Anesthesie: inductie anesthesie
12 belangrijke vragen over Anesthesie: inductie anesthesie
Inductie anesthesie: barbituraten
Actieve euthanasie gebeurt met barbituraten.
Bij te veel geven --> AH valt stil en CV-systeem collabeert.
Fenobarbital is een langwerkend barbituraat en wordt gebruikt voor de controle van epilepsie.
Inductie anesthesie: propofol - Anesthetische eigenschappen
= gevoelig voor bacteriële contaminatie
- Hoge vetoplosbaarheid --> vlotte passage door bloed-hersenbarrière --> snelle redistributie (korte werking, snel effect)
- Lage analgesie (+ narcoticum)
- Enkel IV
- Geringe primaire metabolisatie lever / extrahepatische metabolisatie / snelle eliminatie (long/darmen?)
- CR onderdrukking (cfr. barbituraten)
- Constante anesthesie duur
- LEVER / NIER ONAFHANKELIJK (--> oudere patiënten gebruiken)
- GEEN CUMULATIE
Inductie anesthesie: propofol - gebruik
- Inductie / continu (+ analgeticum)
- Enkel bij KHD en kleinere GHD --> duur product
- Kat = minder glucuronidatie = tragere afbraak
- Rasverschil: windhonden meer gevoelig (cytochroom P450 tekort)
Ideaal voor neonati + oudere patiënten
Geeft beste inductie + recovery!
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Inductie anesthesie: propofol - neveneffecten
- Hond: soms excitatie en convulsies
- Mens: kans allergie
- Door placenta
- Kat: > 7 dagen: verandering RBC + kat heeft verminderde hepatische glucuronidatie = verlenging recovery tijd
Inductie anesthesie: steroïdale anesthetica
Eigenschappen:
- Dosisafhankelijke CV & AH depressie
- Matige / lage analgesie
- Goede spierrelaxatie (itt ketamine)
- Vlotte recovery
- Geen cumulatie
- Geen histamine release
- Geen irritatie
- Metabolisatie lever
- Duur
Enkel geregistreerd voor hond en kat
Inductie anesthesie: dissociatieve anesthesie - Anesthetische werking
--> dissociatie of onderbreking tussen de thalamus/neocortex en het limbisch systeem
Werken als niet-competatieve antagonisten in op de NMDA receptor (stimulatie van deze receptor = meer gevoelig voor pijn).
Metabolisatie in lever, excretie in nier.
Inductie anesthesie: dissociatieve anesthetica - anesthetische eigenschappen
- Oppervlakkige slaap, goede perifere analgesie
- Kataleptoïde verschijnselen (spierrigiditeit, epileptiforme aanvallen, convulsie)
- Hallucinaties
- Intracraniale en intraoculaire drukstijgingen
- Sympathicomimetische eigenschappen --> tachycardie en hypertensie
- Onregelmatige AH
- Larynx- en oogreflexen blijven soms behouden
- Oogleden blijven open waarbij mydriasis optreedt
- Lage pH --> IM injectie kan pijnreactie veroorzaken
- Metabolisatie in lever, excretie in nier
Inductie anesthesie: dissociatieve anesthetica - gebruik
- Diersoortverschil (varken minder gevoelig)
- Inductie (+ benzodiazepine) of korte ingrepen
- Onderhoud (niet solo)
- Lage dosis = pijnbestrijding
- Oraal enkel na sublinguale absorptie
- Parenteraal, rectaal, epiduraal
Inductie anesthesie: spierrelaxantie - centraal: GGE
Werken in op interneuronen van het ruggenmerg en de hersenstam --> relaxatie dwarsgestreepte spieren (+ lichte duizeligheid tot sedatie)
Eigenschappen:
- Weinig effect op cardiopulmonaire systemen
- Overdosis: spierrigiditeit
- Moet IV toegediend worden (irritatie), groot volume (5%)
Triple Drip: GGE + xylazine + ketamine
Inductie anesthesie: spierrelaxantia - neuromusculaire blockers - algemeen
Werken in op de nicotine receptoren van de motorische eindplaat waar ze interfereren met de werking van acetylcholine thv de receptoren.
Door paralyse van de AH-spieren is artificiële respiratie vereist!
Objectieve beoordeling:
- neurostimulatie van een motorische zenuw toegepast (n. ulnaris, n. facialis)
Inductie anesthesie: spierrelaxantia - neuromusculaire blockers - succinylcholine
Kortdurende stimulatie --> binding met acetylcholine receptor --> spiercontractie en depolarisatie zenuwuiteinde.
Door langdurige depolarisatie --> spierrelaxatie (door immense overstimulatie receptor)
Succinylcholine wordt afgebroken door lichaamseigen plasmacholinesterase (--> vertraagde afbraak indien plasmacholinesterase verlaagd is)
Door depolarisatie: verschillende nevenwerkingen:
- Hyperkaliëmie
- Stijgen oogdruk
- Spierpijn
- Hemoglubinurie
Inductie anesthesie: spierrelaxantia - neuromusculaire blockers - ''curare'' derivaten
Gaan competitie aan met acetylcholine voor de acetylcholine receptor, maar verwekken geen stimulatie van de receptor.
- Affiniteit bepaalt werkingsduur / sterkte
- Speciesverschil
Invloed op werking: ouderdom, temperatuur, acidose, elektrolyten, specifieke ziekten, interacties met o.m. Ab
Afbraak is produtafhankelijk
Nevenwerking productafhankelijk:
- Histamine vrijstelling --> vrijstelling
- Cardiovasculaire effecten
Niet gebruikt in DGK
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden