Membranes and Cellular Transport

7 belangrijke vragen over Membranes and Cellular Transport

Welke structuren kunnen fosfolipiden aannemen?

Micel (vetzuren), liposoom, en een biomembraan.

Hoe kan de vloeibaarheid van het membraan worden beinvloed?

Door fosfolipiden te hebben met vetzuren die meer dubbele ketens bevatten of korter zijn wordt het membraan vloeibaarder.

Welke tweesoorten membraan eiwitten kennen we?

Intergraal en perifeer.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe zitten de intergrale eiwitten in het membraan?

Intergrale eiwitten zitten over het gehele membraan en steken aan beide kanten een stukje buiten het membraan.

Hoe zitten de perifiere eiwitten in het membraan?

Deze zitten ook in het membraan en steken aan een zijde van het membraan uit.

Waar bevinden zich in een transmembraan eiwit de polaire kant en de apolaire kant?

De binnenkant is polair en de buitenkant die in aanraking komt met het membraan apolair.

Welke factoren hebben invloed op de permeabiliteit van een membraan?

Polariteit (oplosbaarheid in membraan), Grootte (difussiesnelheid door membraan).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo