Lipoproteine en vetmetabolisme

11 belangrijke vragen over Lipoproteine en vetmetabolisme

Vetten zijn de grootste energieleveranciers. Welk orgaan leeft alleen op vetverbranding?

De hartspier.

Vetten moeten geëmulgeerd worden voordat ze verder kunnen. Waarom is dit? En leg dit proces uit.

Vetdeeltjes zijn hydrofoob, hierdoor liggen ze bij elkaar en zijn zo niet toegankelijk voor de vertering. Dit moet geëmulgeerd worden wat gebeurt door de galzouten die worden aangemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas. De galzouten hebben een hydrofobe en hydrofiele kant. Zo kunnen ze zich vast maken aan de vetten. De hydrofobe kant ligt tegen de vetdeeltjes en de hydrofiele kant staat richting de waterige omgeving van de darmen.
Emulgeren van vetten door galzouten is de eerste stap van het vetmetabolisme.

Wat heeft de microvillie te maken mat het vetmetabolisme?

Op de microvillie zitten specifieke transporteurs die de vetdeeltjes opnemen, zodat verder getransporteerd kunnen worden naar het endoplasmatisch reticulum.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat doe het endoplasmatisch reticulum?

Verpakt de vetdeeltjes en transporteert deze deeltje naar de bloedbaan.

Hoe worden de vetrijke deeltje genoemd zodra ze in de bloedkant van de darmen zijn getransporteerd?

Chylomicronen.

Wat doen chylomicronen in het vetmetabolisme?

Vanaf de lymfe worden ze getransporteerd naar het bloed. De chylomicronen zijn de transporteurs van de vetdeeltjes. Chylomicronen zijn lipoproteinen en bestaan voor het grootste deel uit triglyceriden die in de kern ven een chylomicron zit. Daar om heen zitten fosfolipiden die zowel hydrofiele als hydrofobe kant hebben wat er voor zorgt dat de deeltje in een hydrofiele omgeving vervoerd kunnen worden.
Ze gaan vervolgens de lever in en onderweg komen ze allerlei lichaamscellen tegen die vetten nodig hebben om energie uit te halen.

De chylomicronen zorgen onderweg naar de lever voor energie aan allerlei lichaamscellen. Leg uit hoe dit te werkt gaat.

Er zitten specifieke eiwitten op het membraan van de lichaamscellen om de chylomicronen te herkennen. Vervolgens wordt het enzym LPL (lipoproteine lipase) actief, deze knipt triglycerides uit het chylomicron en het lichaam maakt hier uiteindelijk ATP van.

De 5 componenten van lipoproteine zijn: TG (triglyceriden), C (cholesterol), CE (cholesterol esters). PL (fosfolipiden) en eiwitten (membraan voor herkenning). Hoe worden deze componenten ook wel genoemd?

Apoliproteinen (apo's).

Wat gebeurt er bij een beta-oxidatie van een overhandigd vetzuur (waar al een = in zit)?

Het lever minder energie op, want er hoeft geen = gemaakt te worden. Het lever geen 1 FADH2 minder op en er treed geen hydratatie reactie (reactie 2) op.
Totaal 1,5 ATP minder dan vetzuur zonder = binding.

Hoeveel ATP kost de activatie en transport van vetzuren?

2 ATP

Wat is dasaturatie van vetzuren?

Desaturatie is het aanbrengen van dubbele bindingen in een geactiveerd vetzuur. Ons lichaam kan ook onverzadigde vetzuren aanmaken, waarbij een dubbele binding wordt aangemaakt in een geactiveerd vetzuur. Dit proces kost energie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo