Anesthesie: sedatie en premedicatie
7 belangrijke vragen over Anesthesie: sedatie en premedicatie
Sedatie en premedicatie: sedativa: Minor tranquillizers - Nevenwerkingen
- Matige onderdrukking van het cardiopulmonaire systeem
- Diazepam is een 40% propyleenoplossing (niet mengen met andere producten, niet IM geven) --> bij IV gebruik: cardiogene stoornissen
- Passage doorheen placenta
- Bij ernstig leverlijden: verhoogde gevoeligheid voor benzodiazepines (door verhoging van het aantal GABA receptoren)
- Solo KHD: kans op excitatie
Sedatie en premedicatie: sedativa: a2-agonisten - Anesthetische werking
- Verhoogde catecholamines spiegels (erge stress, excitatie, pijn) kunnen interfereren met de werking van de a2-agonisten waardoor soms weinig sedatie optreedt.
- De locus coeruleus heeft de meeste a-receptoren in het CZS --> sedatie.
Agonisten: medetomidine, detomidine, xylazine
Antagonisten: atipamezole, yohimbine
Sedatie en premedicatie: sedativa: a2-agonisten - Anesthetische eigenschappen
- Naast parenterale toediening en orale toediening (paard), ook epiduraal (in aangepaste dosis).
a2-agonisten worden gebruikt voor premedicatie (lage dosering), sedatie (hogere dosering) en evt. tijdens anesthesie als onderhoud.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Sedatie en premedicatie: narcotische analgetica - Anesthetische werking
- mu: analgesie & AH-depressie
- kappa: spinale analgesie & sedatie
- delta: euforie, afhankelijkheid, analgesie
- sigma: dysforie
Er zijn duidelijke verschillen wat betreft de snelheid van inwerking en werkingsduur tussen de verschillende producten.
Meestal afbraak via lever
- remifentanyl: plasma cholinesterase (afbraak onafhankelijk van levermetabolisatie)
Volledige agonisten: werken vnl. in op mu receptoren --> analgesie
- morfine, fentanyl, al-, su-, carfentanyl, methadone
Gemengde agonist/antagonist:
- butorphanol, pentazocine
Partiële agonist
- buprenorphine, nalbuphine
Antagonist:
- naloxone (=antidoot), naltrexone
Sedatie en premedicatie: narcotische analgetica - Anesthetische eigenschappen
- meestal gecombineerd met sedativa om mogelijke excitaties te vermijden.
- Zowel pre-, per als post-operatief.
Verschillende toepassingsmogelijkheden:
- Epiduraal
- Intra-articulair
- Transdermaal
- Inhalatie
Sedatie en premedicatie: narcotische analgetica - nevenwerkingen!!!
- Solo + hoge dosering = excitatie + locomotorische stimulatie (''flippen'')
- Evt. postoperatieve hypothermie
- Evt. braken
- Minder gevoelig voor CO2 --> AH-depressie
- CV: bradycardie + matige hypotensie
Morfine en pethidine kunnen een histamine vrijstelling induceren (anafylactische reactie) --> na IV toediening: vasodilatatie + hypotensie - Meeste producten stimuleren initieel de GI activiteit gevolg door spasmen van het GI stelsel
Sedatie en premedicatie: neuroleptica / neuroleptanalgesie
Lage dosering: premedicatie
Hoge dosering: chirurgische anesthesie
PRO:
- ''veiliger'' CV
- Mogelijks IM
- Evt. antidoot (naloxone)
- Sedatie meestal beduidend versterkt
CONTRA: (vnl. hond: hoge dosis)
- Hyperpnee
- Overdreven en hevige reacties op geluid
- Defaecatie, urineren door hyperperistaltiek van ingewanden
Producten:
- ACP + methadone/ethorpine
- Fentanyl + fluanisone/droperidol
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden