Samenvatting: Biochemi College 1 En 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biochemi college 1 en 2
-
1 biochemie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is de biochemie van alle organisme qua opzet hetzelfde?
- alle organismen bestaan uit cellen
- DNA is de drager van genetische informatie in alle cellen
- De manier waarop genetische informatie wordt omgezet in eiwitten is hetzelfde (genetische code)
- De zelfde 20 aminozuren worden door alle organismen gebruikt om eiwitten te maken
- Alle cellen gebruiken dezelfde standaard metabole routes.
- Moleculen zoals ATB, NADH, en Co-enzym A hebben dezelfde functie in alle cellen.
-
Hoe komt het dat er biologische diversiteit is?
Niet doordat er een nieuw systeem ontwikkeld word maar doordat er relatief kleine aanpassingen gedaan worden aan bestaande moleculaire componenten. -
Wat doet de volghorde van de bouwstenen met de structuur van DNA?
Helemaal niets! Structuur blijft het zelfde. -
Wat zorgt er voor dat 2 basebaren aan elkaar koppelen?
Waterstofbinding -
Wat is elektrostatische interactie?
Interactie tussen 2 ladingen
Door water (polaire stof) word deze lading afgeschermd en is hij niet zo sterk
Met hexaan (apolaire stof) word deze lading vrij sterk -
Wat is Van der Waals interactie?
Het negatief geladen deel van een molecuul zal een interactie aan gaan met het positief geladen deel van een andere molecuul.
Er is een moment waarbij de aantrekkingskracht tussen 2 moleculen het sterkst is.
Als het genoeg op elkaar gepakt is kan het heel belangrijk zijn. -
Hoe krijg je het hydrofobe effect?
Gevolg van het effect van water. Water is polair en zal niet goed met apolaire stoffen samen gaan. Het kost minder energy als non polaire stoffen bij elkaar gaan zitten. Want de waterstoffen hebben meer interactie mogelijkheden. Dit zorgt voor een grotere entropie en een stabieler systeem. -
Wat is de bijdragen van de 4 niet-covalente inetracties aan de spontane associatie van twee complementaire strengen?
- Elektrostatische inetractie (negatiever bijdragen: ''afstoting fosfaten'')
- Waterstofbruggen (nauwelijks bijdrage: ''wel nodig voor specificiteit basenpaarvorming)
- Van der Waals interactie (grote bijdrage: ''optimale pakking van baseparen'')
- Het hydrofobe effect (grote bijdrage)
-
2 Termodinamica
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 2 hoofdwetten van thermodynamica?
1e hoofdwet: De totale energie van een systeem en zijn omgeving is constant
2e hoofdwet: als er sprake is van een spontaan proces, dan neemt de totale entropie (de wanorde, het aantal sub toestanden met gelijke energie) van het systeem toe op zijn omgeving -
Hoe verloopt een spontaan proces?
In de richting waarbij de entropie toe neemt.
VB: als je een zandkasteel bouwt verdwijnt deze omdat zo de wanorde (entropie) toe neemt. Het zantkasteel komt niet meer terug omdat de entropie niet toe neemt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden