Samenvatting: Biodiversiteit Plant Syllabus
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biodiversiteit plant Syllabus
-
1 Biodiversiteit en fylogenie
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Vanuit welke 4 invalshoeken bekijkt de biodiversiteit de verscheidenheid van organismen?
Taxonomische diversiteit = verscheidenheid aan soorten en andere taxa
Genetische diversiteit = verscheidenheid aan genomen binnen en tussen soorten
Ecologische diversiteit = verscheidenheid aan ecosystemen en habitats
Functionele diversiteit = verscheidenheid aan functies binnen ecosystemen en habitats -
Welke 4 verschillende contexten zijn er binnen de biodiversiteit?
De historische context, de vraag naar de oorsprong en het ontstaan van de huidige biodiversiteit en naar biodiversiteitspatronen in de tijd.
De actuele tijdscontext, de vraag naar hoe de huidige biodiversiteit zich handhaaft en ontwikkelt; direct hier aan gekoppeld is de vraag naar bescherming van bedreigde biodiversiteit.
De ruimtelijke context, de vraag naar biodiversiteitspatronen in de ruimte, op verschillende schaalgroottes.
De utilitaire context, de vraag naar ecosysteemdiensten voor de mens en duurzaam gebruik ervan -
Wat stellen dichtome splitsingspunten in een stamboom voor?
Een soortvormingsgebeurtenis, waarbij 1 gemeenschappelijke vooroudersoort zich splitst in 2 dochtersoorten -
2 Voorplanting en evolutie
Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Fragmentatie (ongeslachtelijke voortplanting)
Bij vele wieren en korstmossen kan de thallus in bepaalde omstandigheden uiteenvallen in een aantal fragmenten die ieder weer kunnen aangroeien tot een nieuw individu. -
Vorming van mitosporen (ongeslachtelijke voortplanting)
In dit geval ontstaan nieuwe individuen uit gespecialiseerde voortplantingscellen die men sporen noemt. Aangezien de sporen hier ontstaan zijn door mitose spreekt men van mitosporen -
Wat zijn de drie reden waarom individuen bij geslachtelijke voorplanting allemaal verschillend zijn?
1.Genetische info van tweeindividuen wordt bij elkaar gebracht
2.Genetisch materiaal wordtwillekeuring gerecombineerd
3. Nieuwe chromosomencombinaties ontstaan door crossing-over -
3 Fungi en slijmzwammen
Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Waarin gebeurt de versmelting van kernen bij ascomycota?
In een haakcel = crozier -
Welke vormen kunnen ascocarpen aannemen?
het cleistothecium is een gesloten en vaak bolvormig vruchtlichaam waarin de asci zitten; de ascosporen komen pas vrij nadat het vruchtlichaam uiteengevallen is. Bv. Aspergillus, Penicillium.
het perithecium is een flesvormig vruchtlichaam dat gesloten is maar bij rijpheid ontstaat er een smalle opening aan de top waardoor de ascosporen vrijkomen. Bv. Neurospora, Claviceps, Nectria cinnabarina (op hout).
een apothecium is een open en ± schotelvormig ascocarp. -
Drie stadia van het mycelium van de meeste heterothallistische basidiomyceta:
Primaire mycelium: komt tot ontwikkeling bij de kieming van basidiosporen- bevat doliporus omgeven door septale poriekap (parenthosoom)
- gespvorming
-
Onder welke taxa van de basidiomycota vallen de roestschimmels
Pucciniomycotina
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden