Samenvatting: Bio Psychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bio psychologie
-
1.3 Gebruik van dieren bij onderzoek
-
Noem 5 redenen waarom onderzoekers op dieren testen
1 Onderliggende mechanismen zijn over bijna elke soort hetzelfde maar vaak makkelijker te onderzoeken op niet-mensen
2 Sommige processen zijn in dieren beter te observeren dan in mensen
3 We zijn geïnteresseerd in dieren voor hun eigen bestwil
4 Wat we van dieren leren zegt veel over onze eigen revolutie
5 Sommige proeven zijn ethisch en wettelijk verboden of aan banden gelegd. -
bio psychologie/ the major issues/je hersenen en je ervaringen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/11/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vier typen biologische verklaringen voor gedrag zijn er?
- Fysiologische: relateert een activiteit aan hoe de hersenen en andere organen functioneren, zelfs op cel en chemisch niveau;
- Ontogenetische verklaring: omschrijft hoe een structuur of gedrag zich ontwikkelt;
- Evolutionaire ontwikkeling: relateert een structuur of een gedrag aan de evolutionaire geschiedenis van de soort;
- Functionele verklaring: omschrijft waarom een structuur of gedrag zich ontwikkelt heeft zoals het heeft gedaan. -
Noem twee perspectieven op het geest-brein of lichaam geest probleem.
1) Dualisme: het geloof dat de geest en het brein twee andere soorten substanties zijn die onafhankelijk van elkaar bestaan
2) Monisme: het geloof dat het universum bestaat uit één soort materie. Hierin zijn verschillende soorten categorieën:
- Materialisme: het standpunt dat alles wat bestaat materiaal is of fysisch;
- Mentalisme: het standpunt dat alleen de geest echt bestaat en dat de fysieke wereld alleen in onze verbeelding bestaat of alleen in de geest van God;
- Identity position: het standpunt dat mentale processen hetzelfde zijn als bepaalde hersenprocessen, alleen met andere termen beschreven zijn -
David Charmers onderscheidt makkelijke en moeilijke problemen, wat bedoelt hij hiermee?
Makkelijke problemen: wijst op veel fenomenen waar we de naam bewustzijn aan geven, zoals het verschil tussen wakker zijn en slapen en het mechanisme dat ervoor zorgt dat we de aandacht erbij houden.
Moeilijke problemen: dit is de vraag waarom en hoe enige vorm van breinactiviteit geassocieerd wordt met bewustzijn. -
1.2 De genetische component van gedrag
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 27/11/2014
Laat hier meer flashcards zien -
DNA, genen en chromosomen, hoe zit het?
In iedere cel zit een kopie van het erfelijkheidsmateriaal van je ouders , in de vorm van chromosomen. Op de chromosomen zitten de genen.
Chromosomen kun je voorstellen als lange strengen. Ze bestaan uit een stof die we DNA ( desoxyribocleinezuur ) noemen. In het DNA zit een code waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.
een gen is een stukje afgebakend DNA dat informatie bevat voor de vorming van een bepaald eiwit. Eiwitten hebben meerdere functies in ons lichaam. Genen bepalen al onze erfelijke eigenschappen, bijvoorbeeld de kleur van onze ogen en ons haar. -
Hoofdstuk 2 Zenuwcellen en zenuwimpulsen
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/02/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe heet het opnemen en omzetten van informatie?
Sensoriek -
Het totaal aan informatie wat naar het brein gestuurd wordt heet....
Afferentie -
Hoe komt het zichtbare gedrag tot uitdrukking?
In spieractiviteit -
Wat is de functie van het membraan?
Controleren van de vloed aan materialen die de cel in- en uitgaan. Sommige ionen zoals natrium, kalium, calcium en chloride kunne door speciale openingen in het membraan ( proteinekanalen ) De meeste kunnen er echter niet doorheen. Het membraan scheidt de binnenste cel van de buitenkant. -
Welke functie hebben mitochondriën?
Hier stofwisselingsactiviteiten plaats, dat voorziet de cel van energie voor andere activiteiten. Het heeft brandstof en zuurstof nodig om te kunnen functioneren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden