Kolonialisme -Industrialisatie

13 belangrijke vragen over Kolonialisme -Industrialisatie

Wat zijn de Global North en de Global South in het hoorcollege 4 van kolonisatie en de-industrialisatie?

  • Global North = de vroege industrialisatoren, oftewel de koloniale krachten (met name Europa).
    • Zij zijn door de Industriële Revolutie van handwerk naar diensten gegaan.
    • Oudere termen zijn: Eerste Wereld, het Westen, de Rijke Kern.


  • Global South = gekoloniseerd tussen de 18e en 20e eeuw.
    • Zij hebben een gelimiteerde/ langzamere industrialisatie. Zij blijven de ambachtelijke industrie aanhouden.
    • Oudere termen: Derde Wereld, de Rest, de Arme Periferie.

Welk historiografisch debat gaat er rond in het thema van Kolonialisme, Wereldhandel en (de)Industrialisatie?

Er gaat een debat rond om de koloniale rol: waren de koloniserende landen een bron van moderniteit of juist een bron van onderdrukking? Oftewel: heeft de industrialisatie in het Globale Noorden gezorgd voor de de-industrialisatie in het Globale Zuiden?

Een theorie die te maken heeft met (de)industrialisatie en kolonisatie is de Modernisatie Theorie uit de 20e eeuw. Wat houdt die theorie in?

De Modernisatie Theorie houdt in dat door de tussenkomst van rijke (westerse) landen modernisatie kan worden gestimuleerd. Door de economische ontwikkeling kan modernisatie worden bereikt via stages (Western model). Als er gebrek was een moderne industrialisatie, dan lag dat aan het gebrek aan initiatief van de bevolking.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De Afhankelijkheids- Theorie is de tegenhanger van de Modernisatie Theorie in het debat over (de)industrialisatie. Wat houdt de Afhankelijkheids- Theorie in?

De Afhankelijkheidstheorie houdt in dat industrieel kapitalisme en kolonialisme de wereldlijke ongelijkheden heeft versterkt.

De kolonisten wilden namelijk ruwe materialen en nieuwe markten in de koloniën, wat leidt tot extractie en dwang. De koloniën richten zich daarom ook op de landbouw, wat hun industrieën verstoord en voor onderontwikkeling zorgt. De Rijke Kern echter werden meer geïndustrialiseerd en rijker.

Hoe zijn de Modernisatie Theorie en de Afhankelijkheidstheorie een product van hun tijd?

De tijd van de theorieën was ook de tijd van Imperial Rule maar ook van de koude oorlog. Wetenschappers gingen debatteren over kapitalisme vs. zijn tegenhangers, waaronder het communisme.

De Modernisatietheorie heeft het kapitalisme als model voor de ontwikkelende wereld, terwijl de Afhankelijkheidstheorie zegt dat juist kapitalisme heeft gezorgd voor onderontwikkeling en ongelijkheid. Daarom is socialisme of communisme een beter model.

Waarom hoort Williamsons de-industrialisatiethese zowel niet bij de Afhankelijkheidstheorie als bij de Modernisatietheorie?

Niet Afhankelijkheidstheorie: want hij negeert ongelijke machtsrelaties.

Niet Modernisatietheorie: want lokale cultuur, instituties zijn niet belangrijk (hij kijkt naar de wereldwijde economie, en niet naar de lokale economie)

Welke benadering neemt Williamson in zijn de-industrialisatiethese en welk standpunt neemt hij?

Williamson neemt de neoklassieke benadering: een wereldwijde markt van vraag en aanbod bepaalt of een land zicht gaat richten op landbouw of op industrie. Globale economische krachten bepalen ontwikkelingen in het Globale Noorden en Globale Zuiden.

Hij focust zich hier op de veranderende globale handelspatronen tijdens de industriële Revolutie. Als een economist gebruikt hij een data gestuurde theorie: Terms of Trade.

Wat is het basisargument van Williamson in zijn these over de-industrialisatie in het zuiden?

Net zoals Afhankelijkheids-theoristen, focust Williamson zich op de oorzaken van grote verschuivingen in globale handel en lokale handel dat zich plaatsvind in de 19e eeuw. Voor 19e eeuw, was ieder land ongeveer gelijk met industrie en landbouw, maar na de 19e eeuw begint het noorden zich te specialiseren in industriële producten en het zuiden in ruwe materialen (landbouw en mijnen).

Door dit gebeuren, zo stelt Williamson gaat eigenlijk het zuiden zijn lokale industrieën achterlaten en focussen op ruwe materialen. Het noorden benoemt hij de Kern, en het zuiden de Periferie

Welke twee globale economische ontwikkelingen noemt Williamson die (de)industrialisatie aandrijven, en zich voornamelijk in het noorden afspelen?

  1. De transportrevolutie: hierdoor komt een massieve toename in de globale handel. Door stoomschepen en sporen zijn er lagere transportkosten en komen de globale prijzen meer samen.
  2. De industriële revolutie: hierdoor komt een nieuwe globale verdeling van arbeid.

Wat houdt het puur theoretisch economisch perspectief in van Williamson ?

Door de toename van globale handel gaan landen enkel dingen produceren waar ze het beste in zijn en daarmee handelen. "Comparitive Advantage".

Voor de industriële kern houdt dit in dat door de industriële revolutie ze een hoge industriële productiviteit (IR) krijgen --> industrieel voordeel.
Voor de arme periferie houdt dit in dat door de hoge kwaliteit landbouwgrond --> agrarisch voordeel.

Wat gebeurt er in 1800 waardoor er een Terms of Trade boom komt voor ruwe materialen? En wat kan zorgen voor armoede in de periferie?

In 1800s begint de Industriële Revolutie > dit zorgde voor een hoge vraag van ruwe materialen > hierdoor kwamen er hoge globale prijzen > hoge prijzen van ruwe materialen > Terms of Trade boom voor ruwe materialen.

De arme periferie focust zijn arbeid op ruwe materialen, wat zorgt voor de-industrialisatie. Maar als het noorden ineens andere machines gebruikt waarvoor andere ruwe materialen nodig zijn/ of een land produceert te veel van het materiaal > prijs beweeglijkheid > onzekerheid in de periferie > armoede.

Wat zijn de Terms of Trade die genoemd worden in het artikel van Williamson over koloniën en de-industrialisatie?

Terms of Trade = de prijs van de ge-exporteerde goederen gerelativeerd met de prijs van de geïmporteerde goederen. Oftewel: hoeveel van een product, ergens anders gemaakt, kan je verkrijgen in ruil voor een eenheid van een door jouw geproduceerde product. (katoen en olie)

Waardoor veranderen de ruilcondities?
Door veranderingen in vraag, aanbod en productiviteit veranderen de prijzen van producten. Bijv. Wereldwijde vraag naar olie stijgt, maar productiviteit en aanbod is laag > hoge prijzen voor olie. = Terms of Trade bust.

Wat is de formule van Terms of Trade, TOT, genoemd door Williamson?

De formule is TOT = unit prijs van export/ unit prijs van import.

Gaan de getallen omhoog voor de prijs van export, dan heeft de export een TOT boom.

Als je meerdere importen en exporten wil berekenen (meerdere producten), moet je een samengestelde prijs creëren. De prijzen van alle belangrijke exporten en importen worden apart gecombineerd (gewogen op belang %). Deze worden geïndexeerd om jaarlijkse prijsveranderingen te vergelijken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo