Biochemie vragen. Niet zeker of ze goed zijn: yolo
60 belangrijke vragen over Biochemie vragen. Niet zeker of ze goed zijn: yolo
De klasse van de sfingolipiden kan ingedeeld worden in 3 subklassen
Het vetzuur waaruit de eicosanoïden zijn afgeleid is het ascorbinezuur
Histonen zijn rijk aan glu en asp
basische histonen H1 – H4: typisch lys en arg
lys en arg = kationische AZ om de afstoting tussen de fosfaationen te neutraliseren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De procentuele gehaltes van G en T zijn steeds gelijk in DNA
Niet-klassiek reversibele competitieve inhibitoren zijn structuuranalogen van het substraat
Ascorbinezuur is een derivaat van aldohexose
Penicilline inhibeert selectief de opbouw van de bacterie-celwand
Tussen Cys-moleculen kunnen in vivo 2 soorten covalente bindingen gevormd worden
Maltose en Cellobiose bestaan uit dezelfde bouwstenen, maar de enantiomeervorm verschilt
N-acetyl-glycosamine is het substraat van lysozymen
Vooral niet-covalente bindingen bepalen de secundaire en tertiaire structuur van eiwitten
Vetzuren gesynthestiseerd door het dier hebben typisch een even aantal koolstofatomen
Hydroxy-tyrosine is een typisch bestanddeel van collageen
Ribulose staat tot ribose, zoals fructose tot glucose staat
Myoglobine heeft een quaternaire structuur
Mucus en kraakbeen zijn rijk aan een geladen polysacchariden
Alle aminozuren zijn Zwitter-ionen en chirale moleculen
Hoe groter de affiniteit van een enzyme voor zijn substraat, hoe kleiner de Km
Teken de moleculaire structuur van deoxyheem, benoem de bouwstenen en geef aan tot welke groep van moleculen heem behoort.
de polymerasen voor transcriptie en replicatie verschillen in hun snelheid van werking?
In DNA zijn de hoeveelheden G en T species afhankelijk maar purine/pyrimidine = onafhankelijk
Van de sfingolipiden hebben de sfingomyelinen de meeste structuuranalogie met de glycofosfolipiden.
Poly-onverzadigde vetzuren kan het dier niet synthetiseren omdat ze een oneven keten hebben.
N-acetyl-muraminezuur is een anionische bouwsteen van sommige heteroglycanen
Een nucleoside bestaat uit een purine of pyrimidine base die via een α-N-glycosidische binding gekoppeld is aan een ribose
Maltose is het neutrale dissacharide van zetmeel en glycogeen
Lysozyme vereist de protonatie van een AZ in het actief centrum voor zijn katalytische werking
Een allosterische inhibitor verlaagt de Km en dus ook de affiniteit tussen E en S
Hand handshoen is minder geschikt dan sleutel slot
Bij transmembraneire eiwitten situeren de hydrofiele R groepen zicht binnen de natieve structuur
Bij fys pH heeft Glu een nettolading van -1
Histamine is een van de 3 basische aminozuren
Galzuren zijn natuurljike amfipaten met een detergerende werking
De replicatie en de transcriptie bestaan uit dezelfde 3 grote fasen
Arachidonzuur is een vetzuur, ascorbinezuur is een monosaccharide derivaat
Glycerol is een bouwsteen van 2 en vetzuren van 4 klassen van lipiden.
Fructose staat tot glucose, zoals dihydroxy-aceton staat tot glyceraldehyde-3-fosfaat.
Eén van de bouwstenen uit bietsuiker komt ook voor in melksuiker.
Zetmeel bevat zowel amylopectine als amylase.
Arginine is één van de drie basische aminozuren.
Galzouten zijn amfipaten met een detergerende werking.
Alle dierlijke aminozuren hebben de L-configuratie.
In maagsap is de nettolading van ala + 1 (berekend via de gemiddelde pKa waarden).
Eiwitten verkrijgen spontaan hun natieve structuur dankzij de afname in wanorde bij het opvouwen.
Tyrosine is de precursor van epinefrine en tryptofaan is de precursor vanschildklierhormonen.
Immunoglobulinen hebben een functie als antigenen.
De actieve bindingsplaats in enzymen bevat typisch pH-gevoelige aminozuren.
Hoe lager de affiniteit tussen enzyme en substraat, hoe hoger de Michaëlis-Menten constante.
Dieren kunnen alle polysacchariden als energiebron gebruiken, behalve cellulose dat alleen door herkauwers als energiebron wordt gebruikt.
De richting van een proteïne loopt van de C-terminus naar de N-terminus.
Vetzuren zijn anionen bij fysiologische pH.
De antigen-bindingsplaats bevindt zich in het constante deel van de immunoglobine molecule
Hyaluronzuur is een bestanddeel van kraakbeen
Bij reversiebele competitieve inhibitie daalt de affiniteit tussen enzymen en substraat.
Tijdens het ‘’splicings’’ proces worden exons weggeknipt
De groep van de sfingomyelinen kan ingedeeld worden in subgroepen
De translatie richting van mRNA bepaalt de amino- naar carboxy-terminus richting van een eiwit
Isopreen is de bouwsteen van lipofiele vitaminen
De actieve plaats is de enige plaats op een enzyme waar een molecule bindt
Alle lipiden zijn vetzuurafgeleide moleculen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden