaats: de scope waarop het betrekking heeft
  • de Visie: toekomstperspectief
  • de doelstellingen: wat beoogt de strategie
  • Structuren en architecturen: wat is de basis van het geheel
  • Beleidsregels: vertaling van strategie naar regels
  • Plannen: wie gaat wat doen - operationeel

Wat zijn de managementpraktijken die hardjono noemt? Wat betekenen ze in de organisatiecontext.

  1. Framing: Het zorgen voor duidelijk focus waarop de energie en inspanningen van de organisatie kunnen worden gericht
  2. Allignment: Het gecoordineerd en gecontroleerd werken van alle niveaus, processen en systemen in een organisatie
  3. Deployment: het vertallen van lange termijndoelen in concrete doelen voor de korter termijn.
  4. Continious improvement: iets wat op de PDCA-cyclus van deming lijkt.

Welke best practices onderscheidt Lareche in het kader van besturing

  1. Bepaal en richt besturing in vanuit missie en strategie
  2. Hanteer eenvoudige regels, gerelateerd aan een beperkte set concreet gemaakte waarden en daarop gebaseerde kernprocessen
  3. Combineer strategie en dynamiek
  4. De hele organisatie is onderwerp van besturing
  5. Richt strategische veranderingen op een weer werkende organisatie
  6. Het besturingssysteem is systematisch en methodisch vormgegeven.
  7. Aandacht voor doelstellingen en targets en organisatie-waarden en gedragsregels.      

Welke managementregels geeft ten Have om tot invulling van het management proces te komen.

  1. Bepaal vanuit de gekozen strategie het beleid, de daaraan gekoppelde doelstellingen en beoogde resultaten. Hieruit kunnen prestatie indicatoren worden afgeleid waarmee gemeten en bijgestuurd kan worden
  2. Vertaal de activiteiten in een budget en stel dat regelmatig bij
  3. Gebruik de doelstellingen, performance indicatoren en de budgetten als uitgangspunt voor de planning en control cyclus 

Welk aspect geld volgens Drucker voor effectieve ondernemingen

Ze beschikken over het vermogen om hun economische activiteiten beter de coördineren en te structureren dan de rest van de markt. Dit geld ook voor non-profit of overheidsorganisaties die hun activiteiten effectiever en efficienter kunnen uitvoeren dan het vrije spel der krachten dat kan,

Welke lagen vindt je terug binnen de enterprise architectuur

  1. business
  2. informatievoorziening (gegevens)
  3. informatiesystemen
  4. infrastructuur

Hoe hangt de informatieplanning samen met strategie en welke onderdelen bevat de informatieplanning?

Middelen, gegevens, personeel, architectuur informatiesystemen, organisatie

Om welke redenen lopen de kosten voor de informatievoorziening soms uit de hand?

Men schat de baten van projecten vaak te hoog in en onderschat de kosten. Dit is ook bij ICT het geval. Vooral omdat door complexiteit gemakkelijk zaken (al dan niet bewust) over het hoofd worden gezien en als meerwerk ineens in een project terugkomen. Ook keuzes kunnen leiden tot kostenstijging.

  1. Kosten voor het verzamelen en inwinnen van informatie
  2. Kosten voor het verwerken van de informatie
  3. Kosten voor het onderhouden van de informatie en de verwerkingshulpmiddelen  

Wat is de relatie tussen een entiteit en een attribuut?

Een entiteit moet je zien als een object (persoon/huis) en de gegevens die hierbij horen zijn attributen (geboortedatum, woonplaats, bouwjaar, soort glas).
Als de gegevens kloppen zijn ze integer.. Als gegevens dubbel staan opgenomen zijn ze redundant door op een slimme manier met entiteiten om te gaan kan je redundantie voorkomen.

Beschrijf hoe organisaties zich volgens het driefasemodel ontwikkelen op het gebied van informatievoorziening.

  1. Automatiseringsfase: IT en bedrijfsvoering staan los van elkaar en beïnvloeden elkaar niet. IT is ondersteunend.
  2. Informatiseringsfase: Hier probeert men koppelingen te maken tussen de bedrijfsvoering en de IT, IT wordt gebruikt om processen te verbeteren.
  3. Bedrijfsvoeringsfase: ICT is volledig in de bedrijfsvoering geintergreerd, Alle systemen zijn in samenhang opgenomen in een informatiearchitectuur

Wat verstaat u onder de informatiearchitectuur? Wat is daar het belang van?

Onder organisatiearchitectuur verstaan we alle onderdelen van de informatievoorziening en hun samenhang in de organisatie. Je kan hierbij onderscheidmaken tussen basisregistraties (informatiesystemen voor algemeen gebruik) en Toepassingsregistraties (informatiesystemen voor een specififieke toepassing)

Wat verstaat u onder de informatie-infrastructuur?

Hieronder verstaan we de "relatief permanente informatievoorziening die algemeen beschikbaar is ten behoeve van gegevensverwerking, -opslag en -transport. Onderdelen hiervan zijn :
  • Netwerken
  • Algemene Software
  • procedures en richtlijnen
  • centrale databases

Eigenlijk alle IT systemen en hieraan gerelateerde procedures die de primaire bedrijfsprocessen ondersteunen.

Wat verstaat u onder normatieve managementtheorieën?

Deze theorien gaan uit van het beeld van wat managers zouden moeten doen. De theorieen van Taylor en Fayol zijn normatief. Plannen, organiseren, leidinggeven, coordineren en beheersen. Er wordt bij deze stijlen weinig tot geen aandacht geschonken aan de menselijke maat.

Wat verstaat u onder beschrijvende managementtheorieën?

De beschrijvende theorien gaat uit van wat managers daadwerkelijk doen. De theorie van Mintzberg is een beschrijvende.

Welke drie managementrollen onderscheidt Mintzberg?

  1. Managen van interpersoonlijke relaties; informele communicatie
  2. Het nemen van besluiten;
  3. Het verzorgen van interne en externe informatievoorziening 

Noem drie kenmerken van managementinformatie.

Managementinformatie:
  1. actueel zijn; snelheid gaat boven precisie
  2. bevat relevante informatie
  3. is overwegend verbaal

Welke informatierollen heeft een manager volgens Mintzberg?

  1. Antennefunctie: Het monitoren van interne en externe omgeving via medewerkers en, netwerken, externe contacten etc.
  2. Verspreider van informatie: Beoordelen van informatie en bepalen wat er mee moet gebeuren, wanneer en naar wie
  3. Spreekbuis voor de organisatie naar buiten toe: bijvoorbeeld richting de media
  4. (mede)maker van strategie: vanwege het overzicht dat de manager heeft over de interne en externe gang van zaken  

Welke managementtypen kent u?

  1. Contactpersoon; Rol: Contacten, vertegenwoordiger; Informatie: extern, informeel,protocol
  2. Politiekmanager; Rol: Spreekbuis, onderhandelaar,bronnenverwerver; Informatie: Informeel,tactisch
  3. Ondernemer; Rol: Ondernemer, onderhandelaar; Informatie: marktinformatie, strategisch
  4. Real-time manager; Rol: Storingenoplosser; Informatie: Interne beheersinformatie, operationeel
  5. Teammanager; Rol: Leider, Spreekbuis, antennefunctie; Informatie: Persoons- en taakgerichte informatie

Noem twee nadelen van bedrijfspolitiek.

Teveel politiek kan tot problemen leiden. Door te langdurig onderhandelen of door een tunnelvisie kunnen de volgende situaties ontstaan:
Besluiten kunnen maar voor een deel van de organisatie gunstig uitpakken of zorgen ervoor dat een organisatie vastloopt

Welke managementstijlen kent u?

Taakgericht: Formeel, kwantitatieve informatie over doelen en de mate waarin deze worden bereikt. Meten is weten en afspraak is afspraak
Mensgericht: Informeel, kwalitatieve informatie over werkrelaties en motivatie. Informatie hierover vaak startpunt van overleg/onderhandeling.

Welke manieren kent u om de informatieverwerkende capaciteit van managers te vergroten?

Delegeren/mandateren
Informatie die aansluit bij de behoefte van een manager bieden
juiste terugkoppeling naar medewerkers

Wat verstaat u onder integraal management?

De manager die stuurt is verantwoordelijk voor het proces en de productiemiddelen.
Hiervoor is een goed ingerichte informatievoorziening noodzakelijk. Naast strategisch informatie moet de mananger tactische en operationele informatie hebben om te kunnen sturen. De manager moet voldoende mandaaat hebben om te kunnen sturen.

Wat is de relatie tussen mandaat en informatie?

De manager is gemandateerd om bijvoorbeeld bepaalde investeringen te doen of inhuur te accorderen. Hij moet daarvoor wel actuele informatie hebben om de keuzes te ondersteunen en binnen het mandaat te blijven.

Welke bronnen van intergroepsconflicten kent u?

  1. Onverenigbare operationele doelen: actie van groep A kan belangen groep B schaden
  2. Differentiatie: De aard van het beestje, cultuur gedrag ... boekhouders steken anders in elkaar dan marketeers
  3. Taakinterdependentie: Groep A is afhankelijk van het resultaat of middelen  van groep B. 
  4. Schaarse middelen: Groep A en B doen beide een beroep op middelen die schaars zijn

Wat zijn de ingrediënten van een intergroepsconflict?

identificatie met de groep
Waarneembare verschillen tussen groepen
frustratie doordat het doel wordt tegengewerkt door een andere groep

Volgens welke twee ideaal modellen kunnen organisaties beschreven worden in het kader van conflicten?

Het rationele model en het politieke model

Hoe definieert Daft macht?

Het vermogen van een persoon of afdeling in een organisatie om anderen zo te beïnvloeden dat ze de gewenste resultaten tot stand brengen.

Over welke soorten persoonlijke macht kunnen managers beschikken?

  1. Legitieme macht: Op basis van formele positie
  2. Beloningsmacht: de mogelijkheid om mensen te belonen voor gewenst gedrag
  3. Dwingendemacht: de mogelijkheid om te straffen voor ongewenst gedrag
  4. Expertisemacht: op basis van betere kennis en vaardigheden
  5. Referentiemacht: de manager als geaccepteerd gedragsvoorbeeld.   

Op welke structuurkenmerken is macht in organisaties vaak gebaseerd?

In organisaties is macht vaak gebaseerd op de volgende structuurkenmerken
  1. formele positie
  2. aard van de functie
  3. toegang tot bedrijfsmiddelen
  4. geleverde bijdrage aan organisatie door manager   

Welke verticale machtsbronnen kunnen in de organisatie gevonden worden?

  1. Formele postitie
  2. Controle over beslissingspremissen en informatie
  3. Netwerkcentraliteit 

Welke horizontale machtsbronnen kunnen in de organisatie gevonden worden?

Horizontale bronnen blijven buiten beeld in het organigram. onderstaande bronnen zijn van toepassing op deze vorm van macht.
  • Afhankelijkheid: De beschikking over middelen levert je macht op
  • Financiele middelen: het al of niet beschikbaar stellen van...
  • Centraliteit: De invloed van de groep op de resultaten van de organisatie
  • Onvervangbaarheid: Het ontbreken van alternatieven
  • Aanpakken van onzekerheid: Hoe beter je informatie is hoe minder afhankelijk je wordt.

Wat is het verschil tussen macht en gezag?

Gezag is beperkter dan macht. Daft benoemd gezag als de kracht om gewenste resultaten te bereiken, maar alleen via hierarchie en officiele relaties tussen manager en ondergeschikte. Gezag is hiermee dus gelijk aan verticale en legitieme macht.

Wat zijn de kenmerken van gezag?

Verbonden aan positie
Aanvaard door ondergeschikten
Stroomt van boven naar beneden langs de hierarchie

Hoe definieert u politiek?

Politiek is neutraal, het is volgens daft het gebruik van macht om de beslissingen zo te beinvloeden dat (de gewenste) resultaten behaald worden. Het is een natuurlijk proces om geschillen op te lossen

Wat verstaat u onder organisatiepolitiek en op welke terreinen speelt organisatiepolitiek zich meestal af?

Daft defieert dit als de activiteiten gericht op het verkrijgen van macht en andere middelen, deze te ontwikkelen en te gebruiken voor de gewenste resultaten, als er onenigheid of onzekerheid is over keuzes. Organisatiepolitiek wordt vaak getriggerd door zaken als structuurverandering, managementopvolging en middelentoewijzing. Hierbij is er vaak sprake van onzekerheid en ambiguiteit

Noem drie tactieken in het kader van politiek, macht en gezag.

Coalitievorming
Netwerk vergroten
Controlle (beslissingpremissen beheersen)
Legitimiteit en expertise vergroten
Voorkeuren expliciteren maar macht impliciet te houden.

Hoe wordt een krachtenveldanalyse uitgevoerd?

  1. Maak een lijst van stuwende en remmende krachten
  2. Waardeer elke kracht naar gevolgen en kracht
  3. bepaal welke krachten u kunt beinvloeden
  4. Analyseer de lijst om te bepalen hoe u de verandering het beste kunt uitvoeren. Richt je daarbij op het verminderen van de invloed van de remmende krachten. Dit is vaak rendabeler dan in te zetten op het versterken van de stuwende krachten  

Welke aspecten zijn van belang bij het doorvoeren van veranderingen?

Volgens Bradford en Cohen zijn de volgende zaken van belang
  1. Creatie van een gedeelde toekomstvisie
  2. Delen van de verantwoordelijkheid en eigendom om de visie te bereiken
  3. Richten op vaardigheden van mensen die betrokken zijn bij de verandering zodat ze optimaal kunnen presteren  

Quinn geeft aan dat er vier manieren zijn om de verandering te implementeren
  1. Vertellen: Door mensen te informeren hen mee te nemen in de verandering.
  2. Dwingen: De verandering opleggen (dit levert op termijn vaak weerstand op)
  3. Participeren: Samenwerken om een doel te bereiken..
  4. Hervormen: Door het goede voorbeeld te geven mensen meenemen in de verandering.

Wat verstaat u onder kennismanagement?

Het systematisch vinden, organiseren en beschikbaar (doen) stellen van inteletueel kapitaal in een organisatie.

Wat is het onderscheid tussen expliciete kennis en impliciete kennis?

Explicitiete kennis kan gecodeerd, vastgelegd worden via codificatie
Implicitiete kennis is aanwezig in hoofden van mensen en is gebasseerd op expertise

Welke strategieën voor kennismanagement kent u?

Het bijeenbrengen van explicitiete kennis door codificatie:
  • Datawarehousing
  • Knowledge mapping
  • Electronische bibliotheken  

Personalisatiestrategie: Het bijeenbrengen van mensen
  • Dialoog
  • Expliciete kennisoverdracht (meelopen) na afloop van een project (Review etc)
  • Communities of Practice (CoP)

Combinatiestrategie: Een combinatie van bovenstaande twee wijzen

Wat wordt verstaan onder de personalisatiestrategie en welke mechanismen kunnen hierbij gehanteerd worden?

Het uitwisselen van kennis en ervaring tussen personen onderling, impliciete kennis, door mensen fysiek of middels interactieve media met elkaar in contact te brengen.
Dialoog, Explicitie kennisoverdracht, CoP (beroepsgroepen waar mensen op vrijwillige basis kennisuitwisselen)

Wat verstaat u onder organizational learning?

Het bedrijf continue aanpassen aan de omgeving. Leren van de omgeving en daarop de bedrijfsvoering aanpassen. Dit kan zich uiten in nieuwe bedrijfsprocessen of andere besluitvormingspatronen.

Wat verstaat u onder een CoP?

Communities of Practice; ofwel een groep mensen uit het zelfde domein die door hun kennis op een vakgebied elkaar kunnen versterken. Een CoP kan los staan van een organisatie.

Welke typen kennismanagementsystemen kent u en hoe onderscheiden deze zich?

Enterprisebrede systemen
  • Enterprisecontentsystemen: beheren gestrucureerde en ongestructureerde informatie.
  • Kennisnetwerken: een systeem waaruit je kan achterhalen waar de informatie beschikbaaris of wie de informatie kan leveren
  • Samenwerkingstools of leermanagementsystemen: Blogs of wiki's   

Kenniswerkstations:
  • Systemen toegesneden op speficieke wensen en eisen van bepaalde werknemers. Cad systemen of met bepaalde analyse tools

Inteligente technieken
  • systemen die er op gericht zijn kennis te verwerven op uiteenlopende manieren.

Wat verstaat u onder computer forensics?

Het zodanig verzamelen van (IT) gerelateerd bewijsmateriaal zodat dit kan worden gebruikt bij een rechtzaak maar ook om inzichtelijk te maken of medewerkers volgens de regels werken

Hoe kunnen informatiesystemen beveiligd worden?

  1. Door algemene maatregelen (generic controls)
  2. Door applicatiespecifieke maatregelen (application controls)

beveiligingsbeleid met daarin aandacht voor
  1. Acceptable use policies (richtlijnen voor gebruik)
  • continuïteitsplannen
  • calamiteitenplannen
Het bestaan en gebruik hiervan is te toetsen via audits

Wat verstaat u onder kwaliteitsmanagement?

Onder kwaliteit van informatiesystemen verstaat bots
- Doeltreffendheid en doelmatigheid (betrouwbaarheid, volledigheid, integriteit)
- Duurzaamheid en flexibiliteit
- Gebruiksvriendelijkheid

Het streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van een product, productieproces, dienst of organisatie. Het heeft te maken met de mate van controle over het proces rondom het voortbrengen van producten/diensten

Welke aandachtsgebieden ziet u voor het management ten aanzien van kwaliteitsmanagement?

  • Definiëren van kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsorganisatie
  • Het inrichten van een kwaliteitssysteem
  • Het opzetten van een continue proces van kwaliteitsverbetering 

Wat verstaat u onder kwaliteit?

Het precies leveren wat verwacht wordt. Niet meer en niet minder..

Welke aspecten kunnen ten aanzien van kwaliteit onderscheiden worden?

1. Een procesgebonden aspect
2 een productgebonden aspect
  • 2.1 statisch : een informatiesysteem in rust
  • 2.2 dynamisch: het informatiesysteem tijdens gebruik
3. de kwaliteit van de informatie

Deze vier dimensies zijn te beoordelen op basis van kwaliteitsattributen.

Welke soorten besluiten en besluitvorming kent u?

Geprogrameeerde
- Rationele:
Niet geprogrammeerde
- Beperkt rationele besluitvorming

Er zijn vier vormen van processen te herkennen binnen organisaties
  1. Operationele research: gaat op voor meetbare en analyseerbare problemen. Het model houdt weining of geen rekening met menselijk factoren.
  2. Carnegiemodel: compromiszoeken
  3. Incrementele besluitvorming (mintzberg)
  4. Lerende organisatie   

Leg uit wat besluitvorming volgens het operationele researchmodel betekent.

wetenschappelijke benadering van een probleem. werkt bij meetbare, analyseerbare problemen die logisch gestructureerd zijn. Vaak is een van de variabelen het probleem. Wiskundige en statistiek wordt gebruikt om het probleem op te lossen. Hierbij wordt de menselijke factor overgeslagen

Leg uit wat besluitvorming volgens het Carnegie-model betekent.

Bij het carnegie model is men er van bewust dat er verschillende meningen zijn rondom het probleem. Managers zien iets misschien niet eens als een probleem. De truck is om in gezamelijkheid het probleem benoemd te krijgen. Als het probleem benoemd is kan het ook worden opgelost. Hierbij geldt hetzelfde probleem weer. Daft stelt dat dit model er voor zorgt dat niet de beste oplossing wordt verkozen.

Leg uit wat besluitvorming volgens het incrementele besluitvormingsmodel betekent.

Hierbij wordt het probleem opgedeeld en in stukjes opgepakt. Het kan zijn dat er tussentijds opnieuw moet worden begonnen omdat omstandigheden veranderen. Mintzberg benoemd beslissingsonderbrekingen als punt waarbij er wordt teruggestapt.

Leg uit wat besluitvorming in de context van een lerende organisatie betekent.

Het constant anticiperen op de omgeving levert problemen op waarbij besluitvorming onzeker, complex en onduidelijk zijn. Hiervoor wordt vaak een combinatie van het carnegiemodel en het incremetele model ingezet. Een andere methode is het vuilnisbakmodel.

Leg uit wat besluitvorming volgens het vuilnisbakmodel betekent.

Vaak toegepast in organisaties die zich kenmerken door:
  • onzeker voorkeuren: Sterk veranderen omgevingsfactoren
  • onduidelijke of slecht begrepen technologie : Oplossingen niet te automatiseren 
  • hoog personeelsverloop 

Het besluitvormingsproces is niet een aaneenschakeling van stappen maar vindt plaats binnen vier afzonderlijke stromen in de organisatie te weten:
  1. Problemen,
  2. potentiële oplossingen,
  3. deelnemers (werknemers)
  4. keuzemomenten.

Dit houdt in dat:
  1. oplossingen worden voorgesteld ook als er geen probleem is
  2. Keuzes worden gemaakt die problemen niet oplossen
  3. veel problemen niet opgelost worden maar blijven bestaan
  4. sommige problemen opgelost worden

Leg uit wat u verstaat onder ondernemingsrisicomanagement

De oplossing van Flaherty voor ERM (enterprise risicomanagement) legt de focus op het ondernemingsresultaat als vertrekpunt voor een effectief risicomanagement.

Ondernemingsrisicomanagement is een proces dat bewerkstelligd wordt door het bestuur van de onderneming, het management en ander personeel en wordt toegepast bij het formuleren van de strategie en binnen de gehele onderneming, ontworpen om potentiële gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de onderneming te identificeren en om risico s te beheren zodat deze binnen de risicoacceptatiegraad vallen, om een redelijke zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen van de ondernemingsdoelstellingen.

Welke dimensies kent het risicomanagement framework volgens Flaherty?

  1. Ondernemingsrisicodoelstellingen
  2. Componenten van risicomanagement
  3. de onderdelen van de organisatie 


Risicomanagement is afhankelijk van mensen, hun kwaliteiten, beperkingen en agenda's

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo