Startpagina / Samenvattingen / Bijzonder Strafrecht, Strafrechtelijke handhaving van sociaal-economisch en fiscaal recht in Nederland / verdacht-controle-zaak

Fiscaal Strafrecht - De AWR - De fiscale opsporing

4 belangrijke vragen over Fiscaal Strafrecht - De AWR - De fiscale opsporing

Waarom is het naast elkaar gebruiken van zowel controle als opsporingsbevoegdheden door de strafrechter toelaatbaar geacht?

Niet zelden ontstaat naar aanleiding van een controle de verdenking dat een fiscaal delict (of een ander strafbaar feit) wordt gepleegd. De controle kan dan overgaan in of samenvallen met de opsporing van strafbare feiten. De grens tussen controle en opsporing is dan vaak moeilijk te trekken. De strafrechter acht bovenstaande toelaatbaar, indien de aan de verdachte toekomende waarborgen in acht worden genomen (HR 26 april 1988, NJ 1989, 390).

Waarom valt de FIOD ECD hiërarchisch gezien onder het ministerie van Financiën?

Omdat de FIOD ECD zich bezighoudt met fiscale opsporingsonderzoeken en dus niet met het opsporen van commune strafbare feiten.

Waarom kan het vorderen van de uitlevering van stukken van de verdachte op gespannen voet staan met het nemo tenetur beginsel?

Op basis van de zaak Saunders vs VK bij het EHRM heeft de HR beslist dat de bescherming tegen gedwongen self incriminatie niet verder gaat dan het zwijgrecht. Onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaand bewijsmateriaal mag onder dwang van de verdachte worden (af)genomen en tot bewijs worden gebruikt.

Hoe heeft de EHRM geoordeeld in de zaak Funke?

In de zaak Funke heeft het EHRM geoordeeld dat sprake was van strijd met art. 6 EVRM, omdat de Franse douane-ambtenaren de verdachte Funke na de criminal charge hadden geprobeerd te dwingen documenten ter inzage te geven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Bijzonder Strafrecht, Strafrechtelijke handhaving van sociaal-economisch en fiscaal recht in Nederland | 9789059316676 | F G H Kristen, et al

Bekijk samenvatting