Expressie in gist
38 belangrijke vragen over Expressie in gist
Wat is de betekenis van GRAS organisme?
Waarom moeten er induceerbare promoten worden gebruikt?
Waarom is een gist makkelijk te kloneren? Noem 4 voordelen.
A. Groeit snel in kleine en grote fermentors.
B. Is makkelijk te isoleren.
C. Posttranslationele modificaties.
D. Al het bovenstaande.
- D
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Yep vetor: wat is probleem? wat is oplossing?
oplossing: integratie in genoom van gist, Yip-vector
Wat zijn posttranslationele modificaties?
A. Nadat een eiwit is gemaakt worden geglycoliseerde groepen aangemaakt.
B. Voordat het eiwit is gemaakt worden geglycoliseerde groepen aangemaakt.
C. Nadat eiwit is gemaakt worden geglycoliseerde groepen afgebroken.
D. Na translatie vinden verschillende modificaties van het gen plaats.
Wat betekent Lage transformatie-efficiëntie bij Yip-vector?
Waarom wordt een gist liever gebruikt dan een bacterie voor posttranslationele modificaties?
A. Van een gist is het genoom bekender dan een bacterie.
B. Een gist kan dit beter dan een bacterie.
C. Een bacterie kan geen posttranslationele modificaties uitvoeren.
D. Een gist kan in grote en kleine fermentors groeien waardoor meer eiwit opgekweekt kan worden.
Wat kan een gist maken in de medische wereld?
A. Vaccins en diagnostica.
B. Therapeutische agentia.
C. A en B zijn goed.
D. Gisten kunnen niets maken in de medische wereld.
Welk van de onderstaande vaccins kan een gist niet maken?
A. Hepatitis B surface antigeen.
B. Malaria eiwit.
C. HIV -1 envelop eiwit.
D. Hepatitis B envelop eiwit.
Wat zijn de volgende producten die bereid zijn door een gist? Insuline, Stollingsfactor XIIA, Humaan Serum Albumine.
A. Vaccins.
B. Therapeutische agentia.
C. Medische middelen.
D. Geen van het bovenstaande.
Noem 2 voorbeelden van diagnostica die een gist kan aanmaken.
A. Hepatitis B virus eiwit en HIV -1 antigeen.
B. Hepatitis C virus eiwit en HIV -1 envelop antilichaam.
C. Hepatitis C virus eiwit en HIV - 1 antigeen.
D. Hepatitis B virus eiwit en HIV - 2 antigeen.
Waar zit het gecloneerde gen in dat van een bacterie in een gist wordt overgeplaatst met als doel transformatie van de gist?
Wat voor gen bevat YEP?
A. Wild type gen.
B. Gemodificeerd gen.
C. Kan zowel wild type gen en gemodificeerd gen bevatten.
D. Het genomische DNA.
Op hoeveel µm plasmide is de YEP vector gebaseerd?
Wat is een chimeerplasmide?
A. Een gekopieerd plasmide.
B. Een recombinant plasmide.
C. Een plasmide die nog niet volledig recombinant is.
D. Een plasmide die niet geligeerd kan worden in de vector.
Waar selecteert een chimeerplasmide op in E.coli?
A. Op genomisch DNA.
B. Op recombinant DNA.
C. Op TC.
D. Chimeerplasmide kan niet selecteren in E.coli.
Waar selecteert een chimeerplasmide op in gist?
A. Op leu - in leu - gist.
B. Op leu + in leu + gist.
C. Op leu - in leu + gist.
D. Op leu + in leu - gist.
Is een chimeer stabiel voor recombinaties?
Waarom moet er een signaalsequentie voor het gen?
Hoe noem je de interactie tussen 2 haploide gisten?
Wat is de reden voor een fusie eiwit? Geef 2 redenen.
- Om proteolytische afbraak va het eiwit te voorkomen.
- Om zuivering te vergemakelijken.
Hoe heet de buitenkant van een gistcel?
Hoe noem je een gistcel zonder periplast eromheen?
Stelling 1: YIP vector heeft een lage transformatie efficientie.
Stelling 2: YIP vector is niet stabiel
A: Stelling 1 is juist 2 is onjuist.
B: Stelling 2 is juis 1 is onjuist.
C: Beide stellingen zijn juist.
D: Beide stellingen zijn onjuist.
Welke manier van de YIP vector gaat beter de lineaire of de circulaire?
Bij de YIP vector heb je antibioticum nodig in de kweek. Is deze stelling juist?
Waar is YAC geschikt voor?
A. Mapping van grote chromosomen, vorming van gen-bibliotheek.
B. Alleen expressie in multiple kopies en geen analyse nodig.
C. Alleen expressie in multiple kopies en analyse transcriptie eenheden.
D. A en B zijn goed.
E. A en C zijn goed.
wat is geen manier om getransformeerd YAC in dragende muis te stoppen. (Meerdere antwoorden zijn juist.
A. Sferoplastfusie van gistklonen.
B. Amicroinjectie van niet gefertiliseerde oocyt.
C. Lipofectie.
D. Amicroinjectie van gefertiliseerde oocyt.
E. Apoplastfusie van gistklonen.
Wat gebeurt er bij lipofectie van gepurificeerde YAC's?
Waar wordt een microinjectie gefertiliseerde öocyt in gestopt?
Waar zorgt teveel superoxide dismutase voor? Hoe noem je dit?
Geef 3 voorbeelden van ziekten die SOD kan genezen.
- Skleredoma.
- Rheumatiode artritis.
- Osteoarthritis.
Is SOD nodig voor Cu/Zn?
Welk DNA van SOD wordt in de YEP vector gestopt?
Waar wordt Leu - mutant op getransformeerd: Op medium met of op medium zonder Leu.
Secretie van heterologe eiwitten door gist zorgt ervoor dat alle geglycolyseerde eiwitten van gist worden gesecreteerd. Is deze bewering juist of onjuist.
Waar zorgt sectretie van heterologe eiwitten voor? Noem 2 voorbeelden?
- Correcte glycolysering.
- Disulfidebrugvorming.
Wat is het verschil tussen hirudinegen en heparine? Noem er 2.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden