De mondhygienist in het ziekenhuis

12 belangrijke vragen over De mondhygienist in het ziekenhuis


•Bij radiotherapie in hoofd hals gebied en bij stamceltransplantatie dient behandeling ......... weken of langer voor start oncologische behandeling plaats te vinden


•Bij radiotherapie in hoofd hals gebied en bij stamceltransplantatie dient behandeling 2 weken of langer voor start oncologische behandeling plaats te vinden

Instructies bij gebruik fluoride kappen

Tanden poetsen + interdentaal reinigen.
Individuele lepel vullen met neutrale natriumfluoridegel 1%.
Om de dag 5 minuten dragen.
Resten fluoride uitspugen.
Niet naspoelen met water.
30 min wachten met eten, drinken en spoelen.
Na radiotherapie: 2x per week. Zolang hyposialie duurt, vaak levenslang.


•Bijna 100% van de hoofd- halskankerpatiënten die worden behandeldmet bestraling ........
•89% van de patiënten die worden behandeld met .........
•40% die worden behandeld met ..........


•Bijna 100% van de hoofd- halskankerpatiënten die worden behandeldmet bestraling (radiotherapie)
•89% van de patiënten die worden behandeld met radio- enchemotherapie
•40% die worden behandeld met chemotherapie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Xerostomie
Bestraling: Irreversibele schade aan speekselklieren treedt op vanaf een dosis van ....... Gray.

Bestraling: Irreversibele schade aan speekselklieren treedt op vanaf een dosis van 30 Gray.

Dip (neutropenie)
Door de chemotherapie worden tijdelijk uw witte bloedlichaampjes verlaagd. Dit noemen wij neutropenie of 'dip'.
•De patiënt is neutropeen of in ‘de dip' als de neutrofiele (segmentkernige) granulocyten (onderverdeling van de leukocyten) lager zijn dan ............


•De patiënt heeft door de verminderde weerstand een verhoogd risico op infecties


•De patiënt is neutropeen of in ‘de dip' als de neutrofiele (segmentkernige) granulocyten (onderverdeling van de leukocyten) lager zijn dan 0,5 × 109/l


•Graft-Versus-Host-Disease (GVHD) kan optreden na allogene SCT. --> Een allogene stamceltransplantatie is een transplantatie met stamcellen en afweercellen van een donor
•De afweercellen .......
•GVHD kan optreden in.......
•.........% van de patiënten die een allogene SCT ondergaan, ontwikkelt deze complicatie.
•De ernstige vormen van GVHD  van huid, lever en/of maagdarmstelsel zijn geassocieerd aan een .......


•Graft-Versus-Host-Disease (GVHD) kan optreden na allogene SCT.
•De afweercellen van de donor herkennen het lichaam van de patiënt als vreemd en brengen een immuunreactie op gang.
•GVHD kan optreden in de huid, het maag-darmkanaal, de mond, longen en/of de lever.
•30-60% van de patiënten die een allogene SCT ondergaan, ontwikkelt deze complicatie.
•De ernstige vormen van GVHD  van huid, lever en/of maagdarmstelsel zijn geassocieerd aan een verhoogde mortaliteit.

Graft-Versus-Host-Disease (GVHD) kan optreden na allogene SCT wat is dit

Een allogene stamceltransplantatie is een transplantatie met stamcellen en afweercellen van een donor. De afweercellen van de donor sporen de zieke cellen op en vernietigen deze. De stamcellen van de donor vervangen uw eigen stamcellen en maken weer nieuwe bloedcellen aan.

Mondverzorgingsprotocol IC

Elke 8 uur
Elke 12 uur
Elke 4 uur
Elke 2 uur


Elke 8 uur de tanden poetsen met een kindertandenborstel en fluoride tandpasta (niet naspoelen!)
Elke 12 uur uur de mucosa, slijmvliezen, tanden en de tong afnemen met een in chloorhexidine 0,12% mondspoelmiddel gedrenkte swab.
Elke 4 uur de lippen invetten met vaseline uit een tube.
Elke 2 uur de mond bevochtigen met een in kraanwater gedrenkte swab.

Bisfosfonaten
risico’s bij behandeling in de mond


•Extracties
•Wortelkanaal-behandelingen
•Implantaten
•Parodontitis
•Orthodontie
•Gebitsprothesen (drukplekken)


•In zeldzame gevallen kunnen bisfosfonaten een afwijking aan het kaakbot geven .......



•Dit risico lijkt groter bij bisfosfonaten     die via........gegeven worden.

•Het risico is het grootst rond  .....


•In zeldzame gevallen kunnen bisfosfonaten een afwijking aan het kaakbot geven (osteonecrose).

•Dit risico lijkt groter bij bisfosfonaten     die via infuus gegeven worden.

•Het risico is het grootst rond     tandheelkundige ingrepen en
    bij wonden in de mond/kaak.

Schisis

Een stoornis in de zwangerschap (Tussen de .......... wk sluiten lip en bovenkaak, tussen ........ wk sluit het verhemelte)


•Een stoornis in de zwangerschap (Tussen de 6e en 9e wk sluiten lip en bovenkaak, tussen 9e en 12e wk sluit het verhemelte)


•VAP komt voor bij ........ van de geïntubeerde patiënten en ..... van deze patiënten overlijdt aan VAP.


•VAP komt voor bij 20%-25% van de geïntubeerde patiënten en 50% - 80% van deze patiënten overlijdt aan VAP.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo